Het is vandaag Tweede Paasdag. Het woord Pasen komt van het woord Pesach, een Joods feest dat het einde van de Joodse slavernij en de uittocht uit Egypte viert. Behalve dat beide feesten aan elkaar gelinkt zijn en op hetzelfde moment plaats vinden, gaat aan beide verhalen pijn en marteling vooraf. Voordat het Joodse volk uit Egypte kon vertrekken, hadden de Egyptenaren tien plagen over zich heen gekregen, met veel dood en verderf als gevolg. En voorafgaande aan Pasen vindt het bekendste martelverhaal plaats, namelijk de kruisiging van Jezus.
Vandaag een battle vol met pijn en marteling. Het is hopelijk niet ter inspiratie, maar muzikaal gezien geeft het thema wel de nodige inspiratie.
Keuze Lenny Vullings: Elmore James – It Hurts Me Too (1957)
Gedeelde pijn is dubbele pijn
Pijn is een gevoel wat meermaals via de muziek de oren en harten van de mens heeft geroerd, en er zijn weinig genres die zich dit gevoel zo eigen hebben gemaakt als de Blues. Blueslegende Elmore James nam een versie van deze klassieker op in 1957 en de pijn is voelbaar.
De grootste pijn is de emotionele, en de grootste emotionele pijn is pijn die voortkomt uit liefde. De angst, de machteloosheid, en het pure verdriet maken samen een ervaring die woorden alleen zelden kunnen beschrijven. Gelukkig is er de muziek om ons te helpen, en gelukkig is er de slidegitaar: geen enkel instrument kan huilen als een slidegitaar, en wanneer je een meester als Elmore James erop los laat gaan dan weet je dat de gitaar het snot voor de ogen gaat huilen. James laat de snaren hysterisch snikken op dezelfde melodie als zijn door pure pijn getergde woorden: hij houdt van een vrouw, die van een ander houdt, die weer van een ander houdt, en daardoor doet het haar zeer, waardoor James op zijn beurt weer pijn heeft. Het nummer – origineel opgenomen door Tampa Red, een andere legende – rouwt over onbeantwoorde relaties die in een kettingreactie meerdere harten breekt, of zoals wordt gezongen:
When things go wrong, go wrong with you
It hurts me too
Ik weet nog goed toen ik voor het eerst dit nummer hoorde. Ik had op de gok een LP hiervan gekocht toen ik zeventien of achttien was en bij dit nummer stond ik aan de grond genageld. De slidegitaar en (waanzinnige!) piano roerden me tot op het bot, en de trillende kracht van de zang gooide mijn mond open van verbazing. Het was een herinnering aan hoe geweldig muziek emotie kan dragen en vertellen, en een overeenkomst tussen mij en de Chicago Blues waarin werd afgesproken dat ik voor eeuwig van deze muziek zou houden. Tot op de dag van vandaag is dat één van de mooiste herinneringen die ik heb aan muziek: mijn ogen werden geopend, en mijn hart werd gebroken.
Keuze Annemarie Broek: Timi Yuro – Hurt (1961)
Het mirakel van de lage vrouwenstem
Als in 1961 het nummer Hurt van ene Timi Yuro door de radio klinkt zijn de speculaties niet van de lucht. Kan een vrouw wel zo laag zingen? En is Timi Yuro wel een vrouw? Anno 2022 weten we dat er meer keuzes zijn dan enkel tussen man en vrouw. En er zijn na Timi Yuro genoeg dames geweest met een diepe stem; denk aan Helen Shapiro, Alison Moyet, Tanika Tikaram en natuurlijk Nina Simone. Maar destijds keken we wel vreemd op van zo’n diep zingende damesstem.
Bovendien hadden wij in 1961 ook nog het idee dat Timi Yuro een zingende Japanse was. Maar nee: dat bleek een foutje van de burgerlijke stand. Eigenlijk heette ze Rosemary Timothy Aurro. Ze was afkomstig uit een Italiaans-Amerikaans gezin en haar ouders hadden een Italiaans restaurant in Los Angeles. Omdat ze zeer muzikaal was en graag zong, kreeg ze een tijdje klassieke zangles. Maar haar hart lag bij het R&B-genre en ze begon haar zangcarrière in het restaurant van haar ouders.
Zeer tegen de zin van haar familie ging ze vervolgens optreden in allerlei plaatselijke nachtclubs, waar ze door een talentscout ontdekt werd. Een platencontract volgde en in 1961 nam ze het nummer Hurt op. Dat nummer was eerder uitgebracht door gospel/soulzanger Roy Hamilton. Hurt bereikte de vierde plaats in de Amerikaanse hitparade en ondanks vele, minstens even mooie nummers, zou dit haar enige grote hit blijven. In 1969 trouwde ze met Robert Selnick en verliet de muziek.
