Vraag tien Nederlanders om Spaanse muziek op te noemen en negen roepen ‘Gypsy Kings’. Misschien wordt Julio Iglesias ook nog genoemd. Het is zelfs zo erg dat in Amor de Mis Amores nog steeds wordt gedraaid in menig tapasrestaurant.
Los van het feit dat de Gypsy Kings uit Frankrijk komen (echt) is de band niet echt representatief voor wat Spanje te bieden heeft. Echte flamenco is ook een beetje lastig voor het Nederlandse gehoor; er wordt gebruik gemaakt van kwarttonen, wat de Spanjaarden hebben over gehouden aan de moorse overheersing. Wat voor menig Nederlander ‘vals’ klinkt, is in werkelijkheid gewoon een extra noot tussen twee (Westerse) noten in.
Maar ook buiten Spanje lopen veel artiesten rond die in Nederland niet of nauwelijks bekend, maar toch zeker de moeite waard zijn.
¡Escucha y disfruta!
Keuze Freek Janssen: La Kaíta – El Pájaro Negro (1993)
Ruwere flamenco dan dit, dat bestaat bijna niet
Ik speel een beetje vals dit keer, door twee inzendingen te kiezen. De eerste is flamenco in zijn meest ruwe vorm, de tweede het meest catchy poprockliedje uit Spanje dat ik ken.
Al een paar keer eerder heb ik op Ondergewaardeerde Liedjes flamenco op tafel gelegd; zoals Camaron de la Isla tijdens de jazz-battle en Remedios Silva Pisa in de soundtrack-battle. Joan Manuel Serrat was mijn keuze in de ouwelullen-battle, Jarabe de Palo in de mondharmonica-battle en ga zo maar door.
Het zit zo: ik vind flamenco vaak zo hartverscheurend mooi, dat ik het niet kan nalaten om zendingswerk te verrichten. Hoe er gezongen wordt, gespeeld, gedanst en geklapt: met zoveel overgave en echtheid, dat ik me af en toe een beetje schaam voor onze Nederlandse ‘volksmuziek’.
Het liedje hieronder is de slotscène van de film Latcho Drom van de Spaanse regisseur Tony Gatlif. De film laat de reis zien die de zigeuners hebben afgelegd van India, Arabië, Oost-Europa en Noord-Afrika naar Spanje. Op al deze plekken worden zigeuners en hun muziek vastgelegd, zodat je stukje bij beetje kunt zien hoe deze zich tijdens de verspreiding over Azië, Europa en Afrika heeft ontwikkeld.
De stempel van de zigeuners in de flamenco is enorm geweest. Niet voor niets worden zigeuner(meisje)s vaak vereerd in het genre. De slotscène is wat mij betreft het toonbeeld van pure flamenco: het stuk wordt met een pure rauwheid gezongen die laat zien dat het eigenlijk helemaal niet gaat om muzikale perfectie; het gaat om het blootleggen van je ziel.
Extra keuze Freek Janssen: M-Clan – Llamando A La Tierra (1999)
Misschien ligt Spanje nu eenmaal verder van de sterren dan Engeland
Dat je ook prima kunt rocken of poppen in het Spaans, dat bewijst M-Clan. Ik leerde de band kennen met hun (overigens puike) versie van Rod Stewart’s Maggie May: Maggie Despierta.
M-Clan is een band met prima muzikanten die lekker in het gehoor liggende gitaarliedjes maken. Een soort Train, maar dan leuk.
Llamando A La Tierra is niet leuk, maar hilarisch: qua tekst is het een soort Spaanse Space Oddity. De melodie heeft er dan weer weinig van weg. Was Bowie one hundred thousand miles van huis, M-Clan bevindt zich op dos mil milion años de luz. Maar ja, misschien lag Spanje gewoon verder weg van de ruimte dan Engeland, weten wij veel…
Keuze Tricky Dicky: Cabas – Mi Bombon (2002)
Lekker snoepje
De allereerste keer (1979) dat ik op de Antillen arriveerde maakte ik een klassieke Noord-Europese fout. Er hingen wolken en de zon scheen niet… dus even mijn leren jas aantrekken. Ik stapte het vliegtuig uit en binnen vijf seconden liep het zweet door mijn bilnaad en was mijn hemd letterlijk doorweekt. Maar de Antillen zijn altijd goed voor een feestje en dus besloten we in 2001 (zonder jas overigens) weer te gaan. Lekker luieren aan het strand, ’s avonds lekker eten en op het ritme van de muziek de heupen los gooien. Salsa is heerlijk opzwepend. De lokale bevolking (en met name de dames) lijken van elastiek, zodat mijn armzalige pogingen soepel de dansvloer te veroveren bij voorbaat tot mislukken gedoemd waren. Na de lieftallige aanwijzingen van mijn vrouw heb ik wijselijk besloten slechts de ogen maar te laten rollen en met de voet de maat mee te tikken.
