Het zal veel lezers van dit blog niet ontgaan zijn: de hernieuwde populariteit van Kate Bush afgelopen jaar, dankzij het opduiken van haar hit Running Up That Hill in de hitserie Stranger Things (en aansluitend het viral gaan hiervan op Tik Tok). Collega-bloggers met inpandig puberende kroost zullen mogelijk net als ik verbaast hebben staan luisteren aan de trap, naar uit volle borst meezingende huisgenoten onder de douche. Terecht dat we aan la Bush recent een ondergewaardeerde playlist ophingen, al bracht het bijdragen hieraan èn aan de podcast voor mij wat dilemma’s met zich mee.
Om deel te nemen aan de podcast wordt je geacht vooraf aantekeningen te maken, in de uitzending wordt dan ter plekke besloten wie waar over vertelt. Hoewel ik alle ruimte kreeg om The Dreaming (1982) te bewieroken – het album waarop Kate voor het eerst zelf de teugels in handen nam en een weergaloos muzikaal avontuur klaarspeelde – bedacht ik achteraf dat ik daarover nog veel meer had willen vertellen. Bijvoorbeeld over de fantastische video’s bij maar liefst vier singles en dat dit album de weg bereidde voor de briljante opvolger Hounds Of Love uit 1985 (met daarop Running Up That Hill).
Ook de vooraf gecommuniceerde blacklist – nummers die in de Top 2000 staan zijn uitgesloten van deelname, alsmede de tien meest gedraaide nummers op Spotify (immers: niet ondergewaardeerd genoeg) – zorgde bij mij voor wat consternatie. Cloudbusting zag ik van verre aankomen, maar het titelnummer?! Dat was in Nederland niet eens een hit geweest – in Engeland haalde het net de Top 20. Een van mijn grote Bush-favorieten, met als video zo’n heerlijk gescript toneelstukje, waarop ze vooral in de jaren ’80 patent leken te hebben. Geïnspireerd door Hitchcock’s The 39 Steps (1935), al bespeur ik er zelf ook wat Lynchiaanse trekjes in.
In 2005 bereikte een geweldige coverversie door de Engelse Futureheads er zelfs een hogere notering mee in de Britse hitlijsten: #8. Geïnspireerd door de postpunk uit de vroege jaren ’80 surfte dit bandje mee op dezelfde golf als Interpol, Franz Ferdinand en Bloc Party. Eén van de leukste concerten die ik dat jaar zag op het kleinste podium van Lowlands en een debuut dat wat mij betreft niet onder deed voor dat van genoemde collega’s. De hand van Gang Of Four’s-gitarist Andy Gill was hoorbaar aanwezig in de helft van de nummers die hij produceerde, doch niet op Hounds Of Love.
Daarvoor tekende ene Paul Epworth, die ook verantwoordelijk was voor de fantastische eerste singles van Bloc Party en Maxïmo Park. Hoe komt het toch dat geen van die bandjes erin slaagde mijn aandacht langer vast te houden dan één album? In mijn beleving kwamen ze geen van allen ooit het moeilijke, tweede album-syndroom te boven. Als je dat tegen me gezegd zou hebben over The Futureheads ten tijde van die geniale Kate Bush-cover, had ik je vol ongeloof aangekeken. Meer dan bij The Strokes in 2002 was ik in 2004 overtuigd van de aanstaande wederopstanding van (post)punk.
Dat had ik allemaal niet op eigen kracht ontdekt; studiegenoot Mirjam stelde mij destijds bloot aan een hele reeks mp3’s met albums van die nieuwkomers (in ruil waarvoor ik haar trakteerde op een bloemlezing postpunk uit mijn platencollectie). Met haar stond ik te springen voor het Charlie-podium en ‘huilde’ mee met de Hounds Of Love in het bos. Daar gaven The Futureheads zelf alle aanleiding toe, kijk maar eens terug naar de videoclip: Zittend op de takken van een boom, lijken de heren elkaar in canon toe te ‘blaffen’. Een referentie aan de bos-scènes uit Bush’ eigen video en het audiofragment uit de Britse horrorklassieker Night of the Demon (1957): It’s in the trees, it’s coming!