Nog één keer zou ze een groot succes hebben. Dureco haalde haar in 1981 naar Nederland; ze nam daar ook een aantal singles en elpees op die zeer goed verkochten. Maar halverwege de tachtiger jaren was de koek op en keerde zij terug naar Amerika.
What’s The Matter Baby werd een hit in de vertolking van Ellen Foley. Andere nummers die de moeite waard zijn: I Believe, samen met huilebalk Johnny Ray (ik kende het alleen van The Bachelors); Smile, Make The World Go Away, All Alone Am I en The Love Of A Boy. Dat laatste nummer was redelijk succesvol en daarom bood schrijver Burt Bacharach haar het lied What The World Needs Now aan. Dat weigerde zij, foutje! Miss Warwick was haar daar overigens heel dankbaar voor.
Elvis Presley was een groot fan van haar en nam zelfs ooit Hurt op in zijn repertoire. P.J. Proby vereerde haar en nam haar I Apologise op, in een geheel eigen (een beetje hysterische) versie. Ook Morrissey mogen we tot haar bewonderaars rekenen.
In 2004 overleed zij in Las Vegas. Maar haar roem leeft voort. Achttien jaar na haar dood is er nog steeds een levendig twitteraccount aan haar gewijd.
Keuze Tricky Dicky: Faust – It’s A Bit Of A Pain (1973)
Foutje, bedankt!
Eigenlijk wou ik als Zappa-fan voor The Torture Never Stops kiezen, maar om de één of andere reden had ik geen inspiratie. The Jacksons kwamen voorbij met één van drie goede nummers (Torture uit 1984). Ja, je leest het goed: de Jackson-broertjes maakten geen goede albums, meer een elpee rond de grote hits zoals begin jaren ’60. De rest is gewoon minder tot slaapverwekkend. In de jaren ’70 nadat ze de toevoeging ‘5’ gedumpt hadden hebben ze in mijn oren maar twee echt goede nummers gemaakt: Enjoy Yourself en Heartbreak Hotel. De rest kan mij gestolen worden. Torture it is, dus. Tot medeblogger Alex van der Heiden mij subtiel op zijn blog hierover wees. Pijnlijke fout. Het gevolg was dat ik opnieuw naar de tekentafel moest en ondanks de enorme waslijst met liedjes over pijn en marteling werd het toch een beetje pijnlijk. Keuzestress?
Afijn, na een paar dagen stoeien met de opties kwam ik uit bij Faust. Een Krautrockband uit de seventies. Ze kwamen in de negentiger jaren weer bijeen (maar dat kan mij weinig boeien). Het laatste album uit de gouden jaren is Faust IV; mooie titel voor het vierde album zei het wat fantasieloos. Maar dat kan je aan Duitsers wel overlaten, want dat gebrek aan fantasie vindt je onder andere terug in hun reclames op de TV. Of hun eetgewoonten. Of hun pijnlijke gebrek aan humor. Afijn, de band is in 1971 opgericht en kregen al snel een contract bij Polydor Records. Mooie kritieken, maar slechte verkoopcijfers. Na twee albums werden ze opgepikt door Richard Branson en zijn Virgin Records. Hij gooide er op zijn eigen wijze een promotieactie tegenaan om de band bij het Engelse publiek bekend te maken én de Faust Tapes konden voor de prijs van een single gekocht worden. Gevolg: 100.000 exemplaren gingen over de toonbank maar geen notering in de albumlijst, want de prijs was te laag. Regeltjes, regeltjes. Een beetje zielig. Overigens zijn er nog steeds overbodige regeltjes, want ook David Bowie liep met de single Blackstar tegen bezwaren op. In al de wijsheid van de regelneukers mag een single namelijk niet langer dan 10 minuten duren.
De opnamen duurden en duurden en bleek een zware bevalling, zodat de producer voorstelde om eerder opgenomen materiaal te gebruiken om de elpee af te maken. Dit waren Krautrock en It’s A Bit Of A Pain. De laatste wordt ook wel omschreven als een lekkere migraine vanwege de hoge frequentie van de synthesizer. Aan het eind hoor je de stem van een Zweeds sprekende dame die (ruw vertaald) het volgende zegt: de simpele waarheid is dat sommige mannen harig zijn en andere niet. Sommige vrouwen hebben veel haar en anderen niet. Verschillende rassen hebben verschillende patronen in de haarverdeling. De meest viriele van alle mensen, de jonge negerman, heeft bijna geen lichaamshaar. Goed om te weten. Anderen zeggen dat het lied het gebruik van elektroshocks herbergt. Ook lekker pijnlijk, want aan het begin van de vorige eeuw gebruikten ze elektriciteit veelvuldig om geesteszieken te ‘genezen’.
