‘Een koebel staat tot muziek als tequila tot een saaie vergadering om negen uur ‘s ochtends.’ Beter dan onze vrienden van Perfects.nl kunnen we dit magische instrument niet omschrijven.

Want manmanman, wat is de koebel een ondergewaardeerd stukje staal. In de jaren zeventig werd het misschien iets te vaak gebruikt in de rock, waardoor het een beetje uit de gratie raakte. Een sketch uit Saturday Night Live maakte de koebel opnieuw legendarisch.

Hop, daar gaan we. Acht keer los rammen op die koebel. I got a fever, and the only prescription is more cowbell!

Keuze Dave Thijssen: The Chambers Brothers – Time Has Come Today (1968)

Koebellen in psychedelische muziek: alsof je in een LSD-trip met cowbells terecht komt

In 1968 viert de psychedelica hoogtij in de muziek en dat is in alle stromingen te horen. De soulband The Chambers Brothers die bestaat uit de gebroeders Lester, Joe, Willie en George Chambers en Brian Keenan. De band was voornamelijk berucht om hun rauwe live-optredens en scoorde nooit grote hits, behalve een 11 minuten durend epos genaamd Time Has Come Today, die overigens nog in vier verschillende edits werd uitgebracht.

De koebel is een zeer belangrijke factor in het liedje al direct bij het intro waar de koebel gelijk flink misbruikt wordt. Maar wat doe je met een koebel als je een psychedelisch liedje maakt? Nou, je gooit er in de studio een echo overheen (op 2:57) en het lijkt alsof je in rare LSD-trip van koebellen terecht komt. Als je de live-versies opzoekt op YouTube van Time Has Come Today dan valt het op hoe heerlijk het is om alleen maar op een koebel te mogen rammen. Je hoeft er niet heel erg muzikaal voor te zijn; noten lezen is niet nodig, als je maar goed kan rammen, heerlijk!

Stel je voor dat er eigenlijk maar één sessiemuzikant was die koebel speelde in die tijd en hij/zij op alle cowbell songs te horen is, wow!

Keuze Tricky Dicky: Grand Funk – We’re An American Band (1973)

De heren stonden met hun naakte koebellen op de hoes

En daar was de langverwachte lp; not signed, but sealed and delivered. We hebben het over 1973 en de elpee  kwam rechtstreeks uit de U.S. of A. waar hij nét niet de nummer 1-positie bereikte. De hoes had een goudkleurige buitenkant met zwarte letters, de titels van de liedjes op de achterzijde in volgorde van titelbreedte en de naam van de producer, Todd Rundgren.

Wanneer je de hoes open klapte kreeg je een foto te zien van de vier bandleden in een hooiberg met veel Amerikaanse vlaggetjes. De heren waren naakt… dat was weer wat minder, alhoewel je aan het preutse Amerika kan overlaten dat je (in dit geval gelukkig) net niets ziet. Geef mij maar Beyoncé’s voorkant; de achterkant is overigens ook niet te versmaden. Afijn, terug naar het onderwerp. De elpee was doorzichtig goud (a.k.a. virgin vinyl) en gaf een onbestemde geur af. Ja, ja, ik zie de raderen draaien….

Grand Funk (Railroad)’s We’re An American Band was de groep’s eerste nummer 1-hit en ging over het leven tijdens de optredens: We’re coming to your town, we’ll help you party it down.

Normaliter was gitarist Mark Farner de zanger, maar deze single (en ook diverse tracks van de LP) werd ingezongen door drummer Don Brewer. Anno 2015 zijn de heren gebrouilleerd nadat (rond 1997) Don zich op leugenachtige wijze de rechten van de groepsnaam toegeëigend had, maar dit terzijde. Het nummer opent met de koebel, de drums rommelen en dan zet de gitaar en het orgel in. Er worden voor de buitenstaander een aantal vreemde zinnen gezongen: Up all night with Freddie King, I’ve got to tell you, poker’s his thing. De openings-act tijdens de ’72-’73 tour was Freddie King, een bluesguitarist die elke avond poker speelde met zijn bandleden en hun gage terugwon, zodat ze de volgende avond wel weer moesten spelen.

