De schrijvers van OOR’s popencyclopedie zijn meesters in het samenvatten van een artiest in één zin. Over Bettie Serveert schrijven ze: ‘Internationaal scorend Amsterdams gitaarkwartet met hartstochtelijke liedjes’.

En daar is geen woord van gelogen. Met name in de jaren na het uitkomen van debuutalbum Palomine staan ze in de schijnwerpers: niet alleen in Nederland, maar ook in Duitsland, Japan en zelfs de VS. In een documentaire van Classic Albums wordt het succes van Palomine als volgt verklaard:

Tussen alle punk- en grungerock die toen, een jaar na de doorbraal van Nirvana in zwang was, klonk de mysterieuze stem van Van Dijk buitengewoon sexy.

Deze maand brachten ze alweer hun tiende cd uit (Oh mayhem!), en ook deze werd weer goed ontvangen. Tijd voor een fikse ruzie over wat nu eigenlijk het meest ondergewaardeerde Bettie-liedje is.

Keuze Freek Janssen: Drown Butterfly Drown (1994)

Destijds vond ik Bettie Serveert meer iets voor meisjes

Midden jaren negentig. Ik draag net geen Guns N’ Roses-shirts meer, maar zit nog steeds tot over mijn oren in de rockmuziek. Björk en dEUS laten mij mondjesmaat kennis maken met iets meer experimentele muziekvormen.

Van Bettie Serveert is er één liedje dat ik zo’n beetje elk weekend hoor. Samen met wat vrienden zit ik elke week in een kiët (buiten Limburg noemen ze dat volgens mij een zuipschuur). Qua muziek moeten we een beetje moeten schipperen tussen de muziekvoorkeuren van de verschillende vrienden in de groep, en die loopt uiteen van White Zombie tot Pearl Jam en DJ Paul Elstak.

Vreemd genoeg is Als De Rook Is Verdwenen populair in onze cd-speler. Op deze cd worden liedjes van Boudewijn de Groot (Eric van de Kieboom schreef onlangs al over het prachtige And Again van de Prodigal Sons) uitgevoerd door de Nederlandse helden van die tijd, zoals de Tröckener Kecks, Daryll-Ann en Hallo Venray – ook één van mijn favorieten in die tijd.

Mijn muzieksmaak is de afgelopen twintig jaar flink veranderd, en dat is maar goed ook. Niet omdat ik nu niet meer goed vind wat ik toen luisterde, maar ik ben op zijn zachtst gezegd meer open gaan staan voor andere stromingen. Bettie Serveert kon me in die tijd niet zo bekoren, ik denk dat ik het meer iets voor meisjes vond.

Maar er zijn twee liedjes van die cd waar ik nu bij wegzwijmel, en dat is And Again van de Prodigal Sons en Drown Butterfly Drown van Bettie Serveert, een cover van Verdronken Vlinder van Boudewijn de Groot. Het origineel haalt het bij lange na niet van die grandioze uitvoering van Bettie Serveert.

Keuze Roel Kramer: 21 Days (1995)

Met een hoofdrol voor de meest ondergewaardeerde gitarist van Nederland

De Betties bestaan twintig jaar en hebben met Oh, Mayhem! hun tiende studioplaat afgeleverd. Met voormalig Voicst-drummer Joppe Molenaar achter de drumkit lijken ze een nieuw vuur te hebben ontdekt. Oh, Mayhem! en voorganger Pharmacy of Love kunnen zich – na een periode waarin de band zoekende leek – ruimschoots meten met het beste werk. Natuurlijk is Carol van Dijk een charismatische frontvrouw die na twee decennia nog steeds op het podium staat met de energie (én de stem!) van een meisje van 25, maar gitarist Peter Visser maakt Bettie Serveert bijzonder.

Het is namelijk mijn bescheiden mening dat Peter Visser de Meest Ondergewaardeerde Gitarist van Nederland is. Ik ken geen andere gitarist die zó goed in dienst van het liedje kan spelen en tegelijkertijd op de voorgrond kan treden met explosief soleerwerk. Toegegeven, Peter Visser is niet de meest technisch vaardige gitarist, maar wél de gitarist die het best een gevoel kan overbrengen in zijn spel.

De beste nummers van Bettie Serveert zijn volgens mij de nummers waarin een hoofdrol is weggelegd voor Peter Visser. Mijn favorieten zijn liedjes die ingetogen beginnen, een bepaalde spanning opbouwen en vervolgens tot een hoogtepunt komen waarin alle ingehouden emotie er uit spat. Brain Tag van Palomine is zo’n liedje. Misschien vind ik dat wel het beste voorbeeld van het spetterende gitaarwerk van Peter Visser. Maar op Lamprey staat een liedje dat zo mogelijk nog mooier is. 21 Days begint heel rustig, en Peter speelt zijn zorgvuldig uitgekozen noten naast de zanglijn van Carol. Maar dan vult Peter met zijn gitaar de ruimte die overblijft als Carol is uitgezongen. Met een geluid dat door de ziel snijdt weet hij het gevoel van verslagenheid (Oh no, enough is said…) dat door de band is neergezet met een factor 10 te vergroten. Het is het meest ondergewaardeerde liedje van een band die na Palomine veel meer aandacht had verdiend dan ze hebben gekregen.