Faust IV staat in de lijst van 1001 Albums You Must Hear Before You Die en dus kan je als rechtgeaarde Snobber kennelijk niet om dit album en het lied heen. Absolute noodzaak om in de rugzak te hebben, al is het alleen maar voor de intellectuele muziekbagage.
Keuze Remco Smith: Nine Inch Nails – Hurt (1995)
Door merg en been
Pijn en Marteling als thema. Geen moment getwijfeld: Hurt van Nine Inch Nails. En meteen spijt. Is dit niet een beetje too obvious? Juist omdat ik er meteen aan dacht, is dit dan wel een goede keuze?
Spijt aan de kant gezet: Hurt van Nine Inch Nails is de juiste keuze. Dat komt uiteraard door het prachtige liedje maar misschien voor mij nog wel meer komt het door Song Exploder, de muziekdocuserie op Netflix. Song Exploder is een serie documentaires over liedjes. Losing My Religion van R.E.M., Love Again van Dua Lipa, When We Were Young van The Killers. Met de betrokkenen wordt de ontstaansgeschiedenis van het liedje doorgelopen. Een beetje zoals in het onvolprezen Classic Albums al gebeurde, maar dan wat gelikter, wat minder kritisch en over één liedje.
De aflevering die op mij verreweg de meeste indruk maakte, was die over Hurt van Nine Inch Nails. Trent Reznor was op de praatstoel gaan zitten en had besloten om geen blad voor de mond te nemen. Hurt is, zo blijkt uit deze docu, het eindpunt van een lange strijd. Strijd met voornamelijk zichzelf: een man die het duidelijk niet kon uitstaan dat hij werd bewonderd terwijl hij zichzelf totaal niet lief had. Eenzaamheid. Zich verloren voelen. Het gesprek met Reznor gaat echt door merg en been. Ik kon maar net de wens onderdrukken om hem via de Socials te benaderen en te laten weten: Man, je bent het waard. Echt! Niet dat hij het zou lezen, en als hij het zou lezen, dat het bij hem zou beklijven, maar toch.
De trailer van Song Exploder is hier te vinden. De aflevering over Hurt van Nine Inch Nails is een aanrader voor een ieder met hart voor muziek. En voor iedereen die de zelfkant van het leven niet persé schuwt.
Keuze Alex van der Heiden: Stryper – Blood From Above (2020)
Gilmetal in geel zwart gestreepte spandex
De guilty pleasure battle sloeg ik even over, temeer omdat ik me nergens voor schaam. Ook niet voor Stryper, een white metal band uit de jaren tachtig die in deze eeuw weer bij elkaar kwam en een aantal nieuwe albums afleverde. Zo ook Even The Devil Believes in 2020. Een matig album dat het niet haalt bij het vuur dat ze in de tachtigers hadden. Eén nummer is een uitzondering en omdat dit het eerste nummer van het album is, is deze in mijn korte geheugen blijven hangen; Blood From Above.
Ik lever vanaf januari iedere eerste dinsdag van de maand een Vara’s Vuurwerk blog af en Stryper had daar zeker thuis gehoord. Henk Westbroek draaide ze regelmatig en met teksten als To Hell With The Devil boden zij een Christelijk tegenwicht tussen de vaak duivelse muziek. Voor goedgelovige jongens als ik was Stryper meteen een goed excuus wanneer de leraar op de gereformeerde school een opmerking maakte over mijn muziekkeuze. Ik ging die discussie op een gegeven moment niet eens meer aan, want ik was niet meer van plan om me te moeten verantwoorden voor wat dan ook. Mijn geloof is mijn geloof en iemand de maat nemen dat hoort daar niet bij voor mij.
De naam Stryper duidt op een tekst uit het Oude Testament waar striemen ‘stripes’ verwijzen naar de geselingen van Jezus, die voorafgingen aan de kruisiging. En daar zijn we meteen aanbeland bij het thema van deze battle. Het nummer Blood From Above verwijst naar de bekendste martelpraktijk uit de geschiedenis en past ook goed bij deze Paasdagen. Op Goede Vrijdag vindt uiteraard de kruisiging plaats en Stryper zet dit in Blood From Above weg als het heilige offer. Over het algemeen vind ik de teksten van Stryper wat overdreven, maar dat geldt net zo goed voor het gemiddelde album van Dio of Diamond Head. Ik ben vooral liefhebber van de muziek en zo af en toe komt Stryper daar voorbij. Lekkere gilmetal in geel zwart gestreepte spandex pakjes.
