I recall a schoolboy coming home
through fields of cane, to a house of tin and timber
Doe je ogen dicht en je ziet de piepjonge Grant McLennan door de velden van Queensland rijden, op weg naar de veehouderij van z’n moeder en stiefvader. Het is een beeld dat ik associeer met tv-serie Flying Doctors, of het boek De Loopvogel van de Australische schrijver Colin Thiele, dat ik als kind verslond. Het desolate, geromantiseerde Australië.
McLennan leerde Robert Forster kennen op de universiteit van Queensland en samen richtten ze The Go-Betweens op. De groep had wat succes in hun thuisland, maar hoe leuk Australië ook is, de rest van de wereld ligt elders, dus in 1982 verhuisden McLennan en Forster van Brisbane naar Londen. Dat is het offer dat je moet brengen voor een succesvolle muziekcarrière. Met het verruilen van de hete Outback voor het gloomy Engeland van de jaren tachtig kwam de melancholie, en een allesverzengende heimwee.
From time to time the waste, memory wastes
And the waste, memory wastes
McLennan pakte de akoestische gitaar van mede-Aussie Nick Cave en schreef een ode aan z’n jeugd in het noorden van Queensland, over opgroeien op een boerderij in the middle of nowhere, verlangend naar een betere plaats, een spannender leven; de grote buitenwereld in en, in het tweede couplet, over de kostschool. Het derde couplet is het meest optimistisch, als de zanger in de stilte van de universiteit in de boeken duikt en Forster ontmoet. Die neemt dan de zang over en praat/zingt het vierde couplet.
I recall the same, a reply
A plan you once had, from time down to mind
That time was bad, so I knew where I was
Alone, and so at home
Volgens McLennan is het liedje niet nostalgisch. Misschien niet, maar de beelden die hij oproept zijn zeker romantisch. Dat blijkt ook uit de titel van de lp waar Cattle and Cane opstaat: Before Hollywood. Het wordt nooit meer zo goed als het nooit is geweest, maar toch is er een verlangen naar het verleden, naar die boerderij in de velden van Queensland. Tijd is altijd de vijand.
De carrière in Engeland bracht The Go-Betweens weinig commercieel succes. Pas tegen het einde van de jaren tachtig, en weer terug in Australië, zou de groep meer succes hebben met hitjes als Streets Of Your Town, Was There Anything I Could Do? en Love Goes On. Die liedjes wonen op 16 Lovers Lane, hun mooiste plaat. Maar het állermooiste liedje blijft Cattle and Cane, geschreven op een grauwe dag in dat verdomde Engeland.
Further. Longer. Higher. Older