Keuze Martijn Vet: My Fallen Words (2000)

Een al te simpel liedje voor Bettie Serveert?

Het probleem met Bettie? Het is geen singleband. Aan sterke liedjes geen gebrek, maar wie kan er zo even vijf zingen? Een ander probleem, althans voor mij, is dat het ook niet echt een albumband is. Voor mij, zeg ik er nog eens met nadruk bij. Bij iedere nieuwe plaat begin ik vol enthousiasme, want altijd zijn de eerste paar nummers knettergoed. Maar na een paar liedjes heb ik de neiging af te haken en bij ieder nieuw album komt dat op een eerder moment. Ik denk niet dat de albums steeds minder goed worden, het is eerder dat constante dat me af en toe stoort. Het is altijd goed verzorgd, maar ook altijd een beetje arty en op den duur een klein beetje saai.

Voor één album maak ik een uitzondering. Private Suit (2000) vind ik van begin tot einde een geweldige plaat. De heerlijke opener Unsound (orgeltje!), de tot in de perfectie uitgewerkte typische Bettie-stamper Recall, het melancholieke Sower & Seeds… Allemaal voltreffers. En dan liedje nummer 10. My Fallen Words begint met een bijna lullig aandoend pianowalsje en lijkt in de eerste helft ook een al te simpel liedje voor Bettie Serveert-maatstaven, maar doe het maar eens, zeg ik dan, zo’n ijzersterke melodie componeren, met een vol overtuiging herhaald anything could happen to me.

En voilá, op 1 minuut 30 wordt het toch nog spannend zonder dat het uit de bocht vliegt. Prachtsong!

Misschien hebben andere albums van Bettie Serveert ook een sterk tiende liedje. Ik weet het niet, want in de meeste gevallen kwam ik niet zo ver. Wie het weet, mag het zeggen. Ik laat me graag overtuigen.

Keuze Robert Arnold: Love & Learn (2006)

Bettie serveert ging in eerste instantie langs me heen

Toen Bettie Serveert zijn 15 minutes of fame had ging het grotendeels langs me heen.  Mijn referentiekader ging niet verder dan een paar liedjes van Palomine, gekke bandnaam en een Vitesse-shirt op het Pinkpop podium. Sinds muziek wat toegankelijker is geworden (legaal en illegaal) heb ik eindelijk wat meer muziek van Bettie Serveert geluisterd. Een van de eerste dingen die ik hoorde was het album Bare Stripped Naked uit 2006. Hoogtepunt van dit album is Love & Learn, in mijn ogen het beste nummer dat de band ooit heeft opgenomen.


[polldaddy poll=6857778]

4 comments

  1. “Tell me, Sad” Daar hoef ik geen seconde over te twijfelen. Het is zelfs zo ondergewaardeerd dat het niet een sop youtube staat (behoudens een wat matige live versie wat betreft geluid en de helaas toch wat minder wordende stem van Carol)

    De prachtige ingetogen gitaarintro van Peter Visser (naast de akoestische gitaarintro van Carol?) met genoeg vervorming om bij het liedje te passen en voldoende om op mijn muzikale jeugdheld Neil Young (ja, dat kan voor iemand van 34) te lijken. Het nummer bevat alles wat “Bettie” voor mij mooi maakt. Mooie melodieën en vooral prachtig “huilende” gitaarwerk van Peter Visser. En wat dit nummer het mooiste maakt is dat er ook nog wat melancholie bij komt kijken!

  2. The Pharmacy van “Pharmacy of Love”. Een echte parel…perfecte drive, opbouw, geluidskeuze, lyrics….alles klopt aan deze song. Chris Stein or Matthew Caws would kill for a song like this!

  3. White Dogs
    Van (bijna) kamermuziek naar the Velvet Underground in één nummer. mooiste moment: “How does it feel to be like you’re something on a move, when all you bet your soul will fade away…” en dan dat ritme, en dan die zanglijnen door elkaar, en dan die gitaren… Het nummer duurt ruim 8 minuten maar is toch te kort.

  4. Weer een paar jaren en 2 nieuwe albums verder struin ik, ter voorbereiding op een concertje van Bettie morgen hier in Leeuwarden, ook eventjes op deze pagina rond. Verassend om te zien dat Drown Butterfly Drown hier bovenaan de pagina staat! Het is idd een steengoede “cover”, helemaal in Bettie-sound, van het goede Boudewijn-liedje, zeker in de ingetogen live-versie zonder belletjes en triangels.

    Met Lamprey en Palomine heb ik zelf het meest. Beide albums heb ik destijds helemaal plat gedraaid. Lamprey heeft de eer mijn persoonlijke “Ten” van Pearl Jam te zijn. Tijdens een langdurig verblijf in het buitenland rond mijn 21e, is het cassettebandje met nummers als “Crutches” en “something so wild” echt vele male omgedraaid in mijn zelfverdiende aiwa-walkman. Ook de nummers 10&11 (“Totally Freaked out” en “Silent spring”) mogen er zeker zijn, Martijn!

    Mijn toevoeging aan dit lijstje is echter “Auf wiedersehen”, van Private Suit. Luister het, en je begrijpt waarom.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.