Zo af en toe wordt hier geblogd over de oergoden; de vintage blues van de katoenplantages, die samen met de country uit de Appalachen aan de basis stond van het fenomeen Elvis (en daarmee van de moderne popmuziek). Dan verschijnt er bijvoorbeeld een bijdrage over het bloedstollende Death Don’t Have No Mercy van de Rev. Gary Davis in de witte stokken-battle. Of wordt Chester Burnett’s huiveringwekkende relaas The Natchez Burnin’ in stelling gebracht (in de battle over de wolf). Afgelopen jaar vroegen we collegablogger Lenny Vullings een ondergewaardeerde genre-battle over blues van het eerste uur te cureren. Niet verrassend werd daar allengs een blik krasse knarren voor opengetrokken, al ontbraken ook bluesmoeders als Ma Rainey en Big Mama Thornton niet in het rijtje.

Tot dusver echter geen spoor op ons platform van natuurkracht Odetta. Met haar unieke, tweeduimige gitaartechniek – ook wel de Odetta strum genoemd – opereerde the original queen of folk op de scheidslijn tussen dat genre en de blues. Een uitzonderlijk laag stemgeluid in combinatie met de  operalessen die ze op jonge leeftijd genoot, verleenden aan haar voordracht grenzeloze zeggingskracht. Blank en zwart wisten niet wat ze overkwam wanneer Odetta er de Apocalyps zelve mee leek aan te roepen. Niet alleen in muzikaal opzicht, maar ook fysiek was ze een indrukwekkende verschijning. Dankzij haar lange postuur, afrokapsel – in de jaren vijftig een gewaagd politiek statement – en stevige persoonlijkheid, groeide zij uit tot favoriet van de burgerrechtenbeweging.

Niet slecht voor het ooit zo verlegen meisje uit Birmingham, Alabama. Zelfs in het zuiden durfde ze in haar eentje op te treden, volgens collegabluesmuzikant Josh White liet zich dat mede verklaren uit haar imposante verschijning (Nobody fucks with Odetta). De carrière van menige grote naam in de muziek nam een cruciale wending nadat ze aan een optreden van Odetta waren blootgesteld. Harry Belafonte verliet het commerciële pad, bekeerde zich tot de oerbron en werd succesvoller dan ooit tevoren. Ze was de heldin van Joan Baez, werd voor de spiegel geïmiteerd door Janis Joplin en van wie dacht je dat Tim Buckley die blues holler afkeek? Wat maar weinig mensen weten: voor Dylan van akoestisch naar elektrische gitaar switchte, deed hij eerst precies het omgekeerde: na het zien van Odetta dus.

Nadat de folk-explosie werd overvleugeld door die van de folkrock, raakte Odetta in de vergetelheid. Zelf kwam ik haar per toeval op het spoor. Ieder jaar rond deze tijd stel ik een Kerst Top 50 samen, vergezeld van een playlist met de titel 49 Ballen & 1 Piek. Het hele jaar door sta ik op de uitkijk voor onontdekte en ondergewaardeerde carols. Soms loop ik daarbij tegen iets aan dat dermate obscuur is, dat Spotify er nog nooit van gehoord heeft. Voor de tour only-release Dark Mark Does Christmas – een alterego van Mark Lanegan – ben ik genoodzaakt uit te wijken naar Odetta’s Christmas Spirituals. Een oplossing tegen wil en dank: zo ongemeen hard als het Kerstverhaal binnenkomt via Virgin Mary Had One Son, verdient het eerlijk gezegd gewoon een plekje op eigen titel.

Vanaf vandaag kun je meeluisteren met een nieuwe editie van 49 Ballen & 1 Piek en trap ik de countdown af op Instagram en Bluesky.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.