Eén van de knallers van dat jaar was (Andrés) Cabas met Mi Bombon: drie maanden numero uno en dubbel platinum. De Colombiaanse zanger combineert rock met salsa aangevuld met Afrikaanse en Antilliaanse ritmes. Het lied gaat natuurlijk over een lekker snoepje dametje, maar eigenlijk is dit gegeven helemaal niet interessant. Het gaat om het ritme. Misschien moeten we in Nederland in plaats van ochtendgymnastiek de salsa maar leren dansen? In 2002 deed hij het overigens nog een keertje dunnetjes over met La Caderona….een lied over een dame met brede heupen gelardeerd met stevig gitaarwerk.
Even opwarmen en los die heupen.
Keuze René Albers: Jaguares – No Dejes Que (2002)
Want MTV was de enige zender die er toe deed in die Mexicaanse hotelkamer
Soms neem je van vakantie mooie muziek mee naar huis. In het najaar van 2002 maakte ik een vijf weken lange rondreis door Mexico. We reisden low-budget, dat betekende dat we heel vaak kamers hadden zonder allerlei poespas, eigenlijk alleen met toilet en gelegenheid tot wassen. Af en toe besloten we ons te verwennen en namen een kamer met warme douche en TV. Aangezien mijn Spaans erg minimaal is, begreep ik vrij weinig van de programma’s op TV, er was veelal ook geen CNN en zo. Eén zender was ondanks de taalbarrière goed te volgen: de Mexicaanse variant van MTV. Ik zag de fantastische clip van Audioslave’s Cochise voorbijkomen (pas na mijn vakantie begreep ik dat dit een samenwerking tussen RATM-leden en Chris Cornell was), maar ook een in mijn oren prachtig Spaanstalig nummer.
Het nummer had ik al vaker gehoord op de vele radio’s die her en der aanstonden, maar heb niet kunnen achterhalen welke zanger of band verantwoordelijk was voor dat prachtige deuntje. Via MTV leerde ik dat de band Jaguares heette. Ik had er nog nooit van gehoord.
Jaguares is een Mexicaanse alternatieve rockband en heet zo omdat de zanger een droom heeft gehad dat hij zong vanuit de muil van een jaguar. De band bestaat sinds 1996, heeft tien albums uitgebracht, waarvan er in totaal zo’n 15 miljoen exemplaren van verkocht zijn. Daarnaast hebben ze met een keur van internationale grootheden samengewerkt, onder David Hidalgo (Los Lobos), Morrissey, Peter Gabriel, Billy Preston en nog vele anderen. Zij hebben onder meer voorprogramma’s verzorgd voor The Stones en The Peppers.
Een grote band dus. In de tijd dat ik op bezoek was in Mexico was No Dejes Que hun grote hit. Het was feitelijk een heruitgave van een nummer dat de band origineel in de jaren negentig van de vorige eeuw had opgenomen. De versie van 2002 bereikte de nummer 1-positie in onder meer Mexico en Argentinië en schopte het tot nummer vier in de Amerikaanse charts. Het heeft de oceaan niet overgestokens, helaas.
No Dejes Que is gewoon een erg goed liedje. Een mooie ballad. Maar waar die over gaat? Ik weet het niet. Eerlijk gezegd wil ik het ook niet weten, want elke keer dat ik het nummer hoort voert het mij terug naar dat prachtige land aan de andere kant van de oceaan, waar ik een prachtig, doch veel te kort avontuur heb beleefd.
Keuze Tricky Dicky: Chingon – Malagueña Salarosa (2004)
Oud en nieuw
Muziek is bepalend voor een film. Draai in elke willekeurige film de geluidsknop dicht en elke spanning of emotie wordt begraven in ijselijke stilte. Luister naar het verschrikkelijk mooie thema uit Schindler’s list waar het intense verdriet uit de vioolsnaren druipt, en je wordt overmand door emoties.
