Het op vroege leeftijd overlijden van een artiest is op twee manier een drama. Ten eerste persoonlijk. De achterblijvers moeten verder zonder hun vriend of vriendin, zoon of dochter, man of vrouw. Ten tweede natuurlijk muzikaal. Het overlijden van de artiest laat ruimte voor de vraag: wat had er nog van kunnen worden? Wat had er nog ingezeten? Hoeveel geniale albums lopen we nu mis? Wat had Kurt nog kunnen doen? Wat hadden een Jim, Jimi en Janis nog in zich? We zullen het nooit weten.

Dat maakt het lot van vader Tim en zoon Jeff Buckley wellicht driedubbel tragisch. Ze verlieten allebei vroegtijdig de aarde – vader aan een overdosis op zijn 28ste, zoon op zijn 30ste aan een fataal zwemavontuur in Memphis. Ze hadden hun moment in de spotlight en daarna werd het donker. Daarmee dreigt helaas ook de heiligverklaring. Rondom de namen Tim en Jeff zal zo altijd een tragische sfeer hangen. Een sfeer die geen recht doet aan de levensenergie waarmee ze muziek maakten.

De heiligverklaring zorgt ook voor een nare bijwerking. Om het gemis goed te maken, wordt elke ruwe demo en toevallige opname uitgebracht. Om nog maar eens te bevestigen wat voor een groot gemis het voortijdige verscheiden is. Beter is het te luisteren naar de magie toen ze nog leefden, dan te zwelgen in hun afscheid.

Keuze Tricky Dicky: Tim Buckley – Song To The Siren (1970)

Hypnotiserend

Jeff zal het talent van zijn vader geerfd hebben, maar eigenlijk valt hij niet echt te beoordelen met maar één studioalbum op zijn conto. Er zijn wel duidelijke overeenkomsten: de stijl van musiceren en de stompzinnige wijze waarop beiden overleden zijn. Pa omdat hij stomdronken heroïne inslikte en zoonlief is verdronken.

Persoonlijk waardeer ik Tim meer dan zijn zoon, maar dat kan zeker te maken hebben met het tijdperk. Ik heb nu eenmaal een zwak voor de Woodstock-generatie. Bovendien vind ik zijn liedjes expressiever en gevarieerder. In 1968 trad hij op in de allerlaatste aflevering (58) van The Monkees televisieshow. Een man en zijn gitaar hypnotiseerde de luisteraar met Song To The Siren. Het leek op een gedicht over een onbeantwoorde liefde met een mythologische knipoog. Niet alleen een schitterende uitvoering, maar zelfs zijn allerbeste ooit. Het zou nog twee jaar duren, voordat Tim tevreden was over een studioversie voor zijn album Starsailor.

Co-schrijver Larry Becket: I only saw him actually compose to my lyrics once, and it was Song To The Siren. He looked at that page, which had only taken me a few minutes to write, days before, and started playing and singing the song as if it was already written. He made some minor adjustments and it was complete. We were astonished.

Keuze Ronald Eikelenboom: Tim Buckley – Move With Me (1972)

Overspel, wraak en humor op een bedje van funk

Tim of Jeff Buckley is de keuze voor de battle van deze week. Een lastige keuze. Bij Jeff Buckley heb ik een mooi verhaal. Ooit kreeg ik zijn debuut Grace getipt als ‘echt een album voor jou’. Dus uit het werk bij Boudisque langs in de Haringpakkerssteeg, nog altijd zonde dat die winkel moest wijken voor een exorbitante huurverhoging, en daar stond ik te kijken naar een tafel vol cd’s van mannelijke singer-songwriters. En geen idee meer hoe de beste man nu heette. Op goed geluk nam ik Welcome To The Cruel World van Ben Harper mee, in de overtuiging dat dat het genoemde album was. Uiteindelijk kwam het toch nog goed en kocht ik alles wat los en vast zat van Jeff Buckley, al luister ik er zelden meer naar.

Maar vader Tim is wat mij betreft toch echt ondergewaardeerder. Het heeft lang geduurd voor ik naar Tim Buckley ging luisteren. Ergens had ik altijd het idee dat hij een tweederangs, of misschien zelfs wel derderangs, Bob Dylan was. Zo’n zemelende folkie. Tot ik een paar jaar geleden besloot alle albums uit het boek 1001 Albums You Must Hear Before You Die te beluisteren, waar ik overigens nog altijd niet klaar mee ben. Ik zocht Greetings From L.A. op Spotify op en werd verrast. Niks zemelende folkie maar seksueel geladen dikke, vette funk! Move With Me, het openingsnummer, had een mooie bijdrage kunnen zijn aan de recente overspel battle, of de daarop volgende wraak-battle. En dat alles gebracht met humor. Die eerdere twee battles moesten het doen zonder dit nummer, in deze battle mag het beslist niet missen.

Keuze Dimitri Lambermont: Jeff Buckley – Eternal Life (1994)

Speels

Zoals ik in het intro al aangaf is het bij Jeff Buckley makkelijk in de tragiek te blijven hangen. Die arme zoon van een beroemde vader die ging zwemmen en niet meer boven kwam. Om het altijd te blijven zien als die geniale vertolker van Leonard Cohen’s Hallelujah en daarmee klaar. Dat zou jammer zijn. Want voorbij dat alles was Jeff Buckley ook maar gewoon een jonge gozer met een gitaar en toevallig een hemelse stem.

