Je zit er meteen middenin, alsof je een deel van het nummer hebt gemist. Het aflopende intro daah dah dah damm en dan de eerste zangregel, and when I see the sign that points one way, die klinkt alsof er een hele geschiedenis aan vooraf is gegaan. Dat zal ook wel, want het gaat over het niet kunnen bereiken van Renee. Die lyrische melodie zou wat overdone zijn na een one night stand. Nee, dit is liefdesverdriet met een hoofdletter L. Met een brok in de keel zien we Renee weglopen. Walk Away Renee. Snif. Een prachtliedje, maar dat geldt ook voor Pretty Ballerina, eveneens van The Left Banke.
The Left Banke was een gezelschap uit New York, begonnen in ’65. In ’66 was Renee een smash hit (Billboard #5) en in ’67 was de Ballerina aan de beurt (#15). Het was typisch zo’n band met vele meningsverschillen, al dan niet muzikale, maar erg genoeg voor een groot verloop. De songschrijver van beide successen, Michael Brown, richtte zelfs een tweede Left Banke op, wat tot juridisch gedoe leidde. Zanger was toen Bert Sommer, die later nog solo de line up van Woodstock sierde. Ander weetje: op het tweede album van de originele band, waar Brown vervolgens weer kortstondig deel van had uitgemaakt, deed onder andere een jonge Steven Tyler de achtergrondzang, zich zo warmdraaiend voor Aerosmith.
Zowel Renee als de Ballerina werden geïnspireerd door een onbereikbare liefde. Het was de vriendin van de bassist van Left Banke. Ja, daar blijf je als bandlid vanaf. Songschrijver Brown was echter zo weg van haar dat zij de bron was van meerdere nummers, ook She May Call You Up Tonight. Wellicht hoopte hij dat hij haar via zijn muziek tot hem kon verleiden, maar ja, die muziek werd ook door de bassist gespeeld. Of de andere leden en de muze zelf in die tijd weet van de adoratie hadden vermeldt de geschiedenis niet.
Het afspraakje met de mooie ballerina lijkt aanvankelijk meer perspectief te bieden dan de liefde voor Renee, al moeten uiteindelijk de ogen worden gesloten om haar te kunnen zien. Ze blijft dus een droom. Werkelijk schitterend is het korte strijkje, halverwege het nummer. Voor mij het hoogtepunt van een al wonderschoon lied. Ondanks zijn zwakke gezondheid zou romanticus Franz Schubert er in zijn dagen een flinke bolling van in de broek hebben gekregen.
Zoals Renee is gecoverd – denk aan de bekendere versie van The Four Tops – is de ballerina dat ook. Shockrocker Alice Cooper is hier voor zijn doen op z’n liefst en maakt er, anders dan wellicht verwacht, gelukkig geen harde versie van. Het intermezzo wordt gedaan op een mellotron en dan heb je mij al half in je zak zitten. Ook Mark Everett, of eigenlijk Eels doen ‘m ook, te vinden op hun liveplaat waarbij Everett wordt begeleid door een strijkkwartet. Een aardige, maar ook wat snelle versie. In mijn droom zie ik dan een wat springerige piekharige ietwat onzekere ballerina. Geen liefde. Nee, hier blijkt weer: het origineel is beter.