Neil Diamond is weer helemaal terug. Neil is weer hot en happening. Mét baard dit keer.
Al een aantal weken teast hij wellustig zijn nieuwe album “Melody Road” dat deze maand uit zal komen via zijn eigen youtube-kanaal. Zonder geouwehoer en zonder krampachtig gezeik over toekomstige verkoopcijfers, streaming-aantallen en meer van dergelijke door geld gedreven nonsens die we vandaag de dag zoveel voorbij zien komen. Neem bijvoorbeeld Coldplay. Die band heeft maandenlang gewacht met het vrijgeven van hun laatste album op Spotify, omdat mensen dan wel via iTunes moesten overgaan op het kópen van hun muziek. Goed, zo’n scheiding zal Chris een hoop geld gekost hebben, maar toch. Vrij sneu, dat kunstmatige opwekken van inkomsten.
Maar goed, daar doet good old Neil gelukkig niet aan mee. De muziek die we nu al te horen krijgen (Noting But A Heartache, OOO Do I Wanna Be Yours (echt waar), The Art Of Love, etc.) van zijn 41e(!) album is weergaloos goed. The Dime gaat weer helemaal terug naar zijn roots. Geen Wall of Sound, geen overdreven poppy synthesizers en niet teveel kunstmatige sounds. Niet dat daar iets mis mee is, maar het is zo fijn om Neil naakt te kunnen bewonderen. Figuurlijk dan. Ik bedoel, leuk en aardig hoor, maar hij is al wel 73 hè?
Hij deed dit in 2005 al eerder magistraal op het zwáár onderschatte album 12 Songs. Dat album is zonder twijfel één van zijn allerbeste platen ooit en geproduceerd door Rick Rubin. Die vroeg Diamond om terug te gaan naar de eenvoud van het schrijven en performen met enkel de gitaar. Muziek in haar puurste vorm. Een paar jaar eerder had Rubin ook Johnny Cash zover gekregen zichzelf op deze minimale manier bloot te geven op diens American Recordings serie.
Diamond was enthousiast en schreef een jaar lang nummers vanuit zijn hart, gedreven door zijn eigen leven. Tijdens de opnames werden er gastartiesten als Tom Petty, Mike Campbell en Billy Preston ingezet (het zou zijn laatste werk worden, hij overleed kort na de opnames). Ook dwong Rubin Neil zelf de gitaar weer eens op te pakken voor de opnames, iets dat hij al lange tijd niet meer gedaan had.
Het album kreeg vorm. Nummers als Evermore, Oh Mary, Save Me A Saturday Night, Man Of God en Delirious Love zijn van ongekende ruwe schoonheid. Letterlijk vaak zelfs. Sommige, bijvoorbeeld Evermore is een ruwe, onbewerkte opname waarin Neil en Rick nog wat woorden wisselen in het begin waarna Neil afsluit met Yeah, let’s give it a try en begint te spelen. Zeldzaam mooi en puur.
Het allermooiste nummer op het album is echter zonder twijfel Hell Yeah. Sterker nog, het is mijn favoriete nummer van Neil, waar ik persoonlijk een groot bewonderaar van ben (waar blijft die Battle?). Hell Yeah is zelfs één van de allermooiste nummers ooit en kwalificeert zich zonder moeite tussen klassiekers als Bridge Over Troubled Water, Imagine, Bohemian Rhapsody en noem de rest maar op.
Met gitaar in de hand loopt Neil zijn leven door en verteld op een schitterende manier hoe awesome het eigenlijk allemaal was. Hij heeft geleerd, genoten, geleefd, gejankt en alles wat een mens doorgaans allemaal te verduren krijgt. Het uiteindelijke oordeel is dat hij een tevreden mens is dat van het leven heeft genoten. Hell yeah, he did.
De tekst van het nummer is los van de muziek al een kunststukje. Zo mooi, zo persoonlijk en op zoveel mensen van toepassing. Ik krijg er geen genoeg van en het nummer zorgt bij mij sinds 2005 elke keer voor huizenhoog kippenvel.
Twee keer zag ik Neil het nummer live spelen in Ahoy. En tot twee keer toe hield ik het niet droog.
Time is all we’ll ever need. But it’s gotta have a meaning. Just be careful how it’s spent ’cause it isn’t gonna last.
I hear you wonderin’ out loud, are you ever gonna make it? Will you ever work it out? Will you ever take a chance? Just believe you can! Hell yeah you will.
Gonna be okay. You might get lost. But then you’ll find a way. Don’t go alone, can’t be afraid. Hell yeah this life is here, and it’s made for livin’. And loves a gift that’s made for giving. Give it all away, and have it still. And hell yeah you will!
(…)
So if they ask you when I’m gone, was it everything he wanted? When he had to travel on, did he know he’d be missed? You can tell them this; Hell yeah he did! He saw it all! He walked the line, but never had to crawl. He cried a bit, but not for long. Hell yeah he found the life, that he was after, filled it up with love and laughter, finally got it right and made it fit. Hell yeah he did!
Het nummer is (dat gaat nog heel lang duren hoor, dus rustig aan) ook het nummer waarmee ik ooit afscheid ga nemen van het aardse. Want ook ik jank, heb lief, leer, heb het soms zwaar, maak dingen mee, maar bovenal, ik geniet zo intens van het leven en heb nergens spijt van. Het is zo mooi allemaal. Hell Yeah…
Een geweldige, diepgravende, eerlijke, ziel doorvorsende song en Neil’s hoogst persoonlijke My Way. Ik heb een stuk van de tekst gebruikt bij het overlijden van mijn vader en begrijp dus heel goed dat ook jij met dit nummer afscheid wil nemen van het leven. Ik vind dat Neil heel veel ondergewaardeerde songs heeft die niet moeten onderdoen voor klassiekers als Stairway To Heaven, Bohemian Rhapsody. Ik denk dan bijvoorbeeld aan Holly Holy, onlangs gebruikt in de Netflix-serie Midnight Mass. Ook recente songs als (Ooo) I Wanna Be Yours en Nothing But a Heartache zijn bloedmooi. Eén van de beste singer-songwriters ooit, met tonnen charisma. Het volstaat daarvoor naar de live uitvoering va Hell Yeah te kijken op You Tube.