Na het overlijden van drummer en levenslange vriend Willie ‘Popsy” Dixon in januari 2015 besloten (gitarist en pianist) Wendell en (bassist) Sherman definitief te stoppen. Ze waren tenslotte op een respectabele leeftijd en musiceerden sinds 1959 samen; Popsy kwam er ‘pas’ in 1963 bij, waarna ze jaren in het clubcircuit speelden tot de oprichting van de Holmes Brothers in 1979. Hun bijnaam was ‘God’s own bar band’, doordat ze een mix van blues, reggae, R&B, gospel, soul, country en funk speelden, en omdat je de indruk kreeg dat hun stemmen gezamenlijk een vierde mystieke persoon toevoegde. De muziek is feitelijk niet te categoriseren.
Gedurende hun carrière speelden ze werkelijk overal; van kerken tot kroegen en van BBQ’s tot grote concerten. Er was zelden een moment dat ze niet de wereld rondreisden. Ze speelden met zoveel andere artiesten, zoals onder andere Willie Nelson, Lou Reed, Joan Osborne, Peter Gabriel, Van Morrison, Al Green, Bruce Springsteen, Ben Harper, Bob Dylan, Lucinda Williams en Steve Earle, dat het ogenschijnlijk gemakkelijker is een lijst te maken van degenen waar ze niet mee op het podium of in de studio gestaan hebben. Hun LP/CD’s hebben vele prijzen ontvangen.
Ik ben in aanraking met hun muziek gekomen door een verzamelaar en was direct geraakt door de stemmen, waardoor je de indruk hebt dat je een Amerikaanse baptisten zondagmorgen meemaakt vol met dans, zang en plezier in het leven. Hun voorlaatste CD uit 2010, Feed My Soul, is een vreugdevolle, triomfantelijke viering van liefde, familie en geloof in het aangezicht van tegenspoed, geïnspireerd door de overwinning op kanker door Wendell. Een absolute ‘must-have’ in het genre.
19 juni is Wendell Holmes helaas onverwacht overleden. Zoals de Amerikanen zeggen…two down, one to go. In het geval van de Holmes Brothers is two UP, one to go waarschijnlijk een betere woordkeuze.