Veel artiesten hebben een zogenaamde ‘signature song’; een lied dat aan hem blijft kleven en de basis van hun muzikale identiteit is geworden. Wat er ook gebeurt of hoe hard ze het ook proberen, maar ze zullen voor altijd in de herinnering blijven door juist dat éné lied. Er zijn zelfs artiesten, die het liefste niets meer met dat nummer te maken willen hebben. Ze vinden dat het de aandacht wegneemt van ander materiaal.
Zullen we de proef op de som nemen? Ik noem een paar artiesten en wat is het eerste lied wat omhoog borrelt? De procentuele kans dat het hun ‘signature song’ zal zijn, is astronomisch groot. Frank Sinatra, The Golden Earring, The Animals, John Lennon en Deep Purple.
Wedden dat respectievelijk My Way, Radar Love, The House Of The Rising Sun, Imagine en Smoke On The Water de eerste gedachten waren? De laatste ongetwijfeld vanwege het intro. De basis van een ‘signature song’ is dat het speciaal voor de zanger(es) of band geschreven is of het hen herkenbaar maakt.
Vrijwel alle grote crooners hebben zo’n lied, dat een verplicht nummer is bij elk concert en bij elk optreden de handen op elkaar krijgt. Met uitzondering van Sammy Davis Jr. Er zullen stemmen opgaan, dat het I’ve Gotta Be Me is of Mr. Bojangles (mede gezien zijn verleden als tapdancer). Maar I’ve Gotta Be Me was een populair liedje uit de Broadway show Golden Rainbow, waarin het gezongen werd door Eydie Gormé. Zij scoorde sinds 1953 hit na hit. En het door Jerry Jeff Walker gecomponeerde Mr. Bojangles was een vette hit in 1971; een jaar voordat Davis Jr. de plaat opnam.
Paul Anka is verantwoordelijk voor Sinatra’s ‘signature song’ door Comme d’Habitude van Claude François van Engelse tekst te voorzien. Sinatra had hem verteld dat hij zou stoppen, omdat het succes verdween en op die basis vertaalde Anka Comme d’Habitude naar My Way.
And now, The end is near
And so I face the final curtain
My friend, I’ll say it clear
I’ll state my case, of which I’m certainI’ve lived a life that’s full
I’ve traveled each and every highway
But more, much more than this
I did it my way
Ol’ Blue Eyes tilde het lied naar mytische hoogte, mede doordat de tekst op zijn lijf gescheven was. Anka’s platenmaatschappij wilde dat hij het lied ook opnam, maar hij vond dat dit lied niet bij hem passen vanwege zijn leeftijd (27).
Diezelfde Anka schreef in 1973 I’m Not Anyone voor zijn vriend Sammy Davis. Anka vind hem de meest getalenteerde zanger, die er ooit bestaan heeft. En een aimabel mens, waarvan hij ‘backstage’ heel veel geleerd heeft over het bespelen van het publiek en het opvoeren van een show. Davis’ talent is altijd een beetje in de schaduw gebleven van Sinatra, met wie hij (samen met Dean Martin) het muzikale deel van de Rat Pack vertegenwoordigde tussen 1957 en 1965. Optredens – met name in Las Vegas – en films, waaronder Ocean’s 11. In die tijd mochten zwarte mensen niet in bepaalde hotels slapen en Sinatra (met behulp van andere grote artiesten) stelden de hoteleigenaren een ultimatum: Hij er in of wij er uit en geen shows.
Op 04 november 1973 zong Davis Jr. I’m Not Anyone in zijn eigen televisieshow. Het werd geen hit, maar hier zijn alle voorwaarden voor een ‘signature song’ van toepassing. De tekst is op zijn lijf geschreven: een verwijzing naar de rassenscheiding en het gevecht om de top te bereiken.
I’m not anyone
No not just anyone
I have the right to lead
A life fulfilled with every need
I’m not any man
Designed to fit someones plan
I have my own desires
Of the things a man aspires
I’ll not be used
Misled, deceived or abused
Op het Montreux Jazz Festival zong Paul Anka – in een virtueel duet – het lied met Sammy Davis Jr.
Elke keer wanneer ik het hoor schiet er een brok in mijn keel. Kijk naar de fabelachtige mimiek. Luister naar die emotie in zijn stem. Mooi, verschrikkelijk mooi.