Afgelopen woensdag werd ik opeens opgeschrikt door het overlijden van Nick Kamen, op 59-jarige leeftijd. Een van de gezichten van de jaren ’80. Overigens méér vanwege zijn voorkomen, dan vanwege zijn muziek. Hij hielp in 1985 eigenhandig het jeansmerk Levi’s naar de top van de modewereld en wist de verkopen van het beroemde 501-model naar ongekende hoogten te stuwen met deze commercial.
Maar in 1986 stond hij opeens in de hitlijsten met Each Time You Break My Heart. En hij wist zich daarbij gesteund door niet de minste namen. Er zullen er maar weinig zijn die kunnen zeggen dat zij Madonna in hun achtergrondkoor hadden. Nick Kamen wel. De Queen of Pop schreef mee aan het nummer, dat in ons land een Top 5-notering behaalde én verzorgde dus de backing vocals.
Hij had daarna nóg een hit die tot plek 12 kwam in de Top 40. Het nummer waar ik hem uiteindelijk door leerde kennen kwam echter een paar jaar later uit: I Promised Myself. Het is een van de weinige liedjes van vóór mijn tijd, maar van ná mijn vaders tijd waar ik een directe klik mee had. Een zeldzaamheid.
Ik was dan ook blij verrast toen ik in 2004 opeens die bekende melodielijn en tekst weer hoorde, maar dan door een modern synthesizertje gehaald en in een iets hoger tempo. Het werk van een oude bekende: Phil Wilde. Hij was natuurlijk de producer achter acts als 2 Unlimited, CB Milton en, iets recenter: Kate Ryan, waar hij gigantische successen mee behaalde. Maar ondanks zijn indrukwekkende palmares, kon hij het kunstje niet herhalen. I Promised Myself stierf een roemloze dood in de achterhoede van onze nationale hitlijst, want met twee weken verblijf en als hoogste positie een 35ste plaats kon je niet echt van een hit spreken. Behalve dan in míjn platenkast. Dáár staat het nog steeds fier overeind als een van mijn lievelingsnummers.