Toen ik begon met bloggen voor dit platform, nam ik me voor om niet twee keer in een jaar over één artiest te bloggen. Want ik wilde niet die blogger zijn die niet op kon houden over haar favorieten. Maar ja, favorieten, zijn favorieten om een reden, en de artiesten in kwestie heb ik tot nu toe alleen in battles aan bod laten komen.

Dat Frank Turner ook door snobs ondergewaardeerd wordt, bleek uit het gegeven dat hij afgelopen jaar niet in de Snob 2000 stond. En dat is onterecht, zwaar onterecht. Tijd voor een kleine ode dus.

Voor wie hem niet kent: Frank Turner is een artiest uit het Verenigd Koninkrijk. Hij begon als frontman van de Million Dead, maar halverwege de zeroes ging hij solo. Zelf leerde ik hem kennen door de opmerking van iemand tijdens een concert van een van mijn andere favorieten: Bruce Springsteen.

In 2013 was ik enkele weken alleen in Italië op vakantie, en bezocht ik het concert van Bruce Springsteen in Napels. Daar leerde ik enkele andere Nederlandstalige fans kennen en een van hen zei dat ik eens naar Frank Turner moest luisteren. Compleet iets anders dan Bruce Springsteen, maar verhalen vertellen kunnen ze allebei als de beste en de energie live was volgens haar ook vergelijkbaar.

Ik was niet direct onder de indruk en deed ook weinig met die informatie. Totdat ik later dat jaar las dat een vriendin van mij naar zijn concert ging. Oh ja, Frank Turner. Ik zette het op en baalde direct dat ik dat niet eerder had gedaan, het concert was al begonnen.

Uiteindelijk zag ik Frank Turner pas in 2015 voor het eerst. In totaal zag ik hem zeventien keer live, waarvan vier keer tijdens een van zijn eigen Lost Evenings-festivals, in 2022 in Berlijn. De laatste twee shows die ik zag waren twee weken geleden in Londen. Dat waren show 2999 en show 3000 (ja, hij telt zijn shows en ja, hij geeft echt heel veel liveconcerten). Show 2999 was een acoustisch solo-optreden met slechts 350 man publiek. In het zaaltje waar hij zijn eerste optreden gaf. De volgende dag speelde hij met zijn band The Sleeping Souls Alexandra Palace plat.

Ik weet niet wat de reden is dat ik zoveel van Frank en zijn muziek houd, maar er is geen artiest die een grotere rol in mijn leven speelt. De live-energie, de vrienden die ik er heb leren kennen, zijn liedjes… Tijdens Lost Evenings in Berlijn liep ik op een gegeven met mijn man en een vriendin door de stad en we vroegen ons af wat ons lievelingsliedje van Frank is. Onze conclusie was dat het onmogelijk is om van je lievelingsartiest een lievelingsliedje te kiezen. Want je komt dan altijd op een stuk of vier, vijf liedjes die net zijn als je kinderen: allemaal anders, maar je even lief.

Dat kiezen onmogelijk is, blijkt wel uit het gegeven dat ik deze blog op dit moment aan het herschrijven ben, omdat ik van nummer ben gewisseld. Ik had geschreven over I Knew Prufrock Before He Got Famous, vooral omdat daar een citaat in zit dat zo’n beetje mijn levensmotto is geworden:

 Life is about love, last minutes and lost eveningsAbout fire in our bellies and furtive little feelingsAnd the aching amplitudes that set our needles all a-flickeringAnd help us with remembering that the only thing that’s left to do is liveYeah, the only thing that’s left to do is live

Maar ‘Prufrock’ is wel een heel typisch Frank Turner-liedje, terwijl hij (zeker de laatste jaren) muzikaal gezien zoveel verschillende kanten op is gegaan. En daarom kies ik toch voor iets heel anders, namelijk Somewhere Inbetween, van Turners laatste album Undefeated.

Somewhere Inbetween gaat over het gevoel nooit ergens helemaal bij te horen. Frank Turner is zelf in zijn puberteit naar Eton gestuurd, maar voelde zich behoorlijk ongelukkig in dat elitaire keurslijf. Tijdens vrije weekenden en vakanties ontdekte hij punkrock. Ten tijde van zijn drieduizendste concert vertelde hij dat hij op een gegeven moment in London naar een punkconcert ging, en daar te horen kreeg dat hij als elitaire Eton-leerling niet welkom was. Hij werd daar in elkaar geslagen en dat deed niet alleen lichamelijk pijn, want waar hoorde hij dan wél thuis?

Somewhere Inbetween gaat over het gevoel hebben er niet bij te horen, over zijn imposter syndroom. Turner heeft zelf meerdere malen gezegd tijdens concerten dat het nummer moeilijk was om te schrijven, maar ook moeilijk om live uit te voeren. Ik ben er blij om dat hij dat toch regelmatig doet, want op de een of andere manier is het troostend. Je kan dus een succesvolle artiest zijn (hallo, 3000 shows!) en je nog steeds afvragen waar je thuishoort. Dat maakt mijn eigen imposter sydroom een stuk draaglijker.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.