Eerst maar een onbekend feitje: Peter Frampton en David Bowie waren schoolmaatjes en in de pauzes speelden ze liedjes van Buddy Holly. Zijn grootste voorbeeld waren Cliff Richard & The Shadows. Hij was op zijn 15de gitarist bij The Herd, die een stevige hit hadden met From The Underworld. Op zijn 18de formeerde Frampton Humble Pie, die in 1969 met Natural Born Bugie de hitlijsten bestormden. Gedurende deze periode was hij ook sessiemuzikant bij onder andere Harry Nilsson, Jerry Lee Lewis, George Harrison en John Entwistle. In 1971 verliet hij de band.
Tot 1976 had Frampton marginaal succes als solo-artiest. Toen zag Comes Alive het licht en het werd een megasucces met alleen al in de Verenigde Staten 8 x platina. Geen openingsact meer, maar spelen voor 100.000 uitzinnige fans. De opvolger I’m In You herbergte zijn grootste hit met het titelnummer en ook deze elpee behaalde de eerste positie en de platina status. Maar na 1981 was zijn carrière als solo-artiest feitelijk voorbij, en zijn platenmaatschappij schopte hem de laan uit. Hij maakte nog wel 10 studio en 2 live-albums, maar die konden het publiek nauwelijks bekoren. Het leek alsof hij de juiste snaar niet meer wist te raken. Zijn laatste succes was in 1979 met I Can’t Stand It No More; een mix van rock met soul. Een stevige hit en het album Where I Should Be behaalde de hoogste regionen en verdiende terecht goud.
Ik heb de drie hier vermelde albums in mijn platenkast staan, maar de leukste herinneringen zijn aan I Can’t Stand It No More. Vroeger, zei opa…..vroeger nam ik cassettebandjes op voor mijn walkman, die mij altijd vergezelde op vakanties. Een stuk of 10 tapes van 90 minuten met mijn favoriete muziek en Frampton stond er altijd tussen met dit nummer. Het is een onbekend (en dansbaar) lied en dus kreeg ik er regelmatig vragen over en het lied was vaak de aanzet tot een leuk feestje op het strand.
Na zijn succesvolle periode trad hij op (als gitarist) met onder andere de groten der aarde zoals David Bowie (Glass Spider Tour), Stevie Nicks en B.B. King, en in 2006 won hij een Grammy voor beste instrumentale album (Fingerprints: een mix van jazz, garage en rock) met assistentie van Bill Wyman, Charlie Watts, Matt Cameron en Mike McCready, en Hank Marvin en Brian Bennett (The Shadows).
P.S. In de oeroude clip (direct van de TV) is de zang tot halverwege niet synchroon met de mimiek. Sorry!