Sineád O’Connor heet geen Sineád O’Connor meer. Ze heet tegenwoordig Shuhada’ Sadaqat. Daarvoor heette ze ook geen Sineád O’Connor meer, maar Magda Davitt. Toch blijft ze, ondanks de officiële naamswijziging, gewoon optreden als good old Sineád. De diverse naamswijzigingen hangen samen met haar bekering tot de Islam.
Voor degene die haar een beetje gevolgd hebben vanaf ongeveer het einde van de jaren ’80, zal het niet als een verassing komen als ik haar leven als ‘turbulent’ zal omschrijven. Een paar jaar geleden leek de bodem bereikt en moesten we zelfs vrezen voor haar leven. Gelukkig werd ze levend gevonden in een hotelkamer na een aantal zeer verontrustende berichten op social media. Daarna werd het stil.
Het was daarom extra goed haar te zien tijdens een optreden op de Ierse televisie waar ze haar monsterhit Nothing Compares 2 U deed. Ze zag er goed uit en leek zelfs opgelucht na het nummer. De bekering leek haar goed gedaan te hebben. Ik hoop het van harte.
Zoals gezegd zullen de meeste mensen haar kennen van Nothing Compares 2 U, geschreven door Prince. Prince waarmee ze het absoluut niet kon vinden, de twee zouden zelfs gevochten hebben aldus Sineád zelf. Maar goed, of dat waar is weten we nooit natuurlijk. Al had ik m’n geld ingezet op Sineád. Hoe mooi dat nummer ook is, en hoe tijdloos ook, voor mij is haar absolute hoogtepunt het nummer Troy van haar debuutalbum The Lion And The Cobra. Dat nummer is zo waanzinnig. De opbouw, de kracht in haar stem, de instrumenten, de tekst, alles. Het is een trein die langzaam op gang komt en langzaam verandert in een hogesnelheidstrein, de lucht doorbeukend in volle vaart. Wát een dijk van een nummer. Troy is een van die zeldzame nummers die ik moeiteloos en zonder enige vorm van verveling 10 keer achter elkaar kan luisteren. Geweldig.
Een paar jaar geleden wist ze me opnieuw te verassen. Ik zat, zoals ik meestal doe op de vrijdagavonden, naar de Graham Norton Show te kijken waar ze te gast was. Het was een leuk interview en ik was met name verrast over hoe ze er uit zag. Ik had nog steeds de kale, kwetsbare jonge vrouw in gedachten van eind jaren ’80, maar dat was ze niet meer. Op haar borst was een enorme tatoeage van Jezus zichtbaar en ze droeg een outfit volledig gemaakt van leer. Ook droeg ze een bril die niet bepaald spectaculair te noemen was. Het maakt allemaal geen fuck uit natuurlijk, maar het ‘matchte’ gewoon niet met het beeld dat ik nog steeds in mijn hoofd had. Ze kwam een nieuw nummer zingen van haar nieuwe album genaamd How About I Be Me (And You Be You)? Dat ook uitgekomen was. Ze zong het nummer The Wolf Is Getting Married. En hoe. Ik was opnieuw opslag verliefd en heb direct het album gekocht en op mijn iPod geplaatst (2012 hè mensen…). De weken erna heb ik het album maar met name The Wolf Is Getting Married veel geluisterd. Geniaal.
Toen ik het onlangs na lange tijd weer eens terugluisterde, was het nog steeds meesterlijk. Het is een zwaar onderschat nummer naar mijn idee. Ook de bijbehorende clip is geweldig. Sineád zit als een soort cocon op een stoel en wordt langzaam uitgepakt. Of zoiets. Ik ben er nog steeds niet uit.
And the sun’s peeping out of the sky
Where there used to be only gray
The wolf is getting married
And he’ll never cry again
Een prachtige tekst, gebaseerd op een Arabische wijsheid The wolf smiles as he’s on his way to his wedding dat men gebruikt als de zon door de wolken breekt. Mooi toch?
Ik hoop in ieder geval dat we de komende jaren weer wat meer gaan horen van Sineád, in positieve zin. Nieuwe muziek, dat zou gaaf zijn. Ik kijk er naar uit. Tot die tijd verdiend ze meer credits dan enkel ‘dat meisje van Nothing Compares’. Zet voor de vorm Troy nog maar eens op bijvoorbeeld. Of dit geweldige nummer. Het spreekt voor zich.