Ik ging die avond naar The Veils, in Tivoli Vredenburg. De stemming was opperbest. De band trad op in de Pandora, een prettige, intieme zaal. Finn Andrews zou ons later trakteren op een extra toegift, ook hij had er zin in. Maar dit verhaal gaat niet over The Veils, hoe goed ze ook waren die avond – en hoe mooi het ook is dat ze later welverdiend in de Roadhouse in de serie Twin Peaks mochten optreden.
Toen we de Pandora betraden was het voorprogramma al aan de gang. Een jongeman in pak, het haar strak achterover gekamd. Een tikje serieus. Maar in alles proefde je ook humor. Hij begeleidde zichzelf afwisselend op synthesizer en gitaar. Daarbij verrichtte hij tussen de gezongen stukken door enkele dancemoves. Een snelle blik op het concertkaartje leerde dat we hier te maken hadden met Anthonie Tonnon. Hij pakte de zaal in met zijn performance. Bij één song sprong hij plots van het podium, rende de zaal uit en verscheen op het balkon om van daar de laatste tekst van het nummer te zingen. Om daarna weer naar beneden te rennen om het op het podium af te maken. Vervolgens hing hij een gitaar om zijn nek en verzocht de zaal om het refrein mee te zingen. Zing, steeds wanhopiger, alsof het water je aan de lippen staat. En we zongen mee, luider en luider.
Natuurlijk kocht ik na afloop de plaat (Successor). Die is sindsdien redelijk grijsgedraaid. Het nummer waar het publiek op meezong, heet Water Underground (wat ook de tekst was die we mochten meezingen). Een nummer waarvoor ik op deze plek graag een lans wil breken.
Water Underground opent met en paar akkoorden op gitaar. Twee slagen op de drums. En Anthonie opent:
I’m still in awe
At how you pulled it all off
Om te beginnen ben ik dan al in awe vanwege Tonnons ‘Kiwi’-accent (hij komt uit Nieuw Zeeland). En ik denk meteen: waarvan is hij zo onder de indruk? Tegen wie praat hij? Wat heeft die persoon voor fantastisch gedaan? Vertel verder!
In de song ontvouwt zich het verhaal over een persoon die gevochten heeft tegen de lokale politiek om in een droog gebied een irrigatiesysteem te plaatsen. In het lied wordt de strijd bezongen, een eenzame strijd; we horen in het couplet bijna de onmacht. Een onderdrukte snik klinkt door in de stem van Tonnon. Maar aan het eind lijkt de persoon in kwestie toch gewonnen te hebben en staan de koeien in groene weiden te grazen. Niet een heel romantisch onderwerp, maar Tonnon bezingt het met overtuiging, waarbij het refrein blijft hangen. Het water stáát tot aan je lippen. Laat het nu gebeuren, die waterpompen, voor het te laat is.
Ik las een interview met een Nieuw-Zeelandse muzikant die zei dat hij graag met Anthonie Tonnon toerde, omdat die altijd geweldige verhalen vertelt. En dat is precies wat hij ook in deze song doet. Uitzonderlijke woordkeuzes, een filmisch verhaal met een kop en een staart en een pakkende melodielijn met een licht melancholische ondertoon.
but with elections still on hold
with the cattle turning up by the truckload
you can hear the drills working now
on that water underground
Water Underground zou je een protestsong kunnen noemen. Niet op de Billy Bragg-manier, maar één die misschien doet denken aan Beds are Burning van Midnight Oil – om maar even in de buurt van Nieuw Zeeland te blijven. Een song over watermanagement waar koning Willem Alexander trots op zou zijn.
Aan het einde van het nummer weten we overigens nog steeds niet wie Tonnon bezingt. Slechts dat de persoon het schijnbaar onmogelijke mogelijk maakte. Dat verdient dan ook een jubelende gitaarsolo als outtro. En mocht Anthonie Tonnon Nederland nog eens aandoen, ga dan vooral kijken. Het wordt een vermakelijke avond, dat beloof ik je.
foto: Kate van der Drift