Festivals zijn geweldig. Festivalcampings zijn verschrikkelijk. Daar ben ik van overtuigd sinds m’n eerste festivalbezoek (Pinkpop 2000) toen ik midden in de nacht werd getrakteerd op buren die het alfabet gingen boeren.
Een paar jaar later was het niet veel beter op Haldern Pop. Toen had ik buren die in de vroege uurtjes van de ochtend op hoog volume muziek gingen draaien. Ik hoorde de dreunende openingsriff van Last Nite van The Strokes door het tentdoek komen, gevolgd door die snerende stem van frontman Julian Casablancas:
Last niiiite, she saiaiaiaid
Gatver. Ik had toch al een hekel aan The Strokes. Hypebandje. Vijf doorgesnoven en net iets te gelikt ogende straatschoffies uit New York die het voorvoegsel ‘straat’ niet verdienden; ze hadden elkaar leren kennen op een poepsjieke Zwitserse privéschool. Rijkeluiskindjes. Tegenwoordig zou je ze nepobaby’s noemen. En hun muziek was bij elkaar geraapt jatwerk: Last Nite was een kopie van American Girl van Tom Petty & The Heartbreakers, zo gaf Casablancas grif toe.
Toch, in 2001 waren The Strokes de juiste band op het juiste moment (met ongetwijfeld de juiste connecties). Eindelijk iets anders dan dat gezemel van Radiohead en al hun navolgers. De muziek op debuutplaat Is This It was niet origineel, maar het was wel de schop onder de kont die de rockmuziek nodig had.
Maanden na dat bezoek aan Haldern Pop werd ik soms nog ‘s nachts wakker met die riff van Last Nite in m’n hoofd. Een riff waarvan ik weet (ik speel sinds een paar jaar gitaar) dat als ik de tab op zoek, de moeilijkheidsgraad staat omschreven als ‘Beginner’. Rauw en rudimentair, net zoals Casablancas’ grote voorbeeld The Velvet Underground.
Een liedje dat zolang in je hoofd blijft zitten kan niet slecht zijn. Misschien hadden de recensenten die The Strokes hadden gehypet gelijk. Ik kocht Is This It; elf verveeld gezongen liedjes die amper de drieminutengrens overschrijden: Someday, Hard To Explain, The Modern Age, New York City Cops.
Maar Last Nite, nota bene het tweede nummer dat Julian Casablancas schreef voor The Strokes, stijgt daar bovenuit. Nog steeds als ik het hoor ben ik terug in Haldern, wakker liggend van de muziek die door m’n tent heen dendert.
Wel een fijne riff.