In 2003 formeerde Robert Rodriguez de groep Chingon om muziek te spelen voor zijn film Once Upon a Time in Mexico. De naam van de groep betekent (ruw vertaald) klootzak. De muziek houdt het midden tussen rock, latin, blues, mariachi en tex-mex. In 2004 werd de groep gevraagd door collega Quentin Tarantino een lied te spelen voor de film Kill Bill 2 en dit werd een heerlijke combinatie van oud en nieuw. Een oud volksliedje in een nieuwe rockjas; een ontmoeting tussen twee muziekwerelden. Snerpende opzweepende gitaren en een hese rasperige stem. Het tilde de scène in de film naar een hoger niveau.
Er is dus nog hoop voor Altijd is Kortjakje ziek.
Keuze Werner Schlosser: Seguridad Social – Quiero Tener Tu Presencia (Versión Mediterránea 2006)
Ken je die mop van die onvermijdelijke nummer 1-hit?
Als je een radioprogramma maakt, word je geacht de liedjes te draaien die je luisteraars willen horen. Dat is – als je iets van publiek wilt opbouwen – een prima uitgangspunt, maar er is ook niets mis mee om eens flink van de gebaande paden af te wijken. Om de luisteraar te prikkelen. Want die is echt intelligenter, toleranter en minder bekrompen dan menig testresultaat wil doen geloven.
Om die reden, maar ook zeker vanuit mijn eigen enthousiasme, draaide ik tot een jaar geleden verspreid over mijn wekelijkse programma Carte Blanche vier nieuwe Spaanstalige nummers. Wel binnen het pop/rock-idioom, dus bijvoorbeeld geen flamenco, reggaeton (of nog ‘erger’: rumbaton) of stembandtopsport, maar toch… Spaanstalig. Als het prikkelen van mijn luisteraars het uitgangspunt was, dan ben ik daar glorieus in geslaagd. De naam van het item werd volledig bewaarheid: de Arena del Pop werd een slagveld, waarop lovers en haters tegenover elkaar kwamen te staan. En dat is, zoals je weet, een teken dat het goed is ;-).
Toch heb ik het programmaonderdeel na 10 jaar afgebouwd en uiteindelijk ‘uitgefaseerd’. Het was genoeg geweest.
Behalve prikkelen had de Arena del Pop vooral het doel om een lans te breken voor Spaanstalige pop/rockmuziek. Daar kon ik heel ver in gaan. Zoals in het geval van Quiero Tener Tu Presencia.
Seguridad Social is al decennialang een populaire Spaanse rockgroep, hoewel het tegenwoordig nog maar een eenmansproject is van José Manuel Casañ, aangevuld met andere studiomuzikanten. Hij richtte Seguridad Social in 1982 op als punkband, maar gaandeweg voegden ze steeds meer invloeden aan de muziek toe, zoals reggae en rumba. Toen ze in 2007 een kwarteeuw bestonden, hadden ze 16 albums opgenomen en was het tijd voor een verzamelaar: 25 Años De Rock & Roll. Behalve al hun onverwoestbare klassiekers en de bijbehorende clips stonden op deze 2CD+DVD – uiteraard – ook een paar nieuwe tracks én een nieuwe versie van hun magnum opus Quiero Tener Tu Presencia uit 1993. Zoals de titel van deze versie, de Versión Mediterránea, al verraadt, klonk deze nog zonniger dan het origineel. Zelfs ik kon er niet bij blijven stilzitten en wie mij kent, weet dat dat heel wat betekent. Ik hoorde er een nieuw Yé Ké Yé Ké van Mory Kante in, inclusief een onvermijdelijke nummer 1-hit.
Boy, was I wrong… Zelfs in Spanje kwam het nummer niet echt van de grond. Ik kan niet zeggen dat ik er in Nederland niet alles aan gedaan heb: ik draaide het nummer een half jaar lang elke week in de Arena del Pop en heb het label geprobeerd van mijn gelijk te overtuigen, maar respectievelijk hate mail en hoongelach was mijn deel. Toch blijf ik het een geweldige versie vinden. Mijn favoriete track van 2007.
Hopelijk heb je Spotify, want daar is de Versión Mediterránea uit 2007 van Quiero Tener Tu Presencia te beluisteren. Op YouTube staat alleen de clip van de originele versie uit 1993. Dat geeft een idee, maar niet het hele plaatje. Niettemin: geniet ervan, terwijl je het liedje hieronder even de volle ‘douze points’ geeft!