Four young chiquitas in Omaha. Vier jonge groupies verwelkomde de band (zeer) uitbundig: Sweet, Sweet Connie was doing her act. De bekende groupie Connie Hamzy kwam veelvuldig langs. Geruchten stellen dat ze de hele band een dienst (of twee, drie etc.) bewezen heeft. Anno 1973 was zij een stuk van de eerste orde, die haar grand funk niet beperkte tot Grand Funk.

De band was van 1969 tot 1975 mateloos populair en heeft altijd een aparte sound gehad, typisch Amerikaans en dat zal ook wel de reden zijn dat ze in Europa uitsluitend met twee covers (The Loco-Motion en Some Kind Of Wonderful) succes hebben gehad. Voor mij zijn ze een jaren zeventig-jeugdgevoel met wijde pijpen, strakke hemden, spekzolen en verschrikkelijk haar. Uit de tijd dat geluk heel gewoon was met een stapel elpee’s en singles uit de ‘Land of Plenty’.

Keuze Edgar Kruize: Prince – Bambi (1979)

Koe niet ontvankelijk voor stier…

Wie aan Prince denkt, denkt niet direct aan het getik van een cowbell. Toch heeft hij een onvervalste koebelklassieker op zijn naam staan in de vorm van Bambi. De ronkende track stamt van zijn tweede (titelloze) album en die kwam in het staartje van de jaren zeventig uit. Het decennium dat de cowbell groot heeft gemaakt in de rockmuziek. Bambi is dan ook het eerste onvervalste rocknummer dat Prince opneemt, met gierende gitaren, beukende drums en… Juist ja!

Geinig detail is dat Prince het nummer gedurende de jaren tachtig eigenlijk nooit meer heeft gespeeld. Pas in 1990 verscheen het ineens weer op de setlist tijdens shows. We hebben een flauw vermoeden dat een zeker bandlid van toenmalig voorprogramma Lois Lane daar weleens iets mee te maken kan hebben. Bambi gaat over de frustratie van de zanger dat de dame die hij aanbidt zijn liefde niet kan/wil beantwoorden omdat ze nu eenmaal op vrouwen valt. Bambi, don’t you understand…, smacht Prince. Bambi, it’s better with a man!

Als op 10 augustus 1990 in Gothenborg voor het eerst in vele, vele jaren het nummer (zonder koebel gespeeld) weer van stal wordt gehaald, kondigt Prince het als volgt aan: Suzanne, it’s better with a man. Zou hij een blauwtje hebben gelopen?

Sindsdien is het nummer met grote regelmaat teruggekomen tijdens Prince-concerten. Het heeft echter tot 2013 geduurd tot hij voor het eerst iemand zo gek kreeg om het nummer op het podium van ritmisch cowbell-getik te voorzien.

Keuze Edgar Kruize: Guns N’ Roses – Nightrain (1987)

Goedkope alcohol + een koebel = epische track

Het album Appetite For Destruction is een aaneenschakeling van klassiekers. En als je er zo veel op één album hebt staan, valt er nog wel eens eentje buiten de boot in het collectief geheugen. De beste single van dat album staat dan ook doodleuk niet op de Greatest Hits van Guns N’ Roses, maar wat blijft ‘ie lekker. Laat dat nummer nu niet zonder cowbell kunnen!

Sterker nog, het begint gewoon met het getik van de koebel. Veel mensen denken dat Nightrain gaat over het gebruik van speed of crystal meth. Nightrain ontleent zijn verkeerd gespelde titel echter aan een goedkoop wijnmerk (Night Train) dat bij de bandleden erg populair was vanwege het hoge alcoholpercentage. Het blijk Slash’ favoriete nummer van de band. In zijn autobiografie schrijft hij: That song has a rhythm to it in the verses that from the start always made me go crazy. The first time we played it, even, I started jumping up and down – I couldn’t help it. When we had our huge stage later on, I’d run the length of it, jump off the amplifiers, and lose it just about every single time we played it. I’m not sure why, but no other song we’ve ever played live made me move like that.

