Ergens midden jaren ’70 reed ik ergens in Groningen op weg naar Amsterdam voor een optreden (Solution) en kwam Freddie tegen. Ik repeteerde met de band destijds even buiten Groningen in het klaslokaal achter een leegstaande onderwijzerswoning op het Groningse platteland, maar dat daargelaten.
Ik kende Freddie als ‘Freddie’ en kende zijn achternaam niet. We zagen elkaar regelmatig in één van de vele kroegen in Groningen en wisten van elkaar dat we beiden bas speelden. Ik kan me niet herinneren in welke band hij speelde, maar dat maakte niet uit. Hij was een aardige kerel met wie ik uitstekend kon opschieten. Ik stond stil bij een stoplicht en zag Freddie lopen en toeterde naar hem. Hij stak zijn hand op en kwam naar mijn auto toelopen. Ik draaide mijn raampje open en begroette hem. Je gaat niet toevallig naar Amsterdam vroeg hij me. Ja, dat doe ik wel zei ik en hij stapte in. Achteraf, vertelde hij me later, was dat de rit die hem definitief naar Amsterdam bracht.
Na enige tijd bleek hij bij Herman Brood in de band te zitten, in de tijd dat Brood in sneltreinvaart bekend en beroemd werd. Ik zag Freddie in die tijd nauwelijks, terwijl ik Brood regelmatig zag. Wij repeteerden met Solution in het atelier van Yme Wijminga in Amsterdam. Op de hoek van de straat waar Yme zijn atelier had, was een kroegje waar we regelmatig even pauzeerden tijdens het repeteren. We waren daar een keertje toen Herman binnenkwam, zijn kleine dochtertje op zijn schouders. Hij bestelde twee jenevertjes, kreeg die, gaf daar één van aan zijn dochtertje, dronk de andere in één teug op waarna het hij glaasje van zijn kindje overnam om daaraan te nippen.
Herman had, voordat ik bij Solution speelde, korte tijd bij ons in huis in Utrecht gewoond, maar hij werd er door mijn vrouw uitgeschopt. Toen al zwaar aan de drugs kocht hij zo nu en dan een kilo sinaasappels en nuttigde die snel in zijn eentje. Wij hadden het niet breed en mijn vrouw ‘struikelde’ over het feit dat hij die sinaasappels niet deelde, zelfs niet met onze kleine zoontjes. Mijn vrouw vond dat zó egoïstisch dat hij – de week overigens dat hij mijn nieuwe schoenen leende om naar de stad te gaan en op zijn sokken diep in de nacht terugkwam met de mededeling dat hij ze verkocht had – van de ene seconde op de andere het huis uitgooide. Achteraf misschien niet handig, maar ze gooide de twee grote kladblokken die hij vol had getekend, ook weg…haha.
Freddie: nadat hij de band van Herman verliet bleef hij in Amsterdam wonen en spelen.
In 1984 speelde ik in de Amsterdamse band The Jury, die helaas maar één album opnam: Nothing But The Truth. Nadat die band stopte ging ik door met de drummer en gitarist van The Jury, JaapJan Vrenegoor en André de Werdt en vormde de band The Team. Met deze band speelde ik ruim een jaar in alle denkbare clubs in en rond Amsterdam. We maakte enkele geweldig demo’s van liedjes die ik voor deze band gemaakt had. Freddie kwam regelmatig kijken als we speelden en toen ik de band verliet nam Freddie mijn plek over. Soms vroeg men mij weer voor hem in te vallen, omdat hij enige tijd niet kon spelen omdat hij, herinner ik me, bijvoorbeeld met zijn fiets ondersteboven was geknald omdat hij in de tramrails was gereden en zijn sleutelbeen had gebroken. Later formeerde Freddie met Alex van Groningen, Jaap Vrenegoor en Andre de Werdt The Killers,
Wat me, naast zijn rol in de band van Herman, is bijgebleven, is dat hij een in een prachtige TV-commercial van begrafenisclub Dela zong, helaas onvindbaar. Een mooie man, lekkere bassist maar helaas ook alweer lang geleden overleden (2008).
Foto: Freddie is de tweede van links