65 jaar geleden verscheen Kom Van Dat Dak Af van Peter Koelewijn. De start van de Nederlandstalige rock- en popmuziek. In al die jaren is veel prachtige Nederlandstalige muziek verschenen. De bloggers van Ondergewaardeerde Liedjes kiezen deze zomer de in hun oren mooiste en meest ondergewaardeerde Nederlandstalige liedjes uit die 65 jaar.
In een overzicht van de Nederlandse popmuziek mag Herman Brood (1946-2001) niet ontbreken. Hoewel de tragisch uit het leven gestapte rockzanger vooral beroemd is geworden met Engelstalig werk (Saturday Night, Sleepin’ Bird), heeft hij ook een persoonlijke en excentrieke stempel gedrukt op het Nederlandstalige genre.
Befaamd is Broods duet Als Je Wint (1984) met Henny Vrienten. Ongetwijfeld gezongen onder invloed, maar daardoor juist heerlijk schaamteloos en rauw. Een popliedje dat tegelijk heel erg rock ‘n’ roll is, zoals je dat van Brood verwacht. Een vreemde eend in de bijt van ‘s mans oeuvre zijn de carnavalsliedjes samen met De Breedbekkikkers, waar ook Sjef van Oekel nog ten tonele verscheen. Ondanks alle malligheid leverde diezelfde gelegenheidsformatie ook een Nederlandstalig popliedje op dat uitblinkt door de directe en tegelijk ook poëtische tekst: Hou Kontakt.
Brood had indertijd een lotgenoot gevonden in schrijver, dichter en voordrachtskunstenaar Johnny (‘the Selfkicker’) van Doorn, die zichzelf onder invloed van drugs helemaal kon verliezen in zijn eigen performances. Brood bewerkte het korte verhaal Hou Contact uit Van Doorns verhalenbundel Mijn Kleine Hersentjes (1972) tot een rocksong met gelijknamige titel, afgezien van de afwijkende schrijfwijze. Het is een ontroerende en geestige tekst over het bezoek van Van Doorns moeder aan haar zoon in Amsterdam, nadat ze in het verre Arnhem de vreselijkste verhalen heeft gehoord over een in Amsterdam volledig ontspoorde Selfkicker. Een verhaal dat ook naadloos past bij Brood.
Je vader en ik maken zich ernstige zorgen
Oh nee moeder, ik heb toch mijn verstand
Ze bedoelde het zo goed
Dat was nou juist zo touchant
Ik geniet telkens weer van de door Brood bijna naïef bezongen dialoog tussen moeder en zoon. Hij had de charme van een kwajongen en dat hoor je met name terug in zijn Nederlandstalige werk. Dat werd nog versterkt door de optredens waarbij alle bandleden een kikkermasker droegen. Vanwege de eenmalige samenwerking met Johnny the Selfkicker had de band zich trouwens voor de gelegenheid omgedoopt tot De Breedbekkickers, Een typisch Broodiaanse inside-joke. Wat is het toch godvergeten klote dat deze paradijsvogel er niet meer is.