Shit…is het bijltjesdag deze week?
Eerst Prince.
En op dezelfde dag rock & bluesgitarist en zanger Lonnie Mack, waarvan ik het één en ander in de muziekkast heb staan. Hij was actief tussen 1963 en begin van het nieuwe millenium. Volgens het toonaangevende magazine Guitar World was Mack een voorbeeld en inspiratie voor vrijwel elke grote gitarist vanaf de zestiger jaren tot eind jaren tachtig: van Clapton tot Allman. Hij is bovendien één van de grote voorbeelden (tevens qua speelstijl) van Stevie Ray Vaughan, die menig liedje van hem gecovered heeft. Om een indruk te geven één van zijn successen: Wham (en met de SRV-man)
Gisteren overleed Papa Wemba, de Afrikaanse ‘king of rhumbarock’ op het podium tijdens een concert; veel mooier kan het voor een artiest niet worden… in het harnas sterven. Hij trad sinds de jaren zeventig op en heeft sinds zijn solocarrière in 1986 twintig albums uitgebracht.
Youtube hem maar eens.
Afijn, ook Billy Paul werd gisteren opgeroepen. Een geweldige soulzanger, die al sinds 1952 plaatjes maakte, maar de doorbraak kwam in pas 1972 met Me & Mrs. Jones. Toch kon hij dit succes niet evenaren en de opvolgers bleven (soms ver) achter bij (naar wat later bleek) zijn hoogtepunt. Wellicht omdat hij na de monsterhit meer psychedelische muziek ging maken, terwijl het publiek min of meer eenzelfde opvolger wilde horen. Uitsluitend Thanks For Saving My Life kon enigszins aan de verwachtingen voldoen. Enkele (overigens uitstekende) covers deden redelijk, zoals Only The Strong Survive en Let ’em In. In 1977 nam hij deel aan het Let’s Clean Up The Ghetto –project vanwege de enorme rotzooi in de achterbuurtent samen met Lou Rawls, Teddy Pendergrass, The O’Jays, Archie Bell en Dee Dee Sharp op (1977).
Paul heeft vanwege zijn single Let’s Make A Baby nog een publieke ruzie uitgevochten met Jesse Jackson. U weet wel, de dominee die de erfenis van Dr. Martin Luther King wilde toe eigenen. Hij zocht in 1976 de publiciteit met een (nep)kruistocht tegen sex op de radio en Billy Paul’s lied moest het ontgelden.
Feitelijk was zijn zangcarrière na 1980 over, maar het duurde tot 1989 toen hij tijdens een concert het publiek vertelde te stoppen.