Als je twintig jaar geleden regelmatig naar de radio luisterde, viel er niet aan te ontkomen: de truckersmodulatie. De wát? Laten we de moeder aller truckers-modulatie-liedjes als voorbeeld nemen. In I Believe I Can Fly zingt R. Kelly het refrein na ongeveer 3 minuten in een nieuwe toonsoort, een halve toon hoger. Het gospelkoor dat plotseling komt opdraven, zet deze verandering nog eens extra kracht bij.
Modulatie noemen muziektheoretici dit. En dit type is van een speciale soort. Vergelijk het met een verveelde vrachtwagenchauffeur die omhoog schakelt als hij in slaap dreigt te vallen achter het stuur. Precies dat doel dient de truckersmodulatie vaak ook: voorkomen dat de luisteraar in slaap valt. Het is een nogal voorspelbare manier om het liedje, meestal bij het laatste refrein, nog even een zetje te geven.
Halverwege de jaren 90 was de Top 40 vergeven van de liedjes met dit type modulatie. Wat te denken van I Will Always Love You, My Heart Will Go On of I Want It That Way. Vuisten in de lucht en nog even knallen bij dat laatste refrein.
De truckersmodulatie bestond al langer en komt heel af en toe nog wel eens langs (Beyoncé lust er in dit nummer wel pap van), maar het absolute hoogtepunt, of dieptepunt zo je wilt, lag in de jaren 90.
De bloggers schakelen deze week een extra tandje bij en nemen je mee naar grote hoogtes.
Keuze Willem Kamps: Weezer – Undone-The Sweater Song (1994)
Een afrollend breiwerkje
Moduleren of transponeren, het is vaker gedaan, maar om nou te zeggen dat ik die nummers allemaal op mijn trommelvlies heb staan, nee. Sowieso heb ik helemaal niks met dames als Houston en Dion of de heer Kelly, die de truc – gebral met veel bombast en effectbejag – groot hebben gemaakt. Gelukkig zijn er ook leuke bandjes die het hebben gebruikt – en vaak minder nadrukkelijk.
Zoals die gasten van het Californische Weezer, die doodleuk in hun debuutsingle Undone – The Sweater Song een modulatie toepassen, maar dan bij de gitaarsolo. In die zin is het inderdaad de perfecte truckersmodulatie, een achteloze doorschakeling, maar alles behalve verveeld. Hoe je het went of keert, je voelt het doortrekken, extra gas en, geef het maar toe, het doet de oren spitsen.
Weezer is hier nooit echt een grote naam geworden, al hebben ze toch aardig wat successen op hun CV, zoals Say It Ain’t So, Buddy Holly, Beverly Hills (met in de clip een rolletje voor de onlangs overleden Hugh ‘Boobs’ Hefner) of het powerrockende up tempo Hash Pipe. De band heeft vanaf de oprichting een zekere ironie om zich heen hangen. Loodzwaar is het allemaal niet. De songs hebben een zekere luchtigheid – zie ook de video’s, maar een boodschap hebben ze wel.
Neem Undone – The Sweater Song. Geïnspireerd door The Velvet Underground (alles behalve vrolijke types) en geschreven als einde-verhaal-liedje, het krijgt door de gekozen metafoor, die sweater, iets schertsends. De personificatie van een ontrafelende trui, als een afrollend breiwerkje, teruggebracht tot een loze vorm; onklaar. Nutteloos. En, zanger-gitarist Rivers Cuomo brengt het allemaal met volle overtuiging, durf. Gemeend.
Los daarvan, is Undone – The Sweater Song in de basis gewoon een lekker slow stevig meezing nummer, met fijn gitaarwerk, en – voor deze High School nerd-types uit L.A. is het vrijwel onontkoombaar – er klinkt een snufje surf door in de meerstemmige zang. Zang, die hier heel uitgesproken zingt: ben ik niet zoals jij wilt, trek dan aan het koordje, maar eigenlijk bedoelt: blijf er met je poten vanaf en laat me zijn wie ik ben.
Keuze Martijn Vet: Radiohead – Sulk (1995)
Verantwoord moduleren blijkt bijna onmogelijk
Sinds mijn gitaarleraar er zijn afschuw over uitsprak, vallen modulaties me altijd op. En ik kan de man geen ongelijk geven. Meestal is het natuurlijk gewoon bedoeld om een oersaai nummer nog een klein beetje op te peppen. Een fantasieloze truc om er toch nog maar het beste van te maken.
