Of je nu een universitaire studie doet of niet, of je nu op kamers gaat of thuis blijft wonen, de periode na de middelbare school is voor de meeste mensen in allerlei opzichten een grote ontdekkingsreis. Het is de tijd waarin je nieuwe mensen leert kennen en je grenzen verlegt, ook in muzikaal opzicht. Dat levert een bonte mix aan studietijd-anthems op.
Keuze Tricky Dicky: Solution – Empty Faces (1977)
Een vergeten klassieker
De schooldirecteur noemde mij een luie leerling en hij had gelijk. Ik zag dat toen der tijd heel anders natuurlijk, maar ik haalde zonder al teveel inspanning goede cijfers. Het enige wat ik deed was opletten tijdens de klasuren. Een examen leren deed ik door ’s ochtends vijf uur op te staan en in alle rust de stof een keertje door te lezen voor een zeventje en soms een achtje. Ik was ook geen lastige leerling, maar reageerde wel assertief op stomme vragen van een leraar. Dat leverde mij het record op van het snelste uit de klas gestuurd worden: in het allereerste uur van het jaar binnen 45 seconden stond ik weer buiten. Na schooltijd was ik of met voetbal of met muziek bezig; huiswerk kon mij gestolen worden. Na de Middelbare school zou ik naar de V.S. (Indiana University) gaan op een door hen aangeboden sportbeurs, want voetbal werd groots aangepakt en ze zochten Europees talent. Ja, ik kon een aardig balletje trappen. Door omstandigheden ging het op het laatste moment niet door en ik baalde daar zo ontzettend van dat ik het hele studiegebeuren aan de wilgen hing en ben gaan werken. Feitelijk heb ik dus geen studententijd-anthem, maar ben ik daarom te min om hieraan mee te mogen doen? Ben ik te min, omdat ik geen bul heb? Diploma’s en certificaten genoeg om een kamerwand mee te behangen, dus vette vinger.
Mijn laatste schooljaar (1977) was in mijn herinnering geen geweldig muziekjaar met mega-hits van Boney M, Baccara, BZN, Patricia Paay en Nederlandstalige dieptepunten met Ria Valk, Corry van Gorp en Vader Abraham met de stupide vraag of ze door een waterkraan konden. Radio luisteren was in dat jaar overdag geen pretje meer en dus had ik de bakens naar avonduitzendingen en elpees verzet. Geweldige platen kwamen dat voorjaar uit: Rumours, Marquee Moon, Low, The Idiot, Let There Be Rock, Songs From The Wood en Peter Gabriel’s debuutalbum (Car). Ik noem de namen van de andere uitvoerenden niet eens, want deze klassiekers hoor je te kennen.
Eentje die in dat lijstje hoort te staan, maar ongetwijfeld bij de meesten onbekend in de oren zal klinken is Fully Interlocking van Solution. De opvolger van het meesterwerk Cordon Blue en opgenomen in studio The Mill in Engeland van Gus Dudgeon, mede-eigenaar van het Rocket label en tevens de producer van Elton John. De studio was nog maar net klaar. Geen materiaal voor klassenfeesten (misschien aan het einde van de avond), maar ik heb de plaat grijs gedraaid en toen de ceedee gekocht. Een advies dus en je zal merken dat het naadloos tussen de andere klassieke albums uit 1977 past.
Keuze Martijn Vet: Luka Bloom – Delirious (1990)
Voor de mannelijke drinkebroers én de interessante dames
Bijna zeven vette jaren studeerde ik, of nou ja, stond ik ingeschreven bij de universiteit (van 1989 tot 1996). De eerste jaren rolde ik er met dezelfde efficiënte studeertactiek als Tricky Dicky aardig doorheen. Misschien gek voor iemand die uiteindelijk tekstschrijver werd, maar juist de scriptie was een enorme bevalling. Heel veel dingen waren leuker dan aan die laatste loodjes werken. Muziek luisteren bijvoorbeeld.
Toch is het vooral de muziek uit de eerste periode die ik associeer met mijn studietijd. In de playlist die ik maakte, komen vooral nummers uit de periode 1990-1992 voor. Had Spotify in die tijd bestaan, dan was het van studeren waarschijnlijk helemáál niet gekomen. Rock, pop, hiphop, metal, reggae, ik vrat het vol overgave en nam alles wat los en vast zat op TDK SA-90-cassettes op. Lang leve de bieb en lang leve studie- en huisgenoten. Een heel enkele keer kocht ik van de weinige centen die ik had zelf een cd. Lang leve de uitverkoopbakken bij Kroese in Nijmegen.
