Molly en Bettie konden wel door een deur. Wanneer ik ze exact samen zag, en waar, dat weet ik niet meer precies. Maar ik weet toch wel zeker dat ik ze samen heb zien spelen. Het zal ergens eind jaren negentig zijn geweest. De Vlaamse band Metal Molly stond in het voorprogramma, en dat was een fijn en hard optreden. Bettie Serveert was uiteraard de hoofddis. En daar was – en is – allicht niks mee mis. Bettie Serveert is al jaren een grote band natuurlijk. Maar het leuke van Metal Molly is dat, ondanks dat de band relatief kort heeft bestaan, het ook nog steeds veel indierockfans weet aan te spreken. Het Metal Molly-nummer Orange uit 1995 is namelijk een cultklassieker geworden, en ook een graag geziene gast in de Snob 2000 bijvoorbeeld.
In het jaar 2000 hield Metal Molly op te bestaan. Maar de band met de Betties was reeds gesmeed, en niet zonder gevolgen. Opvallen feit is dat drummer Gino Geudens zelfs een tijdje heeft meegespeeld bij Bettie Serveert. Maar het was vooral ook Molly-bassist Pascal Deweze die voor de diehard Bettie-fans een heel bekende naam werd uiteindelijk. Hij was het die samen met Carol van Dijk met de band Chitlin’ Fooks begon. Deze kletsende dwazen brachten in 2001 en 2002 twee albums uit. Het genre? Countryblues! Dat was weer even wat anders, maar niet onsuccesvol. Mocht je ergens nog de beide albums op de kop kunnen tikken, is dat zeker de moeite. Ik draai deze muziek nog regelmatig met plezier, en ik denk met veel genoegen terug aan het mooie optreden dat ik van ze zag in Leeuwarden in Zaal Schaaf.
Tegelijk met Chitlin’ Fooks echter begon Deweze ook met zijn eigen muziekproject, met de naam Sukilove. Uiteraard was ik van begin af aan erg geïnteresseerd. Op mijn exemplaar van Sukilove’s debuutalbum uit 2002 zit nog steeds een stickertje van de Plato-winkel, luistert(r)ip staat erop. Een aanbeveling die ik bij de aanschaf niet echt meer nodig had. Maar de omschrijving klopt in ieder geval wel. Twintig jaar oud is het inmiddels, maar het verveelt niet. Het album wordt gekenmerkt door zeer goed songwriterschap. De nummers zijn ijzersterk, tijdloos, toegankelijk, en het klinkt nergens gladjes. Als voorbeeld wordt hierbij het excellente nummer As Long As I Survive Tonight gepresenteerd (terecht als single uitgebracht), maar het is dus lang niet de enige parel van dit album.
Muzikaal gezien werd Sukilove uiteindelijk bepaald geen one-trick pony. Opvolger You Kill Me was al meer groove-georiënteerd en wat zwaarder en donkerder. Al met al was het nog wel een killer van een gitaarplaat, maar de toegankelijkheid was een stuk teruggeschroefd. De albums daarna namen steeds meer afstand van het geluid waar het oorspronkelijk mee begon. Uiteindelijk begon Sukilove als een experimentele artrock band te klinken, geheel anders, maar zeker fascinerend. Na 2013 is er helaas geen nieuw Sukilove materiaal uitgekomen en ik moet bekennen dat ik daarna Pascal Deweze wat uit het oog en oor ben verloren. Ik ontdek nu dat hij vooral onder andere actief is als producer, en als muzikant nog te horen is op albums van andere artiesten, zoals Maaike Ouboter. Maar hij heeft ook nog onder zijn eigen naam plaatwerk uitgebracht. Het is wellicht zeer de moeite om dat ook nog eens te gaan beluisteren. Gezien zijn fascinerende veelzijdigheid is dat vast en zeker ook een interessante luistert(r)ip.