Into The Great Wide Open. Een relatief klein Nederlands festival, maar een paradijs voor de liefhebbers van Ondergewaardeerde Dingen. Dingen, omdat het fijne festival op Vlieland niet alleen om muziek draait. Ook andere vormen van kunst krijgen ieder jaar ruim de aandacht. Wat dacht je van singeltjes die niet gemaakt zijn van vinyl, maar van klei. Of kunstige exposities midden in het bos die, zodra de nacht valt, alleen maar mooier worden omdat er met verlichting gespeeld wordt. Zelfs van de merchandise wordt werk gemaakt. De bezoekers van het festival keren steevast terug met een schat aan nieuwe (muzikale) ontdekkingen, mooie verhalen, intieme (muzikale?) ervaringen en de overtuiging dat volgend jaar Vlieland zeker weer aangedaan gaat worden.
Aankomend weekend is het weer zo ver. Dan trekt een hele groep mensen weer per boot richting het Waddeneiland dat Into The Great Wide Open huisvest. We kijken even vooruit naar de muzikale programmering, met een battle vol met Ondergewaardeerd schoons.
Keuze van Marjolein van Elteren: Tindersticks – Jism (1993)
Er is helemaal niets zoals Tindersticks, behalve Tindersticks zelf
Al twintig jaar bestaan ze en ITGWO mag dit ‘meevieren’; de Britse groep Tindersticks.
Alhoewel…vieren…iedereen die de band een beetje kent weet dat de term ‘feestje’ niet echt van toepassing is op de muziek en op de live-optredens. De optredens zijn introvert maar intens en kunnen adembenemend zijn.
Hun donkere, trage muziek is herkenbaar en uniek. Het is niet een band die elk album echt vernieuwend bezig is maar trouw blijft aan hun eigen sound. Een paar jaar terug vroeg ik in een platenzaak om muziek die vergelijkbaar was met Tindersticks en er werd mij lachend verteld dat er helemaal niets is zoals Tindersticks, behalve Tindersticks zelf.
Voor mij een uitblinker in de line-up van ITGWO dit jaar.
Keuze Stefan Koopmanschap: Miles Kane – First Of My Kind (2012)
Ondanks die nominaties en wat kleine internationale successen snapt Nederland het blijkbaar nog steeds niet
Het is best lastig om van een line-up van een festival vol met ondergewaardeerde pareltjes een keus te maken voor een inzending voor deze battle. Mijn keus heb ik dan ook vooral gemaakt op basis van wat ik denk dat heel veel hitpotentie heeft. En dat is dus Miles Kane.
Miles Kane is in het verleden frontman geweest van The Last Shadow Puppets en The Rascals, maar besloot een paar jaar terug een solocarriere te beginnen. Een goede keus, als je het mij vraagt, wat de muziek die hij solo maakt is catchy, energiek en vraagt gewoon om airplay. Het heeft een enorme hitpotentie. Zowel NME als Q lijken dat te zien, want Kane is in 2009, 2012 en 2013 genomineerd voor NME Awards (Sexiest Male maar vooral ook Best Solo Artist) en in 2011 werd hij genomineerd voor de Q Award voor Breakthough Artist. In al deze gevallen werd Kane echter ondergewaardeerd, want hij heeft nooit daadwerkelijk een prijs mee naar huis mogen nemen.
Ondanks die nominaties en wat kleine internationale successen snapt Nederland het blijkbaar nog steeds niet. In het Verenigd Koninkrijk pakte Kane al met een aantal singles de hitlijsten (maar nooit hoger dan positie 62), en in Nederland heeft Miles Kane nog nooit uberhaupt in