Een opvallende plaat van dit moment is The Priest van Johnny Marr en Maxine Peake. Marr, bekend van The Smiths, verzorgt de muziek en Peake, een actrice, het spoken word. Het is het verhaal van een dakloze tiener in Manchester, door haar omgeving a fockin’ vigar, a priest genoemd. Peake spreekt hier onvervalst Mancunian slang. Ik herkende direct haar stem. Peake speelt vaker een working class-type, zoals bijvoorbeeld in de tragikomische serie Shameless. Een kant van de Britten die zij niet onder stoelen of banken steken. Noch in beeld, noch in muziek. They don’t give a shit.
In A Well Respected Man uit 1965, zingen The Kinks al over de gewone Britse man, waarna John Lennon deze in 1970 ironisch op een voetstuk plaatst in zijn Working Class Hero. Als dan de werkgelegenheid en daarmee het al grijze toekomstbeeld verder verslechtert, komt na de ‘no-future-punkgolf’ Phil Daniels in 1979 met zijn Penultimate Person. De teloorgang van de werkende klasse in krap vijftien jaar. Weer vijf jaar later bevestigd door Peter Gabriël en Kate Bush in hun Don’t Give Up, al is hier het cynisme weg en proberen zij de met ontslag bedreigde arbeider, de mijnwerker, juist een hart onder de riem te steken.
Muziek en theater zijn eigenlijk altijd verbonden geweest (opera, musical) en we kennen allemaal de uitstapjes naar het grote witte doek van bijvoorbeeld Mick Jagger of David Bowie. Andersom is Phil Daniels een acteur die verzeild is geraakt in de muziekwereld, gelijk Peake. Als acteur schurkte hij er al dicht tegenaan met zijn hoofdrol van Jimmy in de verfilming van Pete Townsends min of meer vergeten Quadrophenia, over de strijd tussen Mods en Rockers. In datzelfde jaar had hij met zijn new waveband The Cross vervolgens een aardig succesje met Kill Another Night.
In 1980 vervangt Daniels Hugh Cornwell van The Stranglers wanneer die acht weken moet brommen, maar daarna richt hij zich weer op het acteren. Toch eerst weer met een link naar de muziek, als manager in de film Breaking Glass met het hartverscheurend mooie Will You van Hazel O’Connor. Veertien jaar later duikt-ie plotseling weer op in Parklife van Blur, als de ‘welbespraakte’ ambulante handelaar in kozijnen en hij flikt dat opnieuw bij Blur, in 2003 in Me, White Noise, opnieuw type patjepeeër.
Op het titelloze album van Phil Daniels And The Cross is naast Kill Another Night ook de tweede single Penultimate Person te vinden. Het is het cynische cockneyverhaal van het uitzichtloze, zich wekelijks herhalende bestaan, de opmaat naar de donkere jaren ‘80: uitslapen, de baas in je nek, ontslag, drinken, op zoek naar seks, meer slapen en ondertussen dromend van een Rolls Royce en geld als ontsnappingsroute. Twee bijna vergeten minuten en veertig seconden van opgekropte woede en frustratie – ondergewaardeerd als mens. Het lied jammer genoeg ook.