65 jaar geleden verscheen Kom Van Dat Dak Af van Peter Koelewijn. De start van de Nederlandstalige rock- en popmuziek. In al die jaren is veel prachtige Nederlandstalige muziek verschenen. De bloggers van Ondergewaardeerde Liedjes kiezen deze zomer de in hun oren mooiste en meest ondergewaardeerde Nederlandstalige liedjes uit die 65 jaar.
U kent het wel, van die door drank gecreëerde gaten in je geheugen. Zo kan ik mij vaag een concert (festival?) herinneren op de oude locatie van het Alkmaarse poppodium Victorie. Of Atlantis voor de insiders. Er stond een enorm gebouw op het podium waarvoor ik van tevoren al gewaarschuwd was: ‘dat is Dikke Dennis. Dennis is zó dik, dat een tattoo die op zijn buik staat, alleen van de zijkant te zien is. O ja, Dennis doet dingen anders dan andere mensen’.
Dat laatste bleek een understatement. Bierflesjes werden gekopt, broeken gingen naar beneden, microfoons werden opgegeten en als klap op de vuurpijl ging Dennis crowdsurfend heen en weer naar de bar om een pilsje te scoren. Niet dat er een enorme crowd aanwezig was: er waren zo’n 50 personen in het zaaltje waarvan een man of zes de pech hadden vooraan bij het podium te staan toen Dennis besloot het publiek in te duiken. Diezelfde zes kregen een tijdelijk aanstelling als medewerker van exceptioneel vervoer. Het amusementsgehalte kreeg onmiddellijk een 9,5 van mij (tienen deel ik niet uit), want de combinatie speedrock/cabaret beviel mij wel. Het was tevens de eerste keer dat ik een Nederlandstalige variant hoorde van Motörheads Ace of Spades: Schoppenaas, een vinding van Peter Pan Speedrock en Dikke Dennis. Ik had pijn in mijn kaken van het lachen. Saillant detail is dat een (inmiddels overleden) maat van mij dit allemaal niet meekreeg; hij stond tijdens dit ultieme herrie-concert te slapen tegen een zuil in het midden van de zaal. Sommige mensen lukt dat.
Enige tijd later was Dennis in stronken overmoed zo handig om zich te laten boeken voor een festival in Gelderland. Het zou zomaar Rosrock geweest kunnen zijn. Probleempje; hij had geen begeleiding. Eeuwige hoon bleef hem bespaard dankzij de leden van Del Toros, een zeer prettige surfrockpunkdingesband uit Alkmaar, die het muzikale gedeelte op zich zouden nemen. Naar mijn weten (ik kan ernaast zitten) was dat zo ongeveer de geboorte van de hedendaagse cultband Dikke Dennis & De Røckers: Guido op gitaar (tegenwoordig vervangen door Dmitri), Sicco speelt de bas, Tony op de trommels (dixit J. de Boom) en Dennis als vuilbekkende microfoonmishandelaar. Een geweldige combinatie die liefde op het eerste gezicht moet zijn geweest. In 2020 verscheen het singletje Prehistorisch Beest, een van de nummers waar wel iets autobiografisch van Dennis in te ontdekken valt. Interessant was ook de B-kant: Geen Reet Te Doen.
Zoals je al kan opmaken uit de titel is dit een cover van de Dead Boys. U weet wel; een vrij gestoorde band uit Ohio die meesurfde op de eerste punkgolf. Figuren waar onder normale omstandigheden geen land mee te bezeilen is en (dus) een uitstekende kandidaat om gecoverd te worden door Neerlands meest chaotische punkband. Slechts de band Overkill ging Dennis & de Røckers hierin voor.
Naar mijn bescheiden mening past dit nummer veel beter bij de Amsterdams/Alkmaarse mannen dan bij de jongens uit Cleveland. De reden? De pure rauwheid die eerstgenoemden ervan maken. Een eigenschap die blijkbaar veel beter naar voren komt in het Nederlands dan in het simplified English dat het Amerikaans toch eigenlijk wel is. Gezien de songtekst en de datum van uitkomst zou je Geen Reet Te Doen overigens prima kunnen zien als hét Coronalied.