Voorbeelden van functioneel moduleren ben ik niet echt tegengekomen. Eén uitzondering is natuurlijk I Believe I Can Fly. Supergeinig dat dat nummer op een gegeven moment ook echt de hoogte in gaat. Of vloog R. Kelly gewoon mee met de modulatie-hype van de tijd waarin dit nummer uitkwam?
Wat modulaties pas echt vervelend maakt, is dat ze bijna altijd op hetzelfde moment worden toegepast. Laatste refreintje een halve of een hele toon omhoog en klaar. Dat zou toch anders moeten kunnen, maar verantwoord moduleren blijkt bijna onmogelijk.
Gaan we dan toch maar te rade bij één van de muzikaal meest verantwoorde bands. Radiohead kiest op Sulk een interessant moment om de hoogte in te gaan: bij aanvang van een gitaarsolo. Die solo is zo explosief dat je helemaal vergeet dat zelfs deze band een goedkope truc uithaalt. Mijn gitaarleraar zal er weinig op tegen hebben.
Keuze Freek Janssen: Damien Rice – The Blower’s Daughter (2002)
Een trap op de ziel door een veel te jong meisje
Een functionele modulatie. Bij The Blower’s Daughter vond ik altijd dat die er was, maar niet functioneel in de zin van ‘hij ondersteunt wat er wordt gezongen’. Het is juist andersom; wat tot dan toe een zielig liefdesliedje was over een onbeantwoorde liefde, slaat ineens om in grimmigheid. En dat met een modulatie die bevrijdend klinkt, alsof de hemel openbreekt terwijl Lisa Hannigan, de vaste zangeres in de liedjes van Damien Rice, zingt ‘Did I say that I loathe you?’.
Auw, een trap op de ziel.
Hij is wel functioneel in de zin dat het hele liedje een opbouw lijkt te zijn naar dat ene moment. The Blower’s Daughter is een liedje dat aan elkaar hangt van onvervulde, onaffe momenten. Rice speelt het tergend traag, laat enorme stiltes vallen en – belangrijker nog – laat melodieën niet oplossen. Luister maar eens naar de laatste ‘can’t take my eyes’ in het refrein; het akkoord waarvan je verwacht dat het refrein daarna naar toe gaat, komt maar niet. Dat geldt ook voor het de laatste zin van het liedje. Onbeantwoord, onaf, onbevredigd.
Maar niet de modulatie dus, die enorm bevredigt, muzikaal. En dat terwijl hij niet op de gebruikelijke plek zit (laatste refrein), maar aan het begin van de brug.
Nu ben ik niet altijd van het uiteenzetten van het verhaal achter het liedje, maar in dit geval voegt het wel degelijk iets toe. Het volledige verhaal is terug te lezen op Songmeanings.com, hier een samenvatting.
Toen Rice nog jong was, werkte hij in een callcenter. Acht uur per dag hele vervelende en saaie gesprekken voeren, waarin hij mensen aan de andere kant van de lijn iets probeerde aan te smeren.
Een keer kreeg hij een meisje aan de lijn met een prachtige, sensuele stem. Hij vroeg of haar vader thuis was, maar dat was niet. Toen heeft hij ruim een uur met haar gebeld en daarna maakten ze vaker belafspraakjes – op het moment dat haar vader niet thuis was, uiteraard.
Die telefonische affaire was ineens over; ze nam niet meer op, gaf niet thuis en belde niet terug. Rice, geobsedeerd als hij inmiddels was, besloot naar haar huis te gaan. Hij zag de voordeur open gaan, en wat bleek; er kwam een meisje met een schooluniform uit. Zijn telefonische crush was veel te jong (she’s still too young, uit Vulcano).
Als je in dat licht de prachtige stem van Lisa Hannigan na die modulatie in majeur hoort zingen ‘Oohhh, did I say that I loathe you, did I say that I want to leave it all behind?’, kun je bijna niet anders dan kippenvel krijgen. Het verhaal verklaart trouwens ook het onbevredigende gevoel dat de rest van het liedje achter laat.
