Ergens eind 1974 ontving ik mijn wekelijkse Muziek Express met een artikel over de nieuwe Beatles. Waanzin was toen mijn eerste gedachte, maar de heren van Loving Awareness wisten het zeker; zij waren de opvolgers, mede door hun filosofie van liefde en begrip.
Er kwam één LP uit, die geen geweldig succes was (ondanks de promotionele steun van Radio Caroline en hun eigenaar, Ronan O’Rahilly). De muziek had iets mystieks oosters en de zanger had het timbre van George Harrison en met een vleugje John Lennon. De LP was zeker niet onaardig, maar het miste consistentie, en de single Love You To Know kon geen harten stelen. De nieuwe Beatles gingen als een nachtkaars uit. Sommige bandleden gingen later verder als Ian Dury’s Blockheads.
De volgende nieuwe Beatles kwamen eind 1976 met hun eerste LP, zonder enige vorm van informatie of foto’s over de zangers op de hoes. Tel daar het beatlesque geluid op in met name het nummer Sub-Rosa Subway en een criticus bij de Providence Journal kwam tot de voorbarige conclusie dat Klaatu wel eens een anoniem project van de Fab4 kon zijn. Het gerucht steeg tot globale hoogte en stuwde Calling Occupants of Interplanetary Craft tot een hitje. Vlak voor het uitkomen van hun tweede LP (Hope) werd het gerucht ontzenuwd in het Engelse New Musical Express. Ze maakten nog hierna nog twee LP’s, maar in 1982 viel de groep uit elkaar, omdat een aantal leden niet van live-optredens hielden. Nota bene: ze hadden hun eerste pas in 1981 in Canada gegeven. Dat de link met de Beatles niet helemaal onterecht is, dat is wel te horen in Routine Day van hun derde LP Sir Army Suit:
Geintje, dachten Eric Idle en Neil Innes van Monty Python toen zij in 1975 een parodie op de Beatles voor TV maakten. Saturday Night Live pikte het op en elk daaropvolgend jaar werd een nieuwe documentaire over The Rutles (Prefab Four) uitgezonden. Uiteindelijk werd besloten om de gemaakte muziek op de plaat te zetten in 1978. Het was een overweldigend succes en het is nog steeds verbazingwekkend hoe zij – door een paar akkoorden aan te passen met een nieuw liedje – zo dicht tegen The Beatles aan schuurden. Wellicht dat de hulp van George Harrison hier debet aan was. Ringo Starr vond de vrolijke scenes fantastisch, maar dat de donkere te veel tegen de pijnlijke waarheid aan leunden. John Lennon vond de film hilarisch en weigerde de videotape en soundtrack terug te sturen, en zuurpruim Paul McCartney weigerde commentaar te geven. Innes en Idle zijn eens door George en Ringo verrast, die gezamenlijk ‘Ouch!’ zongen; hilarisch… The Beatles die een Rutles-lied voor de Rutles zongen!
Door de decennia heen zijn er meer uitvoerenden die het label van de nieuwe Beatles opgeplakt gekregen, al dan niet door de platenmaatschappijen (voor de verkoop) of het publiek. Een paar voorbeelden:
Bee Gees: hun manager, Stigwood, probeerde mee te liften op het succes van The Beatles bij de release van hun single New York Mining Disaster 1941. Onzinnige promotie; de bevestiging kwam toen ze de hoofdrol speelden in de gecrashte speelfilm Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band. Gelukkig bereikten ze de top op eigen kracht.
Bay City Rollers: wie kent hen nog? Na een kortstondig succes (1974-1976) geheel van het toneel verdwenen, maar (wederom) hun manager was er van overtuigd dat ze tien jaar later in één adem genoemd zouden worden met de Fab Four.
Badfinger: de band werd er moe van, maar het publiek verwachtte bij elke show een gastoptreden van Paul, John, George of Ringo en dat uitsluitend omdat ze een contract hadden bij Apple Records en hun 1970 hit (Come And Get It) door Paul McCartney gecomponeerd en geproduceerd was.
Oasis: Elke bescheidenheid was hen vreemd, want in 1996 claimde Liam Gallagher dat ze beter waren dan The Beatles. Een tikje vreemd om dan leentjebuur te spelen met teksten en covers van die mindere band. Ach, na ontelbare ruzies en een dalende kwaliteit qua muziek kon er maar één conclusie getrokken worden…
Zijn er dan geen opvolgers van The Beatles? Jazeker wel, alhoewel een voortzetting wellicht een betere benaming is. Na het uiteenvallen van de Fab Four wist Ringo zijn plaats en heeft vooral heel veel plezier gemaakt. George kwam met pareltjes, maar uiteindelijk moeten we constateren dat hij zijn beste muziek onder competitieve druk van Lennon/McCartney gecomponeerd heeft. John ging zijn eigen gang en heeft schitterende muziek gecomponeerd, maar tegelijkertijd (onder invloed van Plastic Ono) liedjes gecomponeerd waar de haren van overeind gaan staan.
De enige die het succes van de Beatles wist te evenaren was Sir Paul (met zijn band Wings) in de jaren zeventig en tachtig. Rond de eeuwwisseling kwam hij met drie opeenvolgende persoonlijke CD’s die werkelijk fenomenaal zijn, te weten Flaming Pie, Run Devil Run en Driving Rain. En net wanneer je denkt dat hij met definitief pensioen gaat komt zijn album New in 2013. Het titellied is gelijk zijn beste periode bij The Beatles.