Ondergewaardeerde Liedjes gaat deze zomer op wereldreis. 31 dagen, 31 verschillende landen, 31 geweldige liedjes. Dompel je de hele maand juli onder in prachtmuziek uit de hele wereld.
Vanaf 1980 hadden een voetbalmaat en ik besloten dat we eens in de zoveel tijd een muziekavond zouden hebben. Drankje erbij en ouwehoeren over muziek en onze reizen, want beiden waren vaak in het buitenland en fervente kopers van singletjes in den vreemde als een soort herinnering aan de reis. Ouwehoeren ging mijn voetbalvriend goed af (veel beter dan voetballen) en hij had de gave een taal als een spons op te zuigen waardoor hij na een week al een flink woordje mee kon praten. Jaloersmakend. Afijn, van alles lag dan klaar; de enige regel was dat het niet Engelstalig mocht zijn.
In dat jaar was ik (mede vanwege werk) in Japan, de Filippijnen, Zuid-Afrika, de Nederlandse Antillen, Duitsland, Oostenrijk, Noorwegen en Italië geweest. Rome om precies te zijn. Met mijn reisgenoot waren we in een Italiaanse koffiebar terechtgekomen. Ik had niet verbaasd moeten zijn, maar de lokale inboorlingen rekenden aanzienlijk minder af voor hetzelfde. De discussie leidde natuurlijk tot niets, want er was geen verschil. Iedereen betaalde hetzelfde. Natuurlijk. Het was ook al niet de eerste keer die dag dat we dit Italiaanse fenomeen aantroffen. Drie jaar later zou Toontje Lager er een liedje over zingen: Zoveel Te Doen. Ik heb nog zoveel te doen. Ik moet nog eens wat jatten van een Italiaan. En dat bleek die avond wonderwel te lukken. In het restaurant waar wij neergestreken waren was de muur vol van buitenlandse bankbiljetten. Ook een geeltje (ƒ 25) uit Nederland en dus pakte ik een joetje (ƒ 10) uit mijn flap en ‘ruilde’ die. De ober had echter gezien dat ik dat deed en kwam op mij af en vroeg wat ik gedaan had. Gewisseld, zei ik. Jij gebruikt het toch niet. Dat mocht niet (duh) en ik moest het terugplaatsen. Oké, zuchtte ik en pakte mijn geldbuidel en pakte een bassie (= ƒ 5) en plakte die in plaats van het joetje op de muur. Triomfantelijk liep de ober terug. Wij moesten ons best doen om niet in lachen uit te barsten. Een dingetje minder op de bucketlist.
De volgende dag moest ik natuurlijk even langs een platenzaak en daar kocht ik Non So Che Darei en Tu Sei L’Unica Donna Per Me (Alan Sorrenti), Il Carrozzone (Renato Zero) en de hits van een jaar eerder Gianna (Rino Gaetano), Tu (Umberto Tozzi) en Ricominciamo van Adriano Pappalardo. Met name de laatste sprong eruit omdat in de regel de Italiaanse zangers met een kopstem zingen en Pappalardo een stem als schuurpapier had. Zijn eerste hitje had hij in 1971, maar Ricominciamo zou zijn enige grote blijken te zijn. Halverwege de tachtiger jaren besluit hij te gaan acteren en met redelijk succes als boef en gangster.
Ricominciamo betekent zoveel als ‘laten we opnieuw beginnen’. Ik zou best willen, want zoveel dingen heb ik namelijk niet meer op de bucketlist staan. De reis bleek oneindig veel leuker en interessanter dan het bereiken van het doel.