De gitarist van de band staat links op het podium, de bassist rechts. Zo hoort het. En die gitarist moet George Kooymans zijn. Dat is mijn natuurwet. Alle anderen zijn Kooy-wannabees.

Ga naar Wikipedia als je iets van een ‘in memoriam’ wil lezen. Als je wilt weten wat Kooymans allemaal heeft gedaan in zijn 77 jaar. Of lees de stukken deze week in het AD, NRC, Trouw, OOR, De Telegraaf, de Volkskrant (de mooiste), of op al die muzieksites. Pak de iets van 60 jaar aan artikelen erbij die over hem en Golden Earring zijn geschreven. Wanneer hij is geboren en waar. Hoe oud Kooymans was toen hij ontdekte dat de gitaar bespelen en in een bandje zitten toch net wat leuker is dan duiven houden. Dat hij bijna het loodje legde op het podium in Zevenhuizen door een te vroeg ontplofte magnesiumbom. Het litteken in zijn hals als blijvende herinnering. Dat hij te veel heimwee had om het écht te kunnen maken in Amerika.

Maar beter, luister naar de muziek van die band van hem, of naar Vreemde Kostgangers (zijn stem!). Naar het werk met zijn vriend Frank Carillo. Of naar zijn productie van een van de mooiste albums aller tijden: Livewire van Sjako!. Nóg beter: beluister alles. Daar kan geen in memoriam tegenop.

Muziek is emotie. Gevoelens, groots en meeslepend. Melancholisch. Muziek is een geheugenanker. In een memoriam passen eigenlijk geen persoonlijke herinneringen. Dat maakt mij als schrijver ervan gemankeerd. Want ik heb er zoveel. Ik zag Kooymans voor het eerst live op 10 april 1987 en voor het laatst op 28 februari 2018. 31 jaar aan herinneringen. Aan de muziek, aan de man zelf. Ze horen bij elkaar. “Als je daar wat aan hebt”, zei hij toen ik vroeg of ik hem over zijn ervaringen met Amerika kon interviewen voor het blaadje van mijn studie Amerikanistiek. Want dat was goed voor mijn carrière in de journalistiek later, zei ik. Ik zei het echt. Na de show zaten we in het kinderdagverblijf dat als Earring-kleedkamer fungeerde. Tot de organisator kwam vragen of we nog naar huis gingen. Het was half twee.

Rock ’n roll is better than music”, was Alfred Lagarde’s motto. Hij zou woorden tekortkomen om Kooymans’ werk te kwalificeren, dat weet ik zeker. Ik kan het ook niet. Maar Kooymans’ songs zijn (de meeste – er zijn uitzonderingen) materiaal voor een nieuw Nederlands volkslied. Wie hem ooit live in het Nederlands heeft horen zingen, is een gezegend mens. Want die stem. En een Kooy-riff herken je uit duizenden. Ik wel, in ieder geval.

Wat mij betreft staat er nooit meer een gitarist links op het podium. Dat is sinds 23 juli 2025 een doodzonde.

The Lonesome D.J. (Switch, 1975)

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.