Ik weet het ook niet, maar bij mij gebeurt exact hetzelfde. Epische song met perfect gebruik van de cowbell.

Keuze Freek Janssen: Tone-Lōc – Funky Cold Medina (1989)

De koebel is hier in zijn eentje verantwoordelijk voor de funk – in twee tonen, dat wel

Een, twee, drie, vier, go: het is dat Funky Cold Medina uit 1989 stamt, anders zou je denken dat Pharrell Williams hem geproduceerd had. Het liedje funkt al bij het aftellen en blijft dat de hele 4 minuut 18 doen. Dankzij die verrukkelijke koebel, natuurlijk.

Tone-Lōc werd in Nederland met name bekend om Wild Thing, dat ook een bijzondere percussie-gimmick had; het tromroffeltje in het refrein. Ik heb Funky Cold Medina altijd fijner gevonden, maar dat werd lang zo’n grote hit niet. De koebel (waarvan beide tonen worden gebruikt!) zeker bijgedragen aan mijn liefde voor dat nummer.

Voor de annalen: ik heb ook nog getwijfeld over Daft Punk Is Playing At My House van LCD Soundsystem, maar die heb ik nog niet al te lang geleden verdedigd in de battle over liedjes over andere artiesten. Hump de Bump van de Red Hot Chili Peppers spookte nog door mijn hoofd, maar die is eigenlijk niet ondergewaardeerd genoeg. Dat geldt ook voor Freedom van Rage Against The Machine. En ook al vind ik de koebel in de nummer onweerstaanbaar, wordt hij hier toch vooral gebruikt om de spanning op te bouwen voordat de ‘rage’ weer losbarst.

En niet op zo’n vrolijke manier zoals hij eigenlijk het beste uit de verf komt.

Afgelopen carnaval keek ik met mijn gezin naar een samba-band. Mijn zoon (7) en ik namen ons voor om nog ooit samen in zo’n groep te gaan spelen. Geef mij de koebel dan maar :).

Keuze Roland Kroes: Deee-Lite – Groove Is In The Heart (1990)

Nog altijd ondergewaardeerd, want ingeklemd tussen twee ‘foute’ genres

Ik ben vast niet de enige die bij het woord ‘cowbell’ denkt aan de Saturday Night Live sketch met de beroemde ‘I gotta have more cowbell’ tagline er in. En dat zit je toch meteen in de categorie MOR-rock. Radiovriendelijke autorijmuziek. Mannen met snorren. Dat werk. Maar er is ook muziek die laat zien dat de cowbell zich niet beperkt tot rockmuziek uit de seventies en eighties.

Sterker, het maakt deze battle weer tot reden om nog eens te pleiten voor de waardering die Deee-lite verdiend voor hun meesterwerk. Hoewel, ‘hun’ meesterwerk… Goede dansmuziek uit eind jaren tachtig / begin jaren negentig bevatte altijd wel samples, maar met dit lijstje steekt ‘Groove is in the Heart’ haast M/A/R/R/S naar de kroon. Maar dan toch, juist toch. Want of je nu het begin van Herbie Hancocks Bring down the Birds hoort hoort, of de drumbreak aan het begin van Billy Prestons cover van Uptight, Deee-Lite heeft het tot een geheel weten te smeden in een van de fijnste dansnummers aller tijden.

Een nummer dat nog steeds ondergewaardeerd is. Omdat het een genre vertegenwoordigt dat zit ingeklemd tussen twee subcategorieën uit het Foute Uur: de muziek waarvan de goegemeente voortaan denkt dat het disco is (I will Survive, It’s raining Men) en de jaren negentie happy hardcore die is uitgegroeid tot de muziek we love to hate. Het maakte Deee-Lite tot een lichtpuntje op ieder feestje. En een liedje waarvan te vaak mensen nog zeggen: “Oh ja, die was leuk”.

