Kleuren horen en geluiden zien. Het is een fantastisch effect dat je kan overkomen door het gebruik van LSD. Een beproefd middel om mentale paden in te slaan die je zelfs na twaalf jaar intense meditatie waarschijnlijk nog steeds niet zou vinden. Een welkome aanvulling op het creatieve proces van schilders, schrijvers en muzikanten. Roger ‘Syd’ Barrett was er gek op. Mede dankzij deze substantie kwam het eerste album van Pink Floyd tot stand: The Piper at the Gates of Dawn. Een album dat je voor 90 procent op het conto van Barrett kunt schrijven.
Keerzijde van het gebruik van LSD: langdurig en intensief gebruik kan zorgen voor rare flashbacks, angststoornissen, psychotische reacties en zelfs schizofrenie. Nu is het wel zo dat voor dat laatste Barrett helemaal geen LSD nodig had. Al op vroege leeftijd ontwikkelde hij twee persoonlijkheden die niet zo heel veel met elkaar te maken hadden. Buitenhuis gebruikte Roger Barrett de naam Syd om een onderscheid te maken tussen zijn familiekant en de versie die hij als publiek persoon was.

Laatstgenoemde versie van Barrett was niet bepaald een makkelijk persoon. Of beter gezegd: onhandelbaar. Wanneer je als frontman van een (toen al redelijke bekende) band als een zombie op het podium staat, waarbij je ongeveer één keer gedurende het hele concert een akkoord aanslaat, dan komt er een punt dat je medebandleden zoiets hebben van ‘laat maar’. Dit gebeurde al in 1968 toen de rest van de band in hun toerbusje stapte voor een optreden in Southampton.
Zullen we Syd nog ophalen?
Ach, waarom zouden we die moeite nemen…
Het was het einde van zijn carrière bij Pink Floyd. Nadeel was wel dat twee producers/managers van de band zich solidair verklaarden met Barrett en eveneens uit de band stapten. Barrett was immers het creatieve brein van Pink Floyd, een gedachtegang waar destijds geen speld tussen te krijgen was. Ze doken met Barrett in de studio om een solo-album op te nemen. Dat ging redelijk, totdat Barrett besloot om in een Mini Cooper te stappen om een rondje Groot-Brittannië te doen. De rit eindigde in een psychiatrische kliniek. Een half jaartje later werd er een producer gevonden gezegend met een ijzeren geduld en werd er alsnog een album uitgeperst. The Madcap Laughs bleek een vrij redelijk album te zijn, waarop zowaar wat knappe, doch verwarrende muziek op te vinden is.

Een van die beter geslaagde nummers is Dark Globe. Een nummer dat tevens een inkijkje biedt in het verwarde hoofd van Barrett. Hij lijkt (niets is zeker) zowel het gemis van zijn vrienden te bezingen als het gebrek aan relevantie. Tevens benoemt hij zijn vriendin(?) Iggy Eskimo, die eigenlijk gewoon Evelyn Rose heet en naakt op de cover van het album te bewonderen is. David Gilmour en Roger Waters produceerden het. Die konden toen nog prima naast elkaar zitten.

Het uitgesproken gevoel van een tekort aan relevantie bleek later niet geheel terecht te zijn. De ironie wil namelijk dat beroemde collega’s van Barrett het nummer adopteerden. Het werd gecoverd door -onder meer- Soundgarden, Placebo en R.E.M.. Het muziekgezelschap uit Georgia kreeg overigens ooit een backstage-bezoekje van Roger Waters, die een warm welkom kreeg van de band, behalve dan van Michael Stipe. Stipe zat ongeïnteresseerd in een hoekje zonder Waters een blik waardig te gunnen. Wel pakte hij zijn gitaar en speelde Dark Globe. Rogers Waters interpreteerde die gebeurtenis als dat dit de manier was van Stipe om te zeggen: Syd had het bij het rechte eind en jij bent een eikel. En daar heeft Stipe natuurlijk volkomen gelijk in.

In 2006 bracht David Gilmour een eigen live-versie van Dark Globe uit. Hiervan zijn twee versies te vinden; eentje met Richard Wright als zanger, de ander met ene David Bowie die het lied zingt. In beide gevallen fungeert Dark Globe als B-kant van Arnold Layne, wat eveneens door Barrett geschreven is.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.