Tori Amos. Wat was ik je snel weer kwijt. Dat liedje over een meisje met haar ontbijt, het was me al te oppervlakkig. Toen mijn lief en ik onze CD’s samenvoegden bleek zij een hele rij van Tori Amos mee te nemen. Ook dat was geen aanleiding om de kennisachterstand weer in te halen. Samen zijn we in 2005 nog naar Tori Amos in Ahoy, Rotterdam gegaan. Zij speelde daar op een heel groot podium in haar eentje op twee piano’s gelijk. Kijk eens wat ik kan. Amos als circusact. Zonde.
En dat terwijl Little Earthquakes in 1992 bij mij insloeg als een bom. Dat muziek meer was dan behang, meer dan wat je weg luistert op de radio, hadden Living Colour, Nirvana en Pearl Jam mij al wel duidelijk gemaakt. Muziek als onderdeel van je identiteit. Little Eartquakes voegde nog wat anders toe. Uiteraard qua klankkleur, maar ook qua thematiek. Ik ben in 1991 begonnen met studeren, in Tilburg. Ik zat midden in de zoektocht: wie ben ik? Waarop mag ik vertrouwen? Waar sta ik voor? Wat is mijn identiteit? Meisjes leken nog steeds wat van een andere planeet. Ongemak. Tori Amos maakte met Little Earthquakes duidelijk dat dat ongemak vice versa was. Dat dat er bij hoorde. En dat dat oké was. Little Eartquakes heb ik, tussen al het grungegeweld begin jaren ’90, grijsgedraaid. Muziek die vormend is voor de zoektocht naar mijzelf.
Die gelaagdheid had de muziek van Amos daarna niet meer. Daarna was er altijd weer andere muziek die me in mijn zoektocht begeleidde, beginnend met Grace van Jeff Buckley en Worst Case Scenario van dEUS. En daarom is muziek mij zo dierbaar.