In de Snob 2000 op#953
Ik hou van artiesten die zichzelf blijven ontwikkelen, waar elk album weer een beetje anders is en waar de grenzen steeds weer een beetje worden verlegd. Soms leidt dat tot fantastische platen en soms tot absolute dieptepunten, maar zolang de hoogten steeds mooier zijn, kun je ook genoegen nemen met af en toe diepten.
Sufjan Stevens is zo’n man die steeds weer weet te verrassen als singer- songwriter. Van zichzelf heeft hij een wat ijle stem, maar muzikaal weeft hij van album tot album verschillende muzikale experimenten aan elkaar. Minimalistische folk, georchestreerde folk-rock, electronica of avant-gardisme. Niets is hem vreemd. Ook niet als het gaat om de inhoud van zijn albums. Na de albums Illinois en Michigan had hij het idee om over elke staat van Amerika een album te maken. Daar is nog niet veel van terechtgekomen, maar de man heeft inmiddels aardig wat albums gemaakt.
In 2015 verschijnt een hoogtepunt: Carrie & Lowell. Met dit album houdt Sufjan het erg klein en staan er veel intieme luisterliedjes op. Dat heeft ook alles te maken met het thema van het album: het overlijden van zijn moeder en de afwezigheid van zijn moeder in zijn jeugd.
Sufjan wordt geboren in het gezin van een zwaar religieuze vader (Subud geloof) en een moeder die aanleg had tot verslavingen en schizofrenie. In korte tijd werden veel kinderen geboren in het gezin, maar toen Sufjan een jaar oud was, ging zijn moeder (Carrie) weg en bleven de kinderen achter bij hun vader. Af en toe kwam zijn moeder nog langs, maar altijd ging zij weer weg en wist Sufjan niet of ze ooit nog terugkwam. Hij groeide op in een wereld zonder muziek, tv en alle bijkomende zaken. Er was nooit genoeg geld.
Lowell was een amateur muzikant en een muziekverzamelaar. Hij liet Sufjan kennismaken met Leonard Cohen, Frank Zappa, Judee Sill, Nick Drake en Mike Oldfield. Later, toen Sufjan zijn eerste bandje had, was Lowell ook zijn trouwste fan.
Bij de dood van zijn moeder ervaart hij leegte. Onvoldoende herinneringen aan haar tijdens zijn jeugd, terwijl hij juist ook in de laatste dagen en uren van haar leven haar liefde wilde betonen, maar tegelijk beseft dat hij haar eigenlijk niet kent.
Sitting at the bed with the halo at your head
Was it all a disguise, like Junior High?
Where everything was fiction, future, and prediction
Now, where am I? My fading supply
De melodie en de stem van Sufjan gaan hier door merg en been. Het verlies van zijn moeder, maar ook het gebrek aan herinneringen aan zijn moeder tekent zich hier af. Onderdeel van een album waarin hij zich van zijn meest kwetsbare kant laat zien. Kippenvel! Hij schreeuwt het van binnen uit:
We’re all gonna die
We’re all gonna die
We’re all gonna die
Sufjan Stevens maakt van dit album en deze song niet alleen een donker album. Hij laat zien dat in het donkere van het leven ook iets sterks kan uitkomen. Hij probeert antwoorden te vinden in dit persoonlijk gevecht.
Het is haast raar om te zeggen hoe ik hier van kan genieten. Maar eerlijk is eerlijk, de muziek, de tekst, de emotie van de stem. Heerlijk! Kippenvel, Sufjan op zijn sterktst!