Gabriels. Wat moet ik ermee?
Als Gabriels werkelijk overal wordt omschreven als the next best thing, dé plaat van het jaar, de grote nieuwe doorbraak in de soulmuziek, de toekomst van muziek, dan volgen daar verwachtingen uit. Dat je met vingers tintelend van opwinding nauwelijks de streamingdiensten kunt aanklikken van de spanning. Dit gaat hem worden. Kom maar op. Overdonder me maar.
En dan valt de eerste beluistering van de gehele plaat gewoon niet mee. Het is mij gewoon teveel. Te overdadig. Te orkestraal. Teveel Gregory Porter, waarvan de adoratie van veel muziekliefhebbers mij enigszins jaloers maakt maar die ik ook niet helemaal voel. Waar bij velen Angels & Queens dé plaat voor 2023 is, geldt dat voor mij niet. Teleurstelling. Waarom wordt iedereen opgetild door deze muziek? Mis ik iets? Waarom hoor ik het kennelijke geniale, het blijkbaar briljante, er niet aan af?
Inmiddels ben ik er achter. Voor mij is dit het recept: ik moet Gabriels in bescheiden partjes tot mij nemen. Niet de hele pot stroop in één keer uitlepelen, maar consumptie met kleine mespuntjes. Met mate. Eén liedje en dan gewoon even wat anders. Op die manier is de suikerlaag mij niet te dik. Eén part van een meringuetaart is heerlijk, van drie taartpunten word ik misselijk. Weet ik uit ervaring. Zo is het voor mij met Gabriels ook.
Eén liedje Gabriels is zoet, overdadig, orkestraal, maar omdat het één liedje is, ontvouwt de schoonheid zich. Zoals in dit Love and Hate in a Different Time, opgenomen bij Jools Holland. De zuiverheid van de stem van zanger Jacob Lusk dringt dan binnen; een stem die wat doet denken aan Ceelo Green. De violen, de handklapjes, de achtergrondkoortjes, het past allemaal precies. Het zwiert, het overdondert, de muziek van Gabriels is dan opeens van een grote schoonheid.
Maar, voor mij, wel te consumeren met mate.