Paul McCartney is misschien wel de beste liedjesschrijver ooit. Of je het hier nu mee eens bent of niet: wie zóveel evergreens heeft geschreven, moet ook wel heel wat ondergewaardeerde liedjes op zijn kerfstok hebben.
We doen een gooi.
Stemmen mag onderin, maar het feit dat twee bloggers één het hetzelfde liedje hebben aangedragen, doet al een beetje vermoeden wat de uitslag gaat zijn… Zou overigens niet onterecht zijn: luister maar eens, en bedenk: dit was Paul in 2005(!).
Keuze Freek Janssen: For No One (1966)
Want: hoe briljant kun je zijn (en hoe lang)?
Lekker dan: eerste bijdrage van de battle, gooit die Janssen meteen roet in het eten. We zouden het hier toch niet over de Beatles hebben, maar over Macca?
Klopt. Maar ik ben gefascineerd door iets, wat ik even met jullie wil delen. En For No One is daar een prachtig voorbeeld van.
Dat ‘iets’ is: hoe kan het zo zijn dat artiesten hooguit tien, twintig jaar supercreatief kunnen zijn? Ga maar alle grote popartiesten uit de geschiedenis na: ze houden het één of twee decennia vol aan de top en dan is het gedaan. Van McCartney kun je zeggen dat hij na zijn Beatles-periode in de jaren zestig het nog een tijdje heeft volgehouden, maar zo ergens halverwege de jaren tachtig was het wel zo’n beetje op. Afgezien van een plotselinge nummer 1-hit in 2015 heeft hij nooit meer het niveau bereikt van liedjes schrijven wat hij in het begin van zijn carrière had (*bukt*).
Deze opname van For No One (dat ik ken dankzij Marèse, zie de volgende bijdrage) illustreert in mijn ogen waar het hier om gaat. Deze jongen heeft thuis op zijn gitaartje een liedje uitgedokterd en laat even aan de rest van de band horen hoe For No One moet klinken. En het is wer-ke-lijk fe-no-me-naal. Dit liedje heeft alles wat een goede McCartney-track heeft: het is bitterzoet, supermelodieus, blijft hangen en duurt niet te lang. Als de Beatles in die jaren niet al tachenenvijftig andere hits hadden gehad, dan was For No One een evergreen geworden die nu hoog in de Top 2000 stond.
Nu kan ik er sowieso niet met mijn verstand bij hoe belachelijk veel goede liedjes Lennon en McCartney (en ook Harrison) in een jaar of zes hebben geproduceerd, maar dat terzijde. Dít liedje, even achteloos voorgedaan voor de rest van de band. Hoe briljant ben je dan?
Keuze Marèse Peters: Maybe I’m Amazed (1970)
Liefde op het eerste gehoor
De beste 100+ euro’s, die ik dit jaar heb uitgegeven, zijn zonder twijfel die voor het concert van Paul McCartney geweest. Toen hij 8 jaar geleden in Nederland optrad, had ik geen kaartje maar wel spijt. Nu ging ik dus, maar toch met gemengde gevoelens. Zou deze man het nog steeds waar kunnen maken, op zijn 73ste? Kende ik eigenlijk wel nummers van hem uit zijn tijd na The Beatles?
Binnen een minuut na aanvang van het optreden had Sir Paul al mijn twijfels weggevaagd. Daar stond een echte held op het podium. Een legende, en niets minder dan dat. Zijn charmant-Britse charisma bereikte met gemak de verste uithoeken van de Ziggo Dome. Drie uur lang speelde hij, zonder ook maar een spoortje van vermoeidheid. Zelfs een slokje water had hij niet nodig. En wat een prachtmuziek kwam er voorbij. In de setlist van 42 nummers (!) zaten aardig wat Beatles-nummers, maar ook zoveel liedjes die ik al lang bleek te kennen maar waar ik me blijkbaar nooit van gerealiseerd had dat ze van McCartney zijn.
Hoogtepunten waren er legio, maar voor het gemak noem ik alleen Here Today, Live and Let Die en Maybe I’m Amazed. Ik moet eerlijk bekennen dat ik dat laatste nummer niet kende, maar bij mij sloeg het in als een bom.