Over functioneel gesproken.
Keuze Tricky Dicky: Keedie – My Reason (2004)
Overtreffende trap
Even een tandje bijzetten om het lied nog wat pit te geven. Een soort pepertje in je kont mond stoppen voor het heilige vuur(tje). Eigenlijk is het volkomen fantasieloos en wellicht zelfs kenmerkend voor de kwaliteitsarmoede in de jaren negentig met als dieptepunt de opkomst van de computergestuurde dancemuziek en gabber.
In de Baptistenkerk gebeurt dit al decennia. Een voorzinger, een koor en elk couplet in de overtreffende trap en met een beetje goede wil dansen de mensen in de paden. Maar dat is emotie en beleving! In de klassieke muziek komt de truckersmodulatie ook voor, maar niet uit luiheid of gebrek aan fantasie. Of om de plaat aantrekkelijker te maken. Nee, we hebben het hier over geschoolde stemmen, die gewoon vele toonladders kunnen halen en op deze wijze de vlam in de pijp weten te krijgen.
Neem Keedie Babb. Ik vermoed dat ze vroeger op school gepest moet zijn met zo’n naam, want kinderen zijn harteloos; hopelijk had ze geen last van boulimia. Ze is een crossover sopraan, die moeiteloos drie octaven in de weegschaal kan leggen. Op 19-jarige leeftijd deed ze mee aan een talentenjacht en dit leverde haar een zeven-cijferig platencontract op. Na haar debuutalbum nam ze Puccini’s Nessun Dorma op, maar dit album is nooit uitgebracht. Om onduidelijke reden besloot ze haar contract eind 2005 te beëindigen.
Als geintje wilde ze in 2010 meedoen aan de X-factor, maar helaas is ze niet door de jury beoordeeld. Misschien wel gelukkig, want meestal zoeken ze nietszeggende poppetjes om te kneden. Ooit hoorde ik een verhaal over Elvis Presley die onder een valse naam aan een Elvis-competitie meedeed, maar van de jury te horen kreeg dat hij nog wat moest oefenen en zijn uitstraling tekort schoot in vergelijk met dat van The King.
Tot op de dag van vandaag heeft ze maar één album op haar naam staan, maar die kan je – zelfs wanneer je geen opera-fan bent – blindelings kopen. Klassieke vertolkingen worden afgewisseld met eigentijdse popmuziek. Hét hoogtepunt is My Reason uit de film Modigliani, dat speciaal door Guy Farley voor haar gecomponeerd is. Een schitterend lied met een rustige opbouw waar haar normale stem de boventoon voert tot vlak voor het einde doorgeschakeld wordt naar de overtreffende trap. Haar stemvolume gaat vol open en de muziek zwelt aan met een moderne beat.
Keuze Ronald Eikelenboom: Epica – Unleashed (2009)
Speld in een hooiberg
Soms verzinnen ze dingen bij Ondergewaardeerde Liedjes waarvan je denkt, wat moet ik daar nu weer mee? Truckersmodulatie. Gaan we nu echt een battle houden met liedjes van Henk Wijngaard en Tina Trucker? Maar nee, het is iets muziektheoretisch. Nog één keer het refrein, maar dan een octaaf hoger. Aldus google. Waarna een hele lijst jaren negentig nummers volgt waar ik niet echt blij van wordt. Op zoek dus naar een liedje waar ik wel wat over kan schrijven.
Nu luister ik graag naar muziek, maar heb ik weinig verstand van muziektheorie. Dus toch eerst die lijst foute liedjes beluisterd. Soms hoorde ik het duidelijk, soms ook niet, hoe goed ik ook luisterde. En wat opvalt: vrouwen zijn hier beter in dan mannen.
Nu ik wist waar ik naar moest luisteren kon ik misschien zelf een liedje vinden maar dat bleek zoeken naar een speld in een hooiberg. Dan muziekvriend Nico maar appen, of hij niet iets wist. Na een nachtje slapen kwam hij met Unleashed van Epica op de proppen. De band heeft met zangeres Simone Simons een mezzo sopraan in huis die moeiteloos een toontje hoger kan zingen en ja hoor, aan het einde van Unleashed klinkt een overtuigende truckersmodulatie.
[polldaddy poll=9847624]