Lang voordat ADHD een volksziekte werd, was het aandeel muzikanten met ernstige trekken van de aandachtstekort-hyperactiviteitstoornis al opvallend groot. De stoornis wordt toegeschreven aan uiteenlopende artiesten als Mozart, Kurt Cobain en Justin Timberlake. Helemaal toeval is dat niet, want bijbehorende eigenschappen als hyperfocus, creativiteit en hoog energieniveau, kunnen erg behulpzaam zijn om tot grote muzikale daden te komen. Voorwaarde is wel dat je je hoofd een beetje erbij weet te houden. Dat lukt niet altijd, zoals Ozzy Osbourne geregeld heeft aangetoond.
Een voorbeeld van iemand die het wel lukt om de voordelen van ADHD voor hem te laten werken, is Todd Rundgren. Dankzij gebruik van Ritalin weet hij de ergste spoken op afstand te houden en dat leidt tot fraaie producties.
Rundgren weet als tiener met de band Nazz al een platencontract te regelen en een bescheiden hit te scoren. Hij is nog maar 21 als hij in contact komt met muziekbobo Albert Grossman, die hem aanstelt als technicus in zijn pas geopende Bearsville Studio nabij Woodstock en als producer voor artiesten die hij managet of een contract hebben bij zijn platenlabel Bearsville Records. De jonge Todd levert op die manier bijdragen aan producties van onder meer Janis Joplin en The Band en zal uitgroeien tot een zeer invloedrijk producer.
Ook het eigen werk van Rundgren verschijnt bij Bearsville. Net als tijdgenoot Stevie Wonder en later Prince, werkt hij alleen. Destijds betekende dat dat je de instrumenten ook moest beheersen. Even de laptop openklappen was er niet bij.
Zijn 3e soloplaat, Something/Anyting? klinkt (ondanks de Ritalin) als ADHD. Het dubbelalbum barst van de ideeën, genres, energie en genialiteit. Het is een achtbaanrit van hele en halve momenten, met soms maar een snipper van een liedje of een kort probeersel. Opener I Saw The Light is dat niet. Het is een vakkundige popsong (Wie zei daar Carole King?), die wat mij betreft terecht zijn meest beluisterde nummer is.