Dat prachtige, rustige intro met die schitterende akkoorden, het volstrekt ontwapenende eerste couplet dat recht op je hart afgaat, die ontzettend herkenbare en eerlijke tekst. En dan! Dan gooit hij alle registers open: koortje erbij, gitaartje erbij, een tikkie ruiger op de zang. Wauw. Pure emotie, klats, in je gezicht. En ook zonder de foto’s van Linda, Paul en hun kinderen in stemmig jaren ’70-sepia die op de achtergrond werden geprojecteerd is dit een nummer om meteen verliefd op te worden.
Maybe I’m amazed at the way you love me all the time
All you need is love
Love is old, love is new, love is all, love is you
And in the end, the love you take is equal to the love you make
Paul kan het op honderd verschillende manieren zeggen: liefde, daar gaat het om. Liefde en niets anders. Maar als ik zo naar de wereld om me heen kijk, denk ik dat we dat nog steeds niet helemaal hebben begrepen.
Keuze Peter van Cappelle: Soily (1976)
De ruigere kant van Macca
Eén nummer kiezen uit de rijke solocatalogus van Paul McCartney is bijna niet te doen. Op ieder album staat wel iets wat de moeite waard is. Wel wordt zijn solocarrière onterecht afgedaan met zoete hitjes als ‘We All Stand Together’, ‘Mull of Kintyre’, ‘Ebony & Ivory’ en (ieder jaar in december weer) ‘Wonderful Christmastime’. Terwijl Paul McCartney veel veelzijdiger is dan dat. Dit komt ook mede door zichzelf. Doordat de singlekeuzes niet altijd sterk waren. Zo was bijvoorbeeld ‘Dance Tonight’ in 2007 het minste nummer van het verder ijzersterke album ‘Memory Almost Full’.
Ook bij The Beatles werd hij niet bepaald gezien als de meest stoere van de vier, maar tegelijkertijd was hij degene, die met hun meest ruige nummer ‘Helter Skelter’ op te proppen kwam. Die ruige rockkant van McCartney wordt vaak over het hoofd gezien, al doet hij tijdens zijn concerten de laatste jaren wel zijn best om die kant van hem meer naar voren te brengen. Zo stonden tussen klassiekers als ‘Yesterday’, ‘Let It Be’ en ‘Hey Jude’ ook wat ruigere nummers als ‘Hi Hi Hi’, het recente ‘Save Us’ en het eerder genoemde ‘Helter Skelter’ op de setlist bij zijn laatste tournee. En met de ex-leden van Nirvana bewees hij met ‘Cut Me Some Slack’ dat hij op zijn 70ste ook nog steeds kan rocken.
Wie zich meer in de periode met Wings verdiept en verder kijkt dan ‘Mull of Kintyre’ weet dat hij in deze periode ook vaak zijn rockkant naar voren probeerde te brengen. Dat dit over het hoofd wordt gezien, komt omdat het geen singles werden, of B-kantjes. Zoals dat ‘Mull of Kintyre’ met ‘Girl’s School’ een totaal andere B-kant.
Het beste voorbeeld is misschien wel het live album ‘Wings Over America’. Een registratie van zijn eerste Amerikaanse tournee met Wings in 1975 en 1976. In tegenstelling tot de laatste 25 jaar speelde hij toen nog maar 5 Beatlesongs. De rest van de setlist bestond uit solo- en Wings materiaal. Vooral aan het einde de set werden er meer rockers gespeeld: ‘Beware My Love’, ‘Band On The Run’, ‘Hi Hi Hi’ en ‘Soily’.
Van dat laatste nummer is het jammer dat het enkel een live release heeft gekregen. Al zal hij het waarschijnlijk speciaal bedoeld hebben voor concerten. Getuige van het eerste couplet:
People gathered here tonight,
I want you to listen to me!
To your left and to you right,
You’ve got some pretty soily company.
De keurige McCartney geeft een opsomming van een ‘smerige’ waslijst. In McCartney’s geval betekend ‘smerig’ eigenlijk ‘ruig’. Bedoeld om aan het einde van het concert nog even alle remmen los te gooien. Zet dit eens tegenover de Top 40 hitjes waarmee McCartney’s solocarrière vaak wordt afgedaan, en durf hem dan nog maar eens af te schilderen als mierzoet of easy listening.
