In de Snob 2000 op #650
Een band/artiest met een uniek eigen geluid. Dat is het uitgangspunt voor mijn Snob 2000 bijdrage van dit jaar. Dit gegeven levert een fraaie zoektocht door de eigen muziekcollectie op. Daarbij kom ik eigenlijk steeds weer bij dezelfde vragen terecht. Wat maakt de muziek van een band/artiest eigenlijk uniek? Is het puur de muziek? De teksten? De combinatie? Of juist de manier waarop de artiest/band in kwestie zich profileert? De bezetting? De gebruikte instrumenten? Zoveel vragen zoveel antwoorden!
Three MC’s And One DJ. Daar hadden de Beastie Boys voldoende aan. En niet te vergeten een flinke voorraad samples. En wat te denken van het zijproject van de Fine Young Cannibals: Two Men, A Drum Machine And A Trumpet. Meer hadden de heren niet nodig om hun eigen muzikale sound te creëren. Geen ‘klassieke’ bezetting : zang, gitaar, bas en drums.
Wat zijn eigenlijk de juiste muzikale ingrediënten om een authentiek en eigen uniek geluid te creëren? Is dat überhaupt na tig jaar muziekgeschiedenis nog wel mogelijk? Is alles niet al een keer gedaan? Is de huidige muziek een verzameling van invloeden uit het verleden? Of biedt de techniek juist nieuwe invalshoeken? Anno 2019 is bijvoorbeeld de auto-tune een instrument op zich geworden. Laten we eerlijk zijn dat er in tig jaar popmuziek altijd ontwikkelingen zijn geweest die zowel werden omarmd als verguist. Dylan die in de jaren ’60 de overstap maakt van de akoestische naar de elektrische gitaar en zelfs word uitgemaakt voor Judas is één van de vele voorbeelden.
Een blik op de Snob 2000-lijst van dit jaar en een muzikale tocht door de persoonlijke collectie brengt mij bij een aantal bands met, in mijn ogen, uniek geluid. Nits mag niet onvermeld blijven. De Nederlandse band heeft een eigen muzikaal universum gecreëerd. Typisch Nits in al zijn verschijningen. Van de albums, de clips, de hoezen tot de live-optredens. Een band die zich blijft ontwikkelen. Beïnvloed door kunst in de breedste zin van het woord. Maar ook het reizen is een belangrijke inspiratiebron. Het boekje met Nits op reis is wat dat betreft een aanrader.
Eels is ook een optie. Mr. E, oftewel Mark Oliver Everett, het muzikale geweten van Eels laat zich inspireren door gebeurtenissen in zijn leefomgeving. Een tragische familiegeschiedenis zorgt voor donkere en ironische teksten. Een dergelijk gegeven kan, in muzikaal opzicht, een donker en duister liedje opleveren. Ironie. Breekbaar. Depressie. Het is allemaal van toepassing op het werk van Eels. E. weet het echter op een fraaie muzikale wijze te verpakken. De tegenstelling tussen de muziek en zware teksten zorgt er juist voor dat de nummers tot de verbeelding spreken. Donker maar juist ook licht.
Dat donkere komt ook terug in de muziek van David Eugene Edwards. Tegenwoordig actief met Wovenhand maar bekend geworden dankzij 16 Horsepower. Een diepgelovig man die tijdens zijn jeugd de preken van zijn grootvader krijgt voorgeschoteld. Hel en verdoemenis dat zijn de twee toverwoorden.Tot op de dag van vandaag is dit terug te horen in zijn muziek. Teksten die weinig hoopvol zijn. Zondaren. Het einde der tijden. In tegenstelling tot Eels wordt dit nog verder versterkt door de onheilspellende klanken. Meeslepend en intens door de bijzonder combinatie van authentieke folk en hedendaagse muziekinvloeden. Een muzikant die tijdens concerten in extase raakt. In trance uit het diepst van zijn hart zijn muzikale boodschap verkondigt. Angstaanjagend maar daardoor ook juist fascinerend.
Na het rondje muziekcollectie zit ik nog even te twijfelen. Naast Nits, Eels, 16 Horsepower blijft er nog een band over waar ik tijdens de Snob 2000-platen-cd-kast-zoektocht even bij stil blijf staan. Morphine! Waarschijnlijk juist getriggerd door de kersverse aanschaf van de vinylversie van Cure For Pain. Eén van mijn favoriete albums uit de jaren 90. Zeker één van de meest gedraaide.
Bezetting : Tweesnarige bas, drums en saxofoon. Muzikale ingrediënten : jazz, blues en rock. En niet te vergeten het kenmerkende diepe stemgeluid van frontman Mark Sandman. Het is juist die niet alledaagse bezetting en rauwe mix van muzikale invloeden die het bijzonder maakt. Ongepolijst. Ongrijpbaar. Het mysterieuze voorkomen van zanger, bassist en oprichter Mark Sandman draagt daar zeker aan bij. Introvert. Charismatisch. In 1999 sterft Sandman in het harnas. Tijdens een optreden in Italië bezwijkt hij aan een hartaanval. Vlak na de opnames van het album The Night dat begin 2000 postuum verschijnt. Daarmee komt er na 10 jaar een eind aan de band.
In 2011 verschijnt de docu : Cure For Pain – The Mark Sandman Story. In deze docu wordt het verhaal van Sandman en zijn band verteld. Daarnaast wordt er ook dieper ingegaan op zijn privé-leven. Juist hetgeen wat hij tijdens zijn leven niet massaal heeft gedeeld met de buitenwereld maar wat hem wel heeft gevormd. Niet alleen qua persoon maar ook qua muzikant. Dat aspect is terug te horen in de muziek van Morphine. Met die wetenschap ben ik na het zien van deze documentaire Morphine nog meer gaan waarderen. En wat had ik de band nog een keer graag in de originele bezetting met Sandman live zien spelen. Gelukkig zijn daar de albums waarvan ik een aantal met enige regelmaat uit de kast tevoorschijn tover. Binnenkort maar een keer de bandjes met de 2 meter sessie en het Pinkpop-optreden uit 1994 uit mijn muziekarchief halen en digitaliseren. Opdat wij niet vergeten! Music is my drug roep ik weleens gekscherend. Dat geldt zeker voor Morphine. Ter ontspanning of muzikale oppepper.
P.S. Volgend jaar weer 150 plaatsen, of meer, winst in plaats van 150 plaatsen verlies in de Snob 2000?
Foto: met dank aan Pauline St. Denis