Sommige muziek moet groeien. Bij het eerste gehoor valt de plaat niet op of roept hij zelfs enige weerstand op. Dat laatste had ik met de plaat An Electric Storm van White Noise. In de vroege jaren ’70 zat ik op de MAVO en kwam ik veel over de vloer bij een klasgenoot of hij bij mij. Uitgaan was er nog niet bij, maar onder de zestien kon je toen nog gewoon drank kopen. Zo zaten we vaak op vrijdagavond bij elkaar met een literfles Pinard. Goedkope rode wijn (drie gulden!) van V&D.
Tijdens het ledigen van de fles, het branden van wierook en een hoop slap gelul, vaak over onbereikbare meisjes en het (zo gewenste) hebben van seks, draaiden we platen. Naast Echoes van Pink Floyd en To the Highest Bidder van Supersister, kwam bij hem White Noise regelmatig voorbij. Een plaat van zijn oudere hippie-achtige zus. Elke keer moest ik even slikken, maar gaandeweg wende ik eraan en ging hem meer en meer waarderen. Ja, en dan komt het moment dat je ‘m gewoon aanschaft en zelf kan draaien.
Dat deed ik ook toen mijn nieuwe vriendin – jawel, ik had inmiddels meisjes – de eerste keer bij mij thuiskwam. Mijn moeder had opengedaan en haar de trap op gewezen: ga maar op de herrie af. Naast andere niet alledaagse popmuziek zoals Tangerine Dream, Clearlight en Vangelis draaide ik White Noise. Als langharige slungel sloeg ik mijzelf niet als de eerste de beste aap op de weinig imposante borst, maar hoopte ik met muziek een beetje indruk te maken. En ja, die middag is haar tot op de dag van vandaag bijgebleven.
White Noise was een collectief van drie studiomuzikanten Delia Derbyshire, Brian Hodgson en David Vorhaus. Componisten feitelijk. Zo schreef Derbyshire in dienst van de BBC meerdere scores, waaronder de allereerste Doctor Who. An Electric Storm is één grote psychedelische trip op de synthesizer. Kant A bevat vijf kortere tracks (and I’ll give you a kiss, eind van Here Come the Fleas, is jarenlang gebruikt door de VPRO aan het eind van de televisieavond) en B twee meer uitgesponnen stukken. Een fragment van de eerste, The Visitation, gebruikte Hilverdrie TROS-DJ Hugo van Gelderen altijd als eindtune. De laatste, de titeltrack, dendert dwars door je heen en kreeg niet voor niets de toevoeging ‘from hell’.
Mijn favoriet is Your Hidden Dreams, de afsluiter van kant A. Het aanzwellende, oorsuizende intro en dan het gedragen, voortschuifelende jazzy ritme, de xylofoonachtige klanken met de, als door een sirene, fluistergezongen wondermooie ongrijpbare openingszin:
Try holding mist there in your hand
Het is een fluweelzachte, maar ook weerspannige reis, een magische overgang naar gene zijde, met jubelende stemmen en trompetjes, waarbij ook de ontroostbare Grieks-mythologische muzikant Orpheus wordt opgevoerd. Hij die – hoewel het ‘m was verboden – toch naar zijn Euridice omkeek toen hij haar uit de onderwereld terughaalde en zo voor eeuwig verloor. Het definitieve afscheid in de accapella gezongen eindregel:
Take me and you’ll begin to understand
Als het zover is, komt deze op zeker in de aula voorbij, al zal ik ‘m zelf dan niet meer horen na mijn afdalen naar de onderwereld. Voor straks: stemmen! Deze en geen andere plaat hoort bovenaan de Snob 2000.