Hij kan op zijn tijd ook een aardig potje rocken. Geen gekwelde troubadour, maar een rockende, stampende, schreeuwende en zwetende twintiger. Een goed voorbeeld hiervan is de live-uitvoering van Eternal Life uit 1995 van de Mystery White Boy tour.

Tell me where is the love in what your prophet has said?
Man, it sounds to me just like a prison for the walking dead
I’ve got a message for you and your twisted hell
You better turn around and blow your kiss goodbye to life eternal

Ik kijk de DVD nog regelmatig. Vooral om de levensenergie te aanschouwen. Natuurlijk is de gekwelde troubadour ook hier ruimschoots aanwezig. Maar ik zie toch vooral een artiest die met een leuk bandje een goed optreden neerzet. Speels. Lachend en lol hebbend. Met rare stemmetjes. Met een makkelijke glimlach. Jeff neemt het allemaal niet zo serieus. En dat is ook wel eens fijn.

Keuze Marcel Klein: Jeff Buckley – Back In NYC (1998)

Rauwe Cover

Ik kies voor een nummer van Jeff. Eerlijk gezegd heeft de muziek van vader Tim nooit zoveel voor mij gedaan. Dat was bij Jeff wel anders.

Grace blijft een album wat bij mij nog steeds warme gevoelens oproept. Een mooi album wat wellicht Jeff een mooie carrière had kunnen opleveren. Helaas heeft dit niet zo mogen zijn, en was dit zijn enige echte studio album. Na zijn dood verscheen in 2016 nog een album met alleen maar demo’s (You And I), en natuurlijk het album waar hij mee bezig was toen hij overleed. Het album zou My Sweetheart, The Drunk gaan heten, maar omdat het album nog niet af was, werd het uitgebracht als Sketches For My Sweetheart, The Drunk. Jeff was nog niet tevreden over dit album en ten tijde van zijn overlijden. Hij en zijn band wilden hiermee verder gaan. Het heeft niet meer zo mogen zijn.

Maar…. Eerlijk is eerlijk, de nummers zijn ook beduidend minder dan de songs op Grace. Het second-album syndrome leek ook bij Jeff toe te slaan. Aan de andere kant geeft dit uitgebrachte album wel veel meer songs van Jeff en laten we eerlijk zijn, dat is altijd goed. En in ieder geval beter dan de uitgebrachte demo’s van You And I.

Op Sketches staan ook weer een paar covers. Die covers zijn met name interessant om te luisteren van Jeff hiervan maakt. Een voorbeeld is Back To NYC; een cover van een nummer van Genesis. Het laatste album waar Peter Gabriel op meespeelde en waar van alle leden van Genesis alleen diezelfde Peter echt positief op terugkijkt. Waarom Jeff specifiek dit nummer coverde vertelt de geschiedenis niet, maar ondanks de matige geluidskwaliteit van het nummer, geeft juist het verschil in rauwheid, hardheid tussen de versie van Genesis en Jeff aan. Jeff schuurt hier tegen een donker New York aan, aan de onderkant van de samenleving en geeft het een ‘unheimische’ sound mee. Eigenlijk de sound die Genesis er aan mee had moeten geven. Tevens laat dit zien waar toe Jeff in staat was. Helaas is dit er dus nooit uitgekomen.

Keuze Marèse Peters: Jeff Buckley – Back In NYC (1998)

Een rauwe versie van een Genesis-klassieker

Weinig debuutalbums zijn zo overtuigend als Grace van Jeff Buckley. Ja, hij is overleden voordat hij een echte opvolger kon maken, dus we weten niet of hij dit hoge niveau had kunnen vasthouden. Sketches for My Sweetheart the Drunk (postuum uitgebracht in 1998) staat vol met onaffe vingeroefeningen. Maar de live-opnames die gelukkig nog beschikbaar zijn, laten zien dat we hier met een uiterst begenadigd muzikant en liedjesschrijver te maken hebben.

Jeff maakte dus maar anderhalf album. Vader Tim Buckley liet op zijn 28ste met 9 studio-albums een veel groter oeuvre na, maar dat klinkt in mijn oren aardig gedateerd. Over de vraag ‘Tim of Jeff?’ hoef ik dus niet lang na te denken.

Zoals gezegd: de kwaliteit van Grace staat buiten kijf. Al die nummers zijn verplichte kost voor elke zichzelf respecterende muziekliefhebber. Maar mijn hart maakte pas écht een sprongetje toen ik ontdekte dat er op Sketches For My Sweetheart The Drunk een cover van een Genesis-nummer staat. Wat!? Twee van mijn grote muziekliefdes samen in één opname! Hoe tof is het dat Jeff óók fan was van de vroege Genesis!

Buckley’s rauwe versie van Genesis’ Back in NYC uit 1974 (van het conceptalbum The Lamb Lies Down On Broadway) is fantastisch. Bestaat de originele begeleiding uit synthesizers – Jeff verruilt ze hier voor gitaren. En wat pakt die keuze goed uit! Bovendien is zijn stem misschien nog wel expressiever dan die van Peter Gabriel, die in het origineel al een hoop emotie legt. Buckley gooit er met gemak nog een schepje bovenop.

Hoe vaak ik dit nummer ook luister, ik blijf kippenvel houden. Sorry Tim!

[polldaddy poll=9973485]

One comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.