De stembussen van de Snob 2000 zijn gesloten, de bekendmaking is nabij. In deze tussenperiode lichten we onze eigen favorieten uit. Welke liedjes zouden heel hoog mogen eindigen volgens de bloggers van Ondergewaardeerde Liedjes?
Soms ontstaan kleine wonderen in de kunst en een daarvan is het album The Shape Of Punk To Come: A Chimerical Bombination In 12 Bursts van de band Refused uit 1998. Dit is het derde album van de band uit het Noord-Zweedse Umeå. De eerste twee albums zijn in het punk/hardcore genre best oké. Een beetje rechttoe rechtaan wellicht en opgenomen begin jaren 90 met weinig budget (en dat hoor je ook wel). Uitgebracht door het Zweedse Burning Heart Records, thuis van andere bekende Zweedse punk en hardcore bands als Millencolin, Satanic Surfers, 59 Times The Pain en No Fun At All.
Maar dat derde album is anders: de productie is bizar goed, de band gebruikt samples (synths, fragmenten uit films, dat soort dingen), klassieke snaarinstrumenten, jazzy drumfills en is daarmee alles behalve standaard punkrock of hardcore. Dus geen vier akkoorden en dan raggen zeg maar. Vergelijk het met een tegelzetter die ineens De Denker beeldhouwt. Of een voetballer uit de Keukenkampioen Divisie die ineens op het WK topscorer wordt met magistrale doelpunten. Of om meer in muziek metaforen te denken: André Hazes Junior die op een namiddag Sgt. Pepper’s componeert.
Het album is eigenlijk een aanklacht tegen de punk en hardcore scene zelf. Het ageerde als een soort conceptalbum tegen het idee dat als je avant-garde, tegendraads en anti-establishment wilde zijn, je niet tegelijkertijd kon hebben dat je underground scene groot werd en mainstream werd. Iets wat in de jaren 90 wel het geval leek te worden met bands als Greenday, Dog Dat Dog, Blink 182 die de overstap maakten van clubs naar hoofdpodia en stadions. En natuurlijk is de titel van het album ook een verwijzing naar Ornette Coleman’s Shape of Jazz To Come, waar ook rijkelijk geëxperimenteerd werd met thema’s en herhalingen en wat mede aan de wieg stond van avant-gardistische jazz artiesten.
Met dit album is punk als filosofie niet overboord gegooid, maar wel herijkt en herschreven. En dat komt allemaal vooral terug in dit ijzersterke nummer, waarin het ageren tegen de bovenstroom tot uiting komt in wat de band ‘the new beat’ noemt. Door middel van spoken word, samples, breaks en een aanstekelijke riff roepen zij op voor de noodzaak van een new noise oftewel New art for the real people!. Afgelopen jaar heb je dit nummer overigens ook terug kunnen horen komen in het tweede seizoen van de (eveneens ijzersterke) serie The Bear.
Heeft het daarmee een avant-gardistische onderstroom in de punk en hardcore scene gecreëerd? Dat denk ik niet, maar zeker dit album is inmiddels erg gewaardeerd geraakt. Artiesten als Antrax en ook Steve Aoki hebben de band en het nummer bejubeld en gecoverd en als je Enter Shikari kent, heb je bij het luisteren van dit album een sterke indicatie waar Abraham de mosterd vandaan heeft gehaald. Grensverleggers krijgen vaak postuum pas echt de credits voor hun grootsheid in de kunsten. Denk aan Van Gogh, Kafka, Wilde, Vermeer. Gelukkig leven de bandleden nog en hebben ze ook veel credits gekregen voor dit werk, maar eerlijk is eerlijk, het album heeft mij toch ook zeker twee decennia niet zoveel gedaan. Maar beklijven deed het uiteindelijk. Om in de terminologie van grote filosofen te blijven: soms ga je het pas zien als je het door hebt. Ik heb het nu door en ja, wat een album, wat een track.