Dit jaar kwam een re-issue uit van het legendarische Purple Rain-album van Prince and The Revolution. Hoewel de meningen over die release verdeeld zijn, staat één ding buiten kijf. Dit is een formidabel stuk muziekgeschiedenis, waarmee de ooit als cult act opererende Prince in 1984 in één effectieve klap de mainstream heeft bereikt. De tangaslips van de hoes van Dirty Mind en de fallussymboliek op de 1999-voorkant zijn ingeruild voor familievriendelijk vermaak, dat zowel artistiek verbluffend is, als commercieel succesvol.
Hoewel… dat familievriendelijke lijkt aan de buitenkant maar zo. Hoe verder je de A-kant van het album in wordt gezogen, hoe meer ‘de oude’ Prince zich laat horen. Met als absoluut hoogtepunt de afsluiter, Darling Nikki. Voor het eerst op Purple Rain horen we de oude geilneef weer, die Prince op zijn eerdere albums was, en ook horen we hier voor het eerst de humor die daarmee vaak gepaard ging. Het verhaal is namelijk best mal. Hij ontmoet een masturberende dame in de lobby van een hotel en vervolgens gaat hij met haar mee naar huis. Wat deed ze dan in hemelsnaam in een hotel? Dat is toch bij uitstek de plek waar promiscue types juist de hotelkamers op gaan met anderen. Wat deed hij in dat hotel? Als hij een kamer heeft is dat in de vaart der dingen toch meer praktisch voor een snelle wip? Afijn, in dat kasteel van een huis heeft deze Nikki ‘everything that money could buy’, dus het zal allemaal geen budgetkwestie zijn geweest. Op het eind wordt hij na een wilde nacht wakker, blijkt Nikki gevlogen en blijft hij alleen in dat peperdure huis achter.
Het nummer blijft voor Prince’ doen nog enigszins netjes. Maar het ‘masturbating with a magazine’ segment schokte enkele bezorgde ouders in de Verenigde Staten behoorlijk. Zij dachten een veilig popalbum in huis gehaald te hebben, met Prince als ‘de nieuwe Michael Jackson’. Hun kroost luisterde verdorie ineens naar hitsig gekerm en gekreun en de verheerlijking van vrije seks met vreemden. Onder die bezorgde ouders was Mary ‘Tipper’ Gore te vinden, toenmalig vrouw van toekomstig vice-president Al Gore. Zij leidde beweging dat vond dat kinderen beschermd moesten worden tegen dit soort teksten. Darling Nikki was uiteindelijk de aanleiding tot de illustere ‘parental advisory’ sticker die de cover van menig album zou gaan sieren. Zonder Prince had die sticker er wellicht nooit geweest, dus in die zin is Darling Nikki een heus stukje popgeschiedenis. Ironisch genoeg schitterde de sticker op de recente heruitgave van Purple Rain door afwezigheid. Kennelijk is naar hedendaagse maatstaven een liedje over een masturberende vrouw lang zo erg niet meer…
Laten we echter vooral ook niet vergeten dat Darling Nikki muzikaal echt een fantastische track is, vol piepende en krakende gitaren, gierende synths en een ontregeld gillende Prince. Heerlijk. Let ook eens op de beukende drumpartij. Laat het aan rockfans horen en velen zullen erkennen dat de dubbele basdrum op het eind er harder in gaat dan die van menig metalband uit die zelfde periode. En dan eindigt het doodleuk met een achterstevoren afgespeelde boodschap. Veel Amerikaanse kerken riepen in de jaren tachtig op tot plaatverbranding van bepaalde artiesten wegens ‘verborgen boodschappen van Satan’ wanneer je deze albums achterstevoren afspeelde. Prince haakt daar met een fantastische knipoog op in. Wie het einde van het onverbloemd seksuele nummer omgekeerd afspeelt, hoort dat Prince in het geheel niet van God los is. Je krijgt zelfs een enorm stichtelijke boodschap: ‘Hello, how R U? I’m fine, cause I know that the Lord is coming soon, coming, coming soon…’ Duidelijk een gevalletje na het zingen de kerk in, dat Darling Nikki!