Eind 1978 was Ska in Nederland op sterven na dood. De langzamere vorm – Reggae – scoorde (sporadisch) nog wel in de vaderlandse poplijsten met Dillinger, Musical Youth, Bob Marley, Peter Tosh en Third World. In Engeland zorgen blanke gasten voor een revival van de skamuziek: The Specials, The Beat, Bad Manners en natuurlijk Madness. Een Nederlands antwoord kwam er eigenlijk niet; pas in 1981 ging Nederland overstag op de tonen van Doe Maar. Vier jaar lang zou alles wat ze aanraakten in goud veranderen, maar de vele aandacht brak de groep uiteindelijk letterlijk en figuurlijk op.
Maar in 1980 hadden het Haagse Urban Heroes al een Ska-hitje met Get It en Not Another World War, alhoewel de laatste meer weg had van een The Police-lied. Het bijbehorende album wordt goed ontvangen, zelfs in Amerika schrijven critici lovend over de Urban Heroes. De opvolger in juni 1981 werd het grootste en bekendste: Habadaba Riwikidi (bijgenaamd The Love Hopper). Helaas zullen de vele personeelswisselingen een definitieve doorbraak verhinderen. Een aantal leden formeren nog de groep Boom Boom Mancini en scoren een minihitje met Red Skies, maar hierna was het – commercieel gezien – over.
Desalniettemin is Urban Heroes de band die het meest op parkpop heeft gestaan: 5 keer (plus 1 keer op Maliepop; de voorloper van Parkpop). Zanger Evert Nieuwstede: Wij combineerden een scala aan stijlen: rock, ska, jazz, reggae, blues, punk en pop. Dit was bijzonder en tevens kenmerkend voor Den Haag als muziekstad, want de stad was en is nog steeds de meest brutale popstad van Nederland. De lokale muziekscene is vernieuwend en innovatief.
In 2008 komen de Urban Heroes in het kader van 50 jaar Nederpop weer in de belangstelling door de uitgave van een verzamelalbum via Fonos. Een jaar later maakt de band deel uit van de Dutch Rock Nights tour door Nederland, België en Duitsland. In 2010 duiken ze de studio in voor een album, maar deze is nooit uitgegeven. Wel is er in 2014 nog een single met de Bombitas: She’ll Be Back For More.