Drie jaar geleden blogde ik op dit onvolprezen platform over Groundhogs, een onbekend, maar zeker niet onbemind Bluesrocktrio uit Londen. Veel collega-bloggers zei het niets en dat is ook het mooie van ons medium, dat je als lezer én schrijver telkens weer verborgen, soms al lang bestaande bands of soloartiesten leert kennen en vervolgens leert waarderen. Alsof je een digitaal juwelenkistje vol met muzikale parels doorzoekt en telkens weer wat moois vindt. Groundhogs bijvoorbeeld.
Van die band overleed meestergitarist Tony McPhee op dinsdag 6 juni op 79-jarige leeftijd. Hij had al een aantal jaren een broze gezondheid na een herseninfarct in 2009. Vorig jaar viel hij van de trap en die is hij niet meer te boven gekomen. McPhee, uit 1944, was na de skiffle al vroeg verslingerd aan de blues. Zijn broer bracht Amerikaanse import mee naar huis. Toen hij niet veel later Cyril Davies zag in de Londense Marquee, een van de eerste Britse bluesmuzikanten, wist hij ook: This I’ll do.
Zijn eerste groep was The Seneschals, een instrumentaal gezelschap met Tony al op leadgitaar. Hij maakte vervolgens de overstap naar een ander bandje, dat in’62 was begonnen als The Dollar Bills. Op McPhee’s suggestie veranderden zij de naam in Groundhogs, naar het lied Groundhog’s Blues van John Lee Hooker, de beroemde zwarte Bluesmuzikant die zij in 1964 ook begeleidden bij zijn tour, tijdelijk onder de naam John Lee’s Groundhogs.
Een eerste album van Groundhogs verscheen in 1968 en velen zouden volgen. Ook bracht Tony meerdere soloalbums uit, waarvan de laatste, Blues At Ten, in 2004. Begin jaren ’70 was de band het meest succesvol. Een drietal albums bereikt dan de Britse Top 10: Thank Christ For The Bomb, Split en Who Will Save the World. Het meest memorabele album is Split uit 1971. Zeg je Groundhogs, dan zeg je volgens de echte fans, Split. Volgens Tony zo genoemd nadat hij een jaar eerder een paniekaanval had gehad.
McPhee is hier helaas een vrijwel onbekend gebleven gitarist die eigenlijk in het rijtje van de Groten thuishoort van dezelfde generatie: Jimmy Page, Jeff Beck, Eric Clapton en Peter Green. Allen ook begonnen met en geïnspireerd door de Blues. Eigenlijk zou je integraal naar Split moeten luisteren, maar begin bij het begin, Split Part I. Het is een lekker stevige binnenkomer, alvorens hij verderop op het album intuïtief a la Jimi Hendrix tekeergaat op zijn Strat en deze, al dan niet met een handzaag, in tweeën lijkt te splitsen. Thanks Christ, for Tony, en Thanks Tony, voor je schitterende spel.