Juli mag dan de hooimaand zijn, wij gaan liever lekker lui naar het strand of de zee en nemen natuurlijk een zonnebril mee. Wat ook meegaat zijn oortjes en ondergewaardeerde muziekjes over dat strand, die zee en zonnebrillen om daar (goed ingesmeerd!), aangenaam te kunnen verpozen.
Muzikale snobs kunnen de neiging hebben om zich met name te richten op indie/ alternatieve muziek. Muziek van mannen met gitaren om de nek, bij voorkeur net niet helemaal strak geproduceerd. Muziek over lijden en over pijn en verdriet enzo. Muziek met enkele honderden hits op Spotify, meer dan zat. Dan ben je niet alleen een snob, maar ook nog eens een snob die muziek ontdekt. Hoe gaaf is dat.
Ook ik maak me daar wel eens schuldig aan, begrijp me niet verkeerd. Maar mijn horizon stond wel altijd breder dan dat. In mijn zoektocht naar goede muziek heb ik altijd geleefd volgens het adagium: “Een echte snob haalt voor goede pop zijn (of haar) neus niet op.” Ik durf hier gewoon voor uit te komen: ik ben gek op goede popmuziek. In dat hele ruime spectrum van Goede Popmuziek hebben Britse meidengroepen een speciaal plaatsje in mijn hart. Sugababes, Atomic Kitten, het is voor mij een lust voor het oor.
Binnen die niche heeft All Saints weer een bijzonder plekje. De eerste drie liedjes op hun titelloze plaat uit 1997 zijn alledrie geweldig: Never Ever, als een soort van jaren ’90 Shangri-La. Booty Call. I Know Where It’s At. Wat een goede liedjes. Goed gezongen, fantastisch klinkend, met meer pit en kwaliteit ook dan Spice Girls wat mij betreft. Gewoon kwalitatief echt goede popmuziek. Die vreselijke Under the Bridge-cover heb ik All Saints zelfs vergeven.
De overtreffende trap wat mij betreft was hun Pure Shores, de soundtrack van de film The Beach met DiCaprio. De film heb ik nooit gezien, ik was gek op de door Danny Boyle geregisseerde Shallow Grave, Trainspotting en zelfs A Life Less Ordinary. De recensies over zijn vierde film The Beach waren niet mals dus I couldn’t be bothered. (Dat kwam met latere films wel weer terug trouwens, wat een geweldige regisseur is Boyle. Maar het gaat hier om All Saints).
Pure Shores is geproduceerd door William Orbit, die zich ook al had ontfermd over Ray of Light van Madonna. Hij heeft met dat bijzondere, beetje Massive Attack-achtige, intro een voor mij wat ontheemde sfeer aan het liedje gegeven. Door de muzikale omlijsting klinkt de zin The place where I want to be totaal niet uitnodigend. Maar dat zal misschien ook wel met mijn hekel aan het strand te maken hebben.
Wat zingen oprichtster Melanie Blatt en Shaznay Lewis en de gezusters Nicole en Natalie Appleton geweldig. Wat klinken hun stemmen goed samen. Wat komt de track bij de brug tot een geweldige apotheose:
I move it, I feel it
I’m coming, not drowning I move it, I feel it I’m coming, not drowning
All Saints was een geweldige band. Tussen 1997 en 2001 was de band niet te missen, en toen knalde het door muzikale meningsverschillen of ruzies of wat dan ook uit elkaar. En zo hoort het eigenlijk ook.