Keuze Danny den Boef: Ballroom Dancing (1982)
Muzikale magie
Één favoriet nummer van Paul McCartney kiezen is net zoiets als zeggen ‘Nou, je hebt vijf kinderen, kies er maar één die je echt het aller-aller-aardigst vindt!’ Tenminste, dat denk ik dan. Van horen zeggen en zulks. Ik heb geen kinderen. Een ondergewaardeerd nummer kiezen zou daarom een stuk eenvoudiger moeten zijn. Nou, nee. Dat is ook zoiets als zeggen ‘Welke van je organen wil je missen!’ Daar kan ik wél wat over zeggen, want die heb ik nog allemaal. Nou ja, dat lieg ik, bijna allemaal.
Hoe dan ook, mijn punt is, het is nogal moeilijk. Het is ook net zo inconsequent als het weer. De ene dag voelt nummer A als dé absolute McCartney topper, de volgende dag denk je Meh, en ga je toch weer voor topplaat nummer B. Niets zo veranderlijk als het weer zegt men dan. Maar over nummers van McCartney hoor je nooit iemand. Dat komt denk ik door een aantal verschillende zaken. Ik zal hier onder willekeurig een aantal van deze zaken op een rij zetten.
McCartney draait al zo lang mee dat hij voor de meeste mensen er altijd al is geweest. Zeg je muziek, zeg je McCartney. Het 60-jarig jubileum nadert gestaag en dat gaat – als Macca zo door blijft gaan – ook zeker gevierd worden. Er zijn er niet veel die langer meedraaien. Nu zijn er natuurlijk meerdere voorbeelden te noemen die al langer meedraaien, waaronder de Franse veteraan Charles Aznavour. Maar goed, als je het daar over wilt hebben, bel je Matthijs van Nieuwkerk maar. McCartney is muziek en muziek is McCartney.
Het succes bleef maar komen. The Beatles, The Wings, solo, samenwerkingen; er kwam geen einde aan. Met meer dan 100 miljoen verkochte albums en ruim 100 miljoenen verkochte singles, kun je spreken van een bizar succes. Vast blijven houden aan waar het om gaat; muziek. In de essentie is het voor McCartney altijd blijven draaien om de muziek. Hij is ook nooit bang geweest af en toe eens wat muzikaal te experimenteren. En dat pakt meestal goed uit; ik heb het maar niet over dat nummer met die kikkers, want daar kan ik nog steeds lichtelijk agressief van worden. Het zorgt voor een niet aflatende drive om muziek te blijven maken.
Ga de samenwerking aan. Doe eens lekker wat voor een ander. Michael Jackson, Stevie Wonder, George Michael, Johnny Cash, Carl Perkins, Eric Clapton, wat er nog over is van Nirvana, Johnny Depp, ga zo maar even door. En als zelfverklaarde god en toekomstig presidentskandidaat Kanye belt om te vragen om een moppie mee te gitaren op een nieuwe single, doet hij dat gewoon. En voilà. Wereldwijde hit en een nieuw publiek, die allemaal denken dat die onbekende McCartney naast Kanye wel eens wat kan gaan worden. Dank Kanye.
Blijf optreden. Want wie McCartney wel eens live gezien heeft, weet dat het echt niet heel veel beter gaat worden dan dit. Ruim drie uur lang zonder pauze een tsunami aan hits de zalen en stadions inblaffen. Weergaloos. Muzikale magie. Laat dat maar aan McCartney over.
Ik kan nog wel even doorgaan maar u zult het idee snappen.
Maar goed, wat kies je dan. Ik heb vandaag gekozen voor een zeer vrolijk liedje. Ballroom Dancing van het album Tug Of War. Het lijkt een lekker simpel niks aan de hand nummer. Maar dat is dus weer McCartney. Het steekt muzikaal verdomd vernuftig in elkaar. Heerlijk.
Dus bij deze. We kunnen wekelijks om Paul McCartney vechten in een battle, maar we raken er nooit over uitgepraat. En dat is fijn. Heerlijk toch?
