We kennen allemaal de hofleveranciers van de Snob 2000 (o.a. Nick Cave, dEUS en Arcade Fire) en die van de Top 2000 (Queen, The Beatles, Pink Floyd). Gek genoeg zijn er ook ook legendarische artiesten die buiten de boot vallen. Daarom in Top noch Snob extra aandacht voor bands, zangeressen en zangers die vorig jaar in géén van de twee lijsten voorkwamen, maar die volgens ons er dit jaar zeker in thuishoren.
Terugkerende ergernissen en hoe daar mee om te gaan. Voorbeeldje: voor je in de rij bij de kassa van de supermarkt staat een persoon die eerst op zijn dooie gemak zijn boodschappen in het winkelwagentje doet, alvorens af te rekenen. Daarna duurt het nog even om op zijn app voor contactloos betalen te vinden en uiteindelijk rijdt hij tergend langzaam weg met zijn wagentje zodat jij eindelijk ook wat ruimte heb om binnen luttele seconden diezelfde handelingen uit te voeren. Op dat soort momenten helpt het om in gedachten een mantra te reciteren. Uit een vroegere, zweverige levensfase heb ik de mantra Om mani padme hum overgehouden, wat om een of andere reden goed lijkt te werken. Avalokitesvara is mij blijkbaar welgezind.
Een andere mantra die het leuk doet heb ik geleerd in de jaren negentig: Govinda Jaya Jaya, Gopala Jaya Jay, Radha-ramanahari, Govinda Jaya Jaya. Zweverig? Jazeker! Het wordt al sinds de jaren zeventig enthousiast gezongen door aanhangers van Hare Krishna, bovendien opende en eindigde George Harrison (veruit het meest Vaishanavistische lid van The Beatles) zijn album The Radha Krsna Temple ermee. Zesentwintig jaar na Harrison maakte de band Kula Shaker er eveneens een nummer van en zette het op het briljante album K.
Nu is frontman Crispian Mills van Kula Shaker nogal fan van de band waar George in zat, dus het zou heel goed kunnen dat Mills leenbuurtje heeft gespeeld. Zelf heeft Mills natuurlijk een ander verhaal. Reeds in zijn vroege jeugd las hij de Mahabharata (een Indisch filosofisch epos) en raakte in de ban van de rijke spirituele traditie uit India. Geheel volgens het Hare Krishna leersysteem nam hij zelfs een andere naam aan: Krishna Kantha Das. Het ontstaan van het nummer Govinda zou een gevolg zijn van zijn fascinatie. Uit pure improvisatie met traditionele Indiase instrumenten (en wellicht door ingrijpen van Vishnu zelf) werd een mantra omgetoverd tot een erg lekker nummer, volledig gezongen in het Sanskriet. Dat laatste is uniek. Het nummer Govinda is het enige Top 10-hit in de Britse lijsten dat volledig in die taal werd gezongen. Nu weet ik het niet zeker, maar ik gok dat er in Nederland überhaupt geen nummer ooit in de Top 40 is doorgedrongen dat in zijn geheel in een uitgestorven taal is gezongen.
Govinda is een ode aan Hare Krishna, een van de hoofdrolspelers in de Mahabharata, de Bhagavad Gita en de Bhagavata Purana. Krishna wordt gezien als een incarnatie van de god Vishnu en werd zelf door zijn daden een vergoddelijkte held. In het nummer komen de vele namen van Krishna voorbij: Govinda (de heilige koeherder), Gopala (beschermer van koeien), Radha Ramana (Krishna, de geliefde van Radha), Hari (Krisha/Vishnu) en Narasingha Deva (half man, half leeuw en andere incarnatie van Vishnu). Het steeds terugkerende ‘jaya’ kan enigszins worden vertaald als ‘glorie’.
Afgelopen jaar mocht ik opnieuw Kula Shaker in een goed gevuld Paradiso aanschouwen en het was weer een erg bijzonder moment om een hele zaal een nummer geheel in het Sanskriet mee te horen zingen. Hetzelfde gebeurde bij Tattva, hoewel dat nummer voor het grootste deel gewoon in het Engels wordt gezongen.