Luka Bloom was de hele studietijd een constante factor. Misschien omdat zowel de mannelijke drinkebroers als de interessante dames er wel mee overweg konden. Ik zag hem in mijn eerste studiejaar een aantal keren live. Met als hoogtepunt het concert in Tivoli waar we met een schijnbaar bij elkaar geraapt zootje drinkebroers en dames spontaan heen gingen. De reis was gratis dankzij de OV-studentenkaart. Het concert was zo magisch dat we spontaan de laatste trein terug misten. De nacht tussen de zwervers op Hoog Catharijne was legendarisch. Terug in Nijmegen waren de Bossche bollen een heerlijk ontbijt. Het aansluitende college statistiek was slaapverwekkend genoeg om de gemiste uurtjes in te halen.
Keuze Der Webmeister: The Serenes – Abiding Place (1990)
Hollands Meesterwerk
In september 1987 startte ik aan de Universiteit in de Grote Stad, een mijlpaal dat ongeveer samenviel met een andere mijlpaal, namelijk de aanschaf van mijn allereerste CD speler. Wat al snel budgetair niet heel handig dreigde te zijn, want voor de prijs van één CD, ƒ 39,95, kocht ik daarvoor nog twéé elpees. Er dreigde een heuse muzikale quarantaine! Gelukkig verscheen in diezelfde Grote Stad al gauw het fenomeen CD verhuur. Fijntjes gelokaliseerd op de route van het faculteitsgebouw naar huis, waar ik voor ƒ 1,50 een CD tot de volgende dag kon huren, uiteraard met als doel deze op cassette op te nemen. Een bescheiden eenmanszaakje aan de rand van het centrum, maar de eigenaar wist me meer dan uitstekend (beter dan Spotify nu) nieuwe, onbekende muziek aan te raden.
De soundtrack van mijn zes jaar studie, ja dat kon toen nog, loopt dan ook compleet samen met wat ik huurde bij de CD verhuurder. Het was achteraf gezien ook de periode waarin de grote alternatieve golf van de jaren ’90 langzaam een aanvang nam met Nirvana, Red Hot Chili Peppers, Stone Roses, Pearl Jam. De lijst is immens, maar ik hoorde ze allemaal voor het eerst na ze een dagje gehuurd te hebben. Bijkomend voordeel van de CD verhuur was dat je enorm buiten je vertrouwde bubbel kon bewegen, zonder je financieel een buil te vallen. Ik ontdekte absurd veel nieuwe muziek in korte tijd, mijn muzikale horizon stuiterde alle kanten op.
Het zou enorm moeilijk geweest zijn om een keuze te maken uit al dit fraais, als er niet afgelopen week een waar Godsgeschenk op ons neerdaalde: Het debuutalbum van The Serenes, Barefoot And Pregnant, verscheen afgelopen dagen op Spotify. The Serenes, misschien wel het summum van ondergewaardeerdheid in muziekland, zijn hier al vaker langsgeweest. Vanaf de eerste klanken ergens in 1990 op mijn studentenkamer heb ik ze in mijn hart gesloten. Barefoort And Pregnant is een Hollands meesterwerk van een zeldzaam hoog niveau dat rustig tussen Rembrandt’s Nachtwacht en de Zuiderzeewerken in kan staan. Een erg afwisselend album ook, van breekbare, atmosferische nummers tot stevige gitaarpop, soms tegen bombastisch aanschurend, maar altijd gevoelig, vol emoties. Muziek haast van een andere planeet, zoals bij aanvang van mijn studie De Grote Stad ook haast een andere planeet leek, komende uit een plattelandsdorp.
Het album bestaat uit vrijwel alleen hoogtepunten, maar Abiding Place steekt voor mij er net een beetje bovenuit, wellicht omdat de afwisseling hier prachtig in één lied samenkomt. Het lijkt bij eerste beluistering op een samenraapsel van een aantal losse nummers, met wisselende tempo’s, maar het klinkt wonderlijk genoeg als een logisch geheel.
Keuze Remco Smith: Therapy? – Screamager (1994)
Post-puberale klusterbommen
Van september 1991 tot en met september 1996. Vijf jaar en een maand heeft mijn studententijd geduurd. Laat ik nou net hebben gestudeerd in waarschijnlijk de beste muzikale periode ooit. Ga maar na: Nevermind van Nirvana kwam uit in september 1991. Prodigy’s Firestarter in maart 1996. Tussendoor nog Self Esteem van The Offspring, Basket Case van Greenday, Afghan Wigs, de eerste van dEUS, Grace van Jeff Buckley, Undertow van Tool en ook nog Dr. Alban en 2 Unlimited. Welke andere periode van vijf jaar kan een vergelijkbaar muzikaal lijstje overleggen?
