65 jaar geleden verscheen Kom Van Dat Dak Af van Peter Koelewijn. De start van de Nederlandstalige rock- en popmuziek. In al die jaren is veel prachtige Nederlandstalige muziek verschenen. De bloggers van Ondergewaardeerde Liedjes kiezen deze zomer de in hun oren mooiste en meest ondergewaardeerde Nederlandstalige liedjes uit die 65 jaar.
In de tweede helft van de jaren 90 had ik naast mijn studie een bijbaantje bij Free Record Shop. Op dooie momenten namen mijn collega Roel en ik de vrijheid om een plaatje op te zetten. Als je geluk had, schalde de Pixies door ons winkeltje op de Utrechtse Oudegracht (Tààààme!) of kon je je laven aan de cosmic country van Gram Parsons. In principe bepaalde echter de filiaalhouder de muzikale koers. Circa 1997-’98 bestond het dieet op koopavond uit de laatste TMF Hitzone, op zaterdag afgewisseld met Borsato. Bløf, De Kast, Volumia en Acda & De Munnik kwamen in die tijd op en hun oeuvre werd gebrandschat voor verzamelaars met titels als (kwijl) Pop en Prachtig en Nieuw Nederlands Peil. De vaderlandse muziekpers sprak in die dagen van een renaissance van de nederpop van begin jaren 80.
Nu vonden wij dat echt wel andere koek; waar bovengenoemde artiesten uitblonken in (ahum) ernst en tegen kleinkunst aanleunend geneuzel, ging het er in de jaren van Doe Maar, Het Goede Doel en Toontje Lager een stuk frivoler aan toe. Een uitzondering als Over De Muur of Heroïne daargelaten, betrof het vooral laaghangend fruit in de vorm van tienerliefde (Stiekem Gedanst) en -leed (Vriendschap). In de teksten was knulligheid troef, maar dat deerde niet: als tienjarige zong ik ze toch wel uit volle borst mee (ja, ook Heroïne). Mijn vader leende de LPs van Doe Maar van een buurmeisje en zette ze op bandjes voor bij mijn eerste Walkman. Ik kan ze nog altijd dromen, inclusief de tik in Belle Hélène en het moment waarop de tape op raakt nog voordat de plaatkant ten einde is.
Begin jaren 90 waren ook die klassiekers al eens aan een verzamelaar toevertrouwd (Pop In Je Moerstaal), maar op dat moment was ik bezig mijn muzikale blik te verruimen. Per toeval stuitte ik bij kringloopwinkel de ARM in Utrecht op een plaat, die ik niet anders zou kunnen omschrijven dan Nederpop ground zero: Uitholling Overdwars. In 1979 samengesteld door de Stichting Popmuziek Nederland, uit wat in mijn oren klinkt als huis-, tuin- en keukenvlijt. Niet van de eerste de beste overigens: hier zijn de oerbeginselen te vinden van Toontje lager (zonder Erik Mesie) en Doe Maar (zonder Henny Vrienten), zij-aan-zij met nederpunkdemo’s van Ivy Green, Braak en Tedje en de Flikkers. In plaats van tienerleed, wisselen puberale ongein en maatschappijkritiek elkaar af.
Eén nummer voelt echter als een vreemde eend in de bijt: de hommage Aage M van Jong Oranje. Over de meesterkraker, die met zijn thermische lans de schrik vormde van iedere bankdirecteur. Een Clash-achtig gitaar-intro, een onheilspellend orgel en de in die jaren onvermijdelijke saxofoonsolo: op grootse wijze bezingt Jong Oranje de heroïek en tragiek van de crimineel c.q. volksheld. Stelen deed M. alleen van de rijken en hij was wars van geweld. In 1973 verdween hij achter de tralies, na zijn vervroegde vrijlating schreef hij een boek en was te gast bij Willem Duys voor dit hilarische interview). Zelf deed hij ook nog een gooi naar de Top 40, maar laten we die plek bij de 65 meest ondergewaardeerde Nederlandstalige klassiekers gunnen aan het onvolprezen Jong Oranje.