Keuze Esther Honders: Gotan Project – Diferente (2006)
Tango nieuwe stijl
Kun je het nog herinneren? Die tijd dat MTV nog weleens videoclips uitzond? Het lijkt een eeuwigheid geleden, maar in 2006 waren videoclips (in ieder geval in de ochtenduren) nog wel onderdeel van het uitzendschema. ‘s Ochtends voor ik naar school ging stond MTV standaard op en daar was het dan ook dat ik voor het eerst de clip van Gotan Project – Diferente voorbij zag komen. Erg vaak werd de clip niet uitgezonden, maar het nummer is me altijd bijgebleven en dan ook het eerste waar in aan dacht bij deze Spaanstalige battle.
Wat vooral bleef hangen was de combinatie van de klassieke tango sound met een beat, tango nieuwe stijl. Ik heb sowieso al een zwak voor dit soort muziek sinds deze Nescafé commercial, maar Gotan Project zorgt ervoor dat dit nummer nèt een beetje moderner klinkt dan de standaard tangosound.
Bij het opzoeken van de betekenis van de lyrics (mijn Spaans beperkt zich tot ‘Hola, como estas’) bleek dat de melancholische stem niet voor niets zo klinkt. Er zit eigenlijk een hele filosofische boodschap in de tekst:
Because, if we start to dream
It’s easy to imagine
The human race in harmony
(..)
How nice, man, how nice it is
To laugh like brothers
Why would we wait to change
The music and the time
Relaxed en diepzinnig tegelijkertijd. Oh ja, en vooral een lekker nummer natuurlijk.
Keuze Danny den Boef: Klaus & Kinski – El Rey del Mambo y la Reina de Saba (2010)
Als je mij vertelt dat het over een visboer gaat die elke ochtend een pak droge muesli wegspoelt met een liter motorolie, geloof ik het ook
Ik ben erg taalgevoelig. Ik zuig het meestal op als een spons en het is gewoon heel erg boeiend allemaal. Met Spaans heb ik dat totaal niet.
Dat muziek in het Spaans toch weet te boeien dat wisten we na zonnebank-Spanjaard Julio Iglesias natuurlijk al lang. En ja, dat wisten we allemaal. Want ik durf te wedden dat als er een fijn stukje Julio op de radio (SkyRadio waarschijnlijk) voorbij komt, die radio écht wel even een standje harder gaat terwijl je vanachter het stuur heerlijk onwetend fonetisch mee-jodelt.
Een aantal jaren geleden hoorde ik per toeval het nummer waarmee ik vandaag de degens met mijn gewaardeerde blogbroeders en zusters zal kruisen. En dat is het nummer El Rey del Mambo y la Reina de Saba van Klaus & Kinski (vernoemd naar de Duitse acteur Klaus Kinski).
Ik heb me laten vertellen dat het over dansen gaat. En iets met trompetten denk ik. Maar goed, als je mij vertelt dat het over een Catalaanse visboer gaat die elke ochtend een pak droge muesli wegspoelt met een liter 15W-40 motorolie, geloof ik het ook. Al zie ik dat in de clip niet echt terug.
En daar hebben we een mooi bruggetje te pakken. Die clip. Man, man, man, die clip! Wat een geweldig genot is dat zeg! Nu ben ik zelf een redelijk kunst- en prentenboek liefhebber, maar ook zonder dat moet het genieten zijn.
De clip lijkt één grote LSD trip. Alsof je naar een levend kind van Picasso en Dalí zit te kijken. Dansende wolven, een hond die wandelend trompet speelt op een slang en gitaarspelende vrouw met haar op haar benen. Alles is awesome.
En dat naast het nummer zelf uiteraard, waarin ook nog eens een mooie trompetsolo zit. En die horen we eigenlijk ook te weinig. Schitterend toch?
Elke week komt Ondergewaardeerde Liedjes maar liefst twee keer op de radio: op donderdagavond bij Skoopavond (IndieXL) en zaterdagochtend draait Jeroen van de Beek een liedje uit de nieuwste battle op KX Radio. En jij kunt hun keuze beïnvloeden, door te stemmen!
[polldaddy poll=8906068]
Hoofafbeelding: La Kaíta