Greg Lake verwisselde eergisteren het tijdelijke voor het eeuwige. Hij heeft één van de grootste Kerst-hits aller tijden op zijn naam staan: I Believe In Father Christmas. In Engeland bereikte het in 1975 net niet de nummer 1 positie, tegengehouden door wat wellicht de grootste popsong aller tijden is: Bohemian Rapsody.
De meesten zullen Lake kennen van de fameuze progressieve symfonische rockband Emerson, Lake & Palmer met muzikale hoogtepunten als Lucky Man, Fanfare For The Common Man, Tarkus, Karn Evil en het album Pictures At An Exhibition naar het klassieke werk van Modest Mussorgsky. Maar hij begon zijn carrière op 17-jarige leeftijd als zanger en gitarist bij King Crimson. Na het succes van het debuutalbum – In The Court Of The Crimson King – ontmoette hij op tournee door de Verenigde Staten Keith Emerson, die in de supportband The Nice speelde. In 1970 besloten ze een nieuwe band op te richten samen met Carl Palmer van The Crazy World Of Arthur Brown en Atomic Rooster.
In 1979 kwam er een einde aan de samenwerking, maar gedurende de decennia speelden ze nog regelmatig samen. Hij heeft kortstondig in de supergroep Asia gezeten (als opvolger van John Wetton) en was de mede-oprichter van Emerson, Lake & Powell. Samen met de rockformatie Trans Siberian Orchestra heeft hij verscheidene keren Karn Evil live gespeeld.
Lake overleed aan kanker op 69-jarige leeftijd.