Keuze Martijn Vet: LCD Soundsystem – Us V Them (2007)

Sowieso het beste dancenummer van de afgelopen duizend jaar

De koebel in de popmuziek is als hagelslag op je boterham.

Van onze ouders hebben we allemaal geleerd dat een boterham met hagelslag best af en toe mag, maar niet iedere dag. Bovendien begin je hoe dan ook met hartig. Daarna mag je je een enkele keer te buiten gaan aan zoet. Maar uh-uh, niet te veel!

Nu ik erover nadenk, het zijn diezelfde ouders die de popmuziek grotendeels hebben opgevoed. Vandaar waarschijnlijk dat de koebel hetzelfde lot onderging. Spaarzaam gebruiken en bij voorkeur netjes aan het eind van het liedje. Begrepen?

Gelukkig heeft de popmuziek kinderen als LCD Soundsystem voortgebracht. Zuinig met de koebel? Ben je gek! Meteen losgaan met dat ding. Us V Them, sowieso het beste dancenummer van de afgelopen duizend jaar, bereikt zijn eerste climax bij de eerste “Cloud, block out the sun” op 3:14. Een goddelijke boterham met een flinke berg hagelslag. Je hoopt op een tweede climax, maar hoe kan die ooit de eerste evenaren of zelfs overtreffen? Gewoon het hele pak hagelslag over die boterham uitkieperen. En dat gebeurt op 4:42.
More cowbell!

Net als Freek dacht ik in eerste instantie ook aan een liedje dat al eerder de revue passeerde op dit blog. In mijn geval zelfs de allereerste bijdrage die ik ooit aan Ondergewaardeerde Liedjes leverde.

Deze LCD Soundsystem is een prima alternatief. Freek blij. Ik blij.

Keuze Martijn Janssen: Beans & Fatback – Use Me (2013)

Met twee drummers is er altijd ruimte voor meer koebel

Niet alleen het intro, of maar een klein gedeelte van het nummer. Nee, Use Me van Beans & Fatback heeft de koebel bijna het gehele nummer! Het krijgt daardoor een heerlijke retro-sound. Want hoewel het nummer klinkt of het al zo’n vijftig jaar een klassieker is, is het slechts een paar jaar oud. Wat bijdraagt aan het geluid is dat het is opgenomen in glorieus mono, zoals tot halverwege de jaren zestig gebruikelijk was.

Beans & Fatback begon ooit als een ‘blue-eyed country soul’ project van Onno Smit, ook lid van de voornamelijk instrumentale funk/soul/rhythm & blues band Lefties Soul Connection. Dat resulteerde in het heerlijke titelloze debuutalbum. Soms ook letterlijk, want bij het album zaten de recepten van de gerechten die Onno voor zijn mede-muzikanten had klaargemaakt tijdens de sessies voor het album.

Tijdens de daaropvolgende tour ontwikkelde zich een live-band die de delta van de Mississippi-rivier en de prairies van midden-Amerika naar de Nederlandse klei bracht. Opvallend kenmerk van de band is dat deze twee drummers heeft, Cody Vogel (ook van o.a. Lefties Soul Connection) en Toon Oomen. In deze bezetting werd ook het tweede album With Skin Attached opgenomen. Use Me was de eerste single van deze plaat.

En ja, als je twee drummers in je band hebt dan is er altijd ruimte voor meer percussie. In dit geval, voor meer koebel. Terwijl Cody Vogel de beat houdt kan Toon Oomen losgaan op de koebel. Als een repeterende morse-code geeft hij het tempo aan. En dan realiseer je je, een nummer kan nooit teveel koebel hebben.

[polldaddy poll=8784461]

2 comments

  1. Tone-Loc’s “Wild Thing” was niet meer dan een paar bij elkaar geraapte Van Halen-samples – inclusief het roffeltje.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.