Tilburg werd mijn studentenstad. De Schôônste stad van ’t laand. Wat kwam ik daar bleu binnen. In mijn middelbareschooltijd heb ik nauwelijks gepuberd. Ik had mezelf nogal teruggetrokken op mijn kamer maar dat was het dan ook wel. Laat begonnen met alcohol, nooit gerookt. Geen opstand tegen ouders of omgeving. Ik had nogal wat te ontdekken en in te halen. 18 jaar, meteen op kamers en meteen op eigen benen. Achteraf gezien was ik daar nauwelijks toe in staat: zelf voor avondeten of de was gezorgd had ik tot dat moment niet. Met de zoektocht naar eigen identiteit en doel werd mijn muzikale smaak ook meer eigen. Niet meer wat de Top 40 heeft voorgeschreven of wat mij thuis met de paplepel was ingegoten, maar mijn eigen muziek. Muziek als spiegel van jezelf, als bevestiging van mijzelf.
Wat dat betreft kwam Troublegum van Therapy? begin 1994 als geroepen. Driemansbandjes doen het uiteraard altijd goed: Jimi Hendrix Experience, Police, Presidents Of The U.S.A., Nirvana. Met zijn drieën in een band is een beperking maar daarmee een verrijking, denk ik. Muzikaal was Troublegum zeker een verademing: puntig, hard. Klusterbommen die op de luisteraar af worden geschoten. Troublegum kent daarnaast iets dat alleen de echt goede platen kent: geen fillers. Geen wegzakker na liedje 7 à 8. Veertien liedjes in drie kwartier en geen zwak moment tussen.
Nou ben ik helemaal niet van teksten, maar die zijn bij Therapy? onontkoombaar. Ze appelleerden ontzettend aan mijn post-puberale tijd waarin ik me bevond. In ieder liedje wel een zin die een glimlach oproept. Of een oh ja, dat geldt voor mij ook. Teksten als The world is fucked and so am I of Masturbation saved my life of Love is for the weak. Teksten die nu wat kinderachtig ogen maar nog steeds een gniffel opleveren.
Screamager is het prijsnummer op Troublegum. Een staccato riff die herinneringen oproept aan Helmet bijvoorbeeld. De eerste zin is voor de dolende post-puber meteen ontzettend herkenbaar:
With a face like this
I won’t break any hearts
And thinking like that
I won’t make any friends
Keuze Vincent van der Vlies: Roni Size & Reprazent – Snapshot (2000)
Grotere hoogten
Lang verhaal kort: mijn eerste studiejaar was niet zo’n succes. Uitgeloot voor de ene studie, de andere studie was op z’n zachtst gezegd niet mijn ding, thuiswonend. Niet bepaald de rock ‘n roll die ik gehoopt had. Aan het eind van mijn eerste jaar kon ik met geluk via een oud klasgenote in Utrecht een mooie kamer krijgen, ik koos voor een andere studie en de zon begon zowaar te schijnen.
Het werden jaren van veel werken, bestuurlijke nevenactiviteiten, punten halen (jazeker!), en veel feestjes. Hééél veel feestjes. K-Sjot, A5, Full House, Grote Catacomben, Swak, van mijn eigen studievereniging en vooral Popomatic in Tivoli. Zeker 2-3 keer per maand was ik op donderdag daar en zat ik de volgende dag uitgeblust maar gelukkig in de collegebanken.
In die jaren maakte ik naast de *kuch* intellectuele *kuch* coming of age ook een muzikale door, waarbij mijn oorspronkelijke voorkeur voor vooral metal, punk en hardcore wat eclectischer werd met Indie, dance en hiphop. Qua dance was daarbij een aanzienlijke rol weggelegd voor Daft punk, Goose, Vitalic maar vooral ook Roni Size & Reprazent die de deuren wijd openden naar drum and bass. Hun album New Forms uit 1997 is een monument in de drum and bass (en dance) scene en werd onder andere in Groot Brittannië enorm goed ontvangen (Mercury Prize voor album van het jaar, platina etc). En ik weet niet of ze de eerste waren die het deden in de scene (in ieder geval niet de enige), hun live optredens met echte band, dus met drummer, akoestische gitaar en in hun geval een prominente contrabas, lieten de muziek ook tot veel grotere hoogten stijgen dan wanneer dat alleen maar uit een computer en Roland 808 zou komen.
Terug naar Popomatic: DJ St. Paul had rond de millenniumwisseling eigenlijk altijd wel een blokje drum and bass klaar staan. Gevoelsmatig, maar misschien herinner ik het mij niet goed, werd dat rond 2000 vaak geïntroduceerd met Kosheen of Bomfunk MC’s, gevolgd door Ed Rush, Aphrodite en heel vaak Snapshot van Roni Size & Reprazent. In eerste instantie was de instrumentale versie een echte club banger in 1999-2000. Dat underground succes heeft toen navolging gekregen op het In The mode album uit 2000 waar het met ineens met een MC was opgenomen. Ik had het album gekocht vooral vanwege dat nummer, ook omdat ik New Forms zo goed vond overigens hoor, en vond de versie met tekst eigenlijk niet nodig. Ik had liever de single versie gehad. Daarom bij deze speciaal voor de lezer van dit blog de oorspronkelijk instrumentale versie.
[polldaddy poll=10553933]