Keuze Jeroen Mirck: Bob Dylan – False Prophet (2020)
In dubio
Een collectie van liedjes over marteling, je moet het maar durven in het Paasweekend. Jezus stond op uit de dood na een loodzware kruistocht en een lijdensweg aan het kruis. Hij nam de zonden van de wereld op zich en stierf voor ons allen. De essentie van het martelaarschap. Welke muziek hoort daarbij? Bob Dylan schiet me als eerste te binnen.
Zijn Heilige Bobness heeft altijd een haat/liefdeverhouding gehad met het geloof. Een aantal jaren was hij echt in de Here en componeerde hij prachtige lofliederen voor de Schepper. Het album Slow Train Coming uit 1979 is wat dat betreft een absolute aanrader. Op andere momenten betwijfelde en bekritiseerde hij religie. Deze spannende spagaat vraagt om een nummer dat beide kanten raakt. Daarom kies ik voor False Prophet van Dylans meest recente album Rough and Rowdy Ways uit 2020.
I search the world over for the Holy Grail
I sing songs of love, I sing songs of betrayal
Don’t care what I drink, I don’t care what I eat
I climb the mountains with swords on my bare feet
De valse profeet uit dit nieuwere Dylan-nummer heeft zijn eigen kruistocht gelopen, maar rekent zelf ook hardhandig af met zijn tegenstanders (I’m just here to bring vengeance on somebody’s head). Martelaar in meerdere vormen. Fijne Pasen iedereen!
Keuze Willem Kamps: Susan & Freek – Goud (2021)
U bent gewaarschuwd
Frank Zappa zei het al, The Torture Never Stops. Sinds de mens bestaat wordt er gemarteld. Vanwege je afkomst, vanwege je geloof, vanwege je politieke denkbeelden, vanwege belangrijke informatie, of gewoon, uit macht. Hoewel in 1948 de universele rechten van de mens door de VN zijn vastgesteld, is er weinig veranderd. Door meerdere regimes wordt er nog vrolijk verkracht, gewaterboard, worden genitaliën met elektrische schokken behandeld, vingers of andere lichaamsdelen gebroken en wat je nog meer voor mens onterends kan bedenken. Nederland is één van de landen waar het niet meer gebeurt. Maken we elkaar wijs, want vele landgenoten, waaronder ik, worden nog dagelijks aan meedogenloze martelingen bloot gesteld: onverdraagzame pijnigingen aan het gehoor.
Enkele jaren terug was daar de Reggaeton uit Zuid-Amerika. Een weerzinwekkende eenvormige muziekfoltering. Tientallen artiesten die hetzelfde idioom volgden en ook qua tekst niet veel verder kwamen dan vrouwonvriendelijke masculiniteit. Het was als een eeuwenoude Chinese marteling, de herhalende druppel op je voorhoofd. Eerst is het niets, bijna lachwekkend, maar ga je er lang genoeg mee door dan voelt elke volgende druppel als een dreun met een voorhamer. Overal ter wereld werd de reggaeton doodleuk gestreamd of uitgezonden, ook hier in Nederland, geen rekening houdend met de gevoelige oren van de ware muzieksnob. Levens- en goede smaak bedreigend.
Mede door die Reggaeton en de Hiphop is er een nieuwe stroming ontstaan, althans, elke scheet is tegenwoordig een nieuw genre. Ik heb het over een vreselijke benadering van zingen die snel onder de aandacht moet worden gebracht van de openbaar aanklager van het Internationaal Strafhof in Den Haag. Alles wordt a-melodieus en overhaast op hetzelfde monotone deuntje gezingrapt. Waar één regel tekst zou volstaan worden er drie of vier ingepropt. Als een wurgpaal die wordt aangedraaid, waarbij je met je laatste restje adem net het eind van het nummer haalt. Wanneer je denkt te zijn ontsnapt komt het volgende kutnummer en begint de marteling opnieuw. Ook Nederlandse artiesten maken zich schuldig aan deze misdaden tegen de menselijkheid. Hieronder een paar daders wiens naam ik niet eens wens te noemen. Onderga deze geseling kort – om te ervaren als zelfkastijding – maar druk op tijd op stop. U bent gewaarschuwd.