Keuze Edgar Kruize: My Brave Face (1989)
Costello als surrogaat-Lennon
In de jaren ’80 was muziek voor mij één grote ontdekkingstocht. Via de ene artiest, ontdekte je de volgende. My Brave Face is het punt dat ik twee grootheden ontdekte. Uiteraard kende ik The Beatles, maar met Paul McCartney als solo-artiest had ik me nog amper bezig gehouden. Het album Flowers In The Dirt kwam uit en dat nummer was voor mij een enorme oorwurm. Ik zong het de hele dag mee, al was het verre van hip in mijn vriendenkring. Mijn interesse werd tevens gegrepen door het feit dat er in de media veelvuldig werd geschreven dat het nummer was geschreven in samenwerking met Elvis Costello. Die kende ik in het geheel niet, maar men had het over ‘een samenwerking die net zo sterk was als ooit de legendarische Lennon-McCartney samenwerking was’. Reden genoeg om me meer in die man te verdiepen ook.
Wat nu precies de inbreng van Costello is op My Brave Face, dat weet ik niet. Maar ik durf te wedden dat onder meer ook enkele van de tekstuele kwinkslagen van zijn hand zijn. Mijn favoriet:
I’ve been hitting the town
But it didn’t hit back
De andere zijde van de samenwerking bevond zich twee jaar later op het Elvis Costello-album Mighty Like A Rose, met daarop het fantastische So Like Candy. Omdat ik met name de Costello co-writes op Flowers In the Dirt zo fantastisch vond, dook ik ook daar op begin jaren ’90. Daarvandaan begon voor mij de ontdekkingstocht door Costello’s wonderlijke maar heerlijke oeuvre. Dat werk vond ik aanvankelijk interessanter dan McCartney, waar (en zeker in die periode) voor een rebelse tiener toch een wat stoffig imago omheen hing. Dat neemt niet weg dat McCartney vrijwel gelijktijdig ook weer wat hipper werd door zijn Unplugged-album, waardoor het ineens ook weer niet mis was om My Brave Face een leuk liedje te vinden, een nummer waarvoor Macca voor het eerst in jaren weer eens zijn beroemde Hoffner bas uit het vet had gehaald. Helaas is het nummer, zijn laatste echte hitparadehit volgens mij, een beetje in de vergetelheid weggezakt. Dit terwijl het nog zo fris klinkt als de dag dat het uitkwam, ruim een kwart eeuw geleden.
Keuze Tricky Dicky: Beautiful Night (1997)
Sommige dingen verleer je nooit
Onlangs schreef ik een blog over de nieuwe Beatles, maar hoewel velen dachten en verwachtten dat de kroon op hen overgedragen ging worden, moest ik de uiteindelijke conclusie trekken dat er slechts één nieuwe Beatle is!
Ondanks een goed gevulde post-Beatles muziekdragerskast (platenkast smoelt toch wel beter) hoefde ik vreemd genoeg niet lang na te denken. Vanaf McCartney (1970) kocht ik alles, maar (met uitzondering van de single ‘No More Lonely Nights’) hield ik het na ‘London Town’ voor gezien; niet dat hij ineens slechte muziek maakte, maar in mijn optiek werd het een beetje een herhaling van zetten. Ik haakte pas weer in bij ‘Flaming Pie’, waarop ook mijn keuze staat.
Beautiful Night is voor heel veel redenen een ondergewaardeerde klassieker; het lijkt en klinkt als een vergeten Beatles-plaat. 100% beter dan ‘Free As A Bird’ of ‘Real Love’, die door de Jeff Lynne-saus het ware Beatles-gevoel missen. Het was al in 1986 geschreven en op de plank blijven liggen, en het luidde een hernieuwde samenwerking van Ringo Starr en hem in. Vijfde Beatle George Martin deed voor het eerst sinds 1984 weer de productie en Linda McCartney-Eastman was voor de laatste keer in de achtergrond te horen. Een rustig intro, een lange ‘bridge’ en aan het einde verandert het lied in een rocksong met lekker gitaarwerk van Paul en strak drumwerk van Ringo.
Sir Paul zei het volgende er over:
“I unearthed this old song for when Ringo was coming, changed a few lyrics and it was really nice. We sat down. I sat at the piano. We just started. He said this is really like old days. And I realized that I hadn’t done this for so long, but it was very comfortable. And it was still there.”
Zeker weten!
Keuze Roel Kramer: Jenny Wren (2005)
Breekbaar
In 2005 verscheen ‘Chaos and Creation in the Backyard’, één van McCartney’s beste soloalbums. Op aanbeveling van George Martin werd het album geproduceerd door Nigel Godrich, bekend van zijn werk met Radiohead. Godrich stond erop dat McCartney zijn band thuisliet en zelf alle instrumenten speelde. Paul was dus volledig op zichzelf aangewezen, waardoor het album een intieme, home-made sfeer heeft gekregen, vergelijkbaar met eerdere projecten als McCartney en McCartney II.
Misschien is het hierdoor dat McCartney één van zijn meest breekbare liedjes in jaren schreef. Jenny Wren doet meteen denken aan Beatles-klassiekers als ‘Blackbird’ en ‘Yesterday’.
How we spend our days
Casting love aside
Losing sight of life
Day by day
McCartneys stem breekt licht op de hogere noten. Kwetsbaar, net als de hoofdpersoon uit het liedje. Het is het mooiste liedje op het album en één van de hoogtepunten uit McCartneys carrière.
Keuze Harm Eurlings: Jenny Wren (2005)
De schoonheid van precies genoeg
Een ondergewaardeerd nummer kiezen van Paul McCartney is eigenlijk heel eenvoudig. Kies een nummer. Echt, kies maar! Raak.
Het lijkt een soort specialiteit te zijn van deze meesterliedjesschrijver: nummers die zo vanzelfsprekend klinken dat het niet opvalt hoe briljant het eigenlijk is. Niet voor niets dacht hij zelf dat hij Yesterday niet geschreven had maar dat hij het ergens van gekopieerd had. Dat is een begrijpelijke gedachte, want hoe kon het zo zijn dat dit nummer niet al bestond voor het bestond?
En zo klinken veel nummers van Sir Paul alsof ze er altijd al geweest moeten zijn. En dan valt het daardoor ook niet zo heel erg meer op. Een goed liedje, ja natuurlijk een goed liedje, over tot de orde van de dag, en we denken dan collectief dat hij solo nooit het niveau gehaald heeft dat hij haalde in de tijd van de Beatles, en dan klinkt er op de radio weer zo’n juweel van een solo nummer en we weten onbewust dat het goed is. Maar we vergeten dat dan toch ook weer.
Jenny Wren is zo’n nummer. Er klinkt een akoestische gitaar en een man zingt een paar regels tekst in een vloeiende melodie, solo er bij, nummer klaar.
Maar luister nog eens goed. Laat je niet misleiden door het feit dat ook dit nummer klinkt alsof je het altijd al kende. Die gitaar, die de hele track draagt, hoe vaak heb je een gitaar gehoord die zo mooi klonk? Alsof alle normale opnames van een akoestische gitaar altijd zijn gemaakt vanachter een gordijn, en bij dit nummer iemand opeens dat gordijn opzij heeft geschoven. Maar hoe kan het dat deze opname zo wonderschoon is? Want de partij die gespeeld wordt is ingewikkeld noch opvallend. Maar het is zo mooi en rijk en warm! De schoonheid van precies genoeg.
En over dat warme bad van trillende gitaarsnaren klinkt de vertrouwde stem van Paul. Hij zingt het in een vrij hoog register, en wat een onwaarschijnlijke helderheid zit er in de hoge noten. En waar de gewoonte in popmuziek is om de hoge noten extra veel nadruk te geven en flink te laten galmen (“oh kijk toch eens hoe erg die zanger(es) het meent!”) houdt Macca het klein en ingetogen, en juist dat maakt het echt. Je hoeft niet eens meer naar de tekst te luisteren om te weten dat dit oprecht is. De betekenis zit niet in het woord maar in het gezongen woord. En laat daar nou de essentie zitten van songwriting…
Jenny Wren is een pareltje. Geen saffier, geen smaragd, geen 200 karaat diamant, geen protserige poging om vooral gezien te worden. Perfect in zijn ingetogen schoonheid. Zo perfect dat het niet meer opvalt. Classic Paul McCartney dus!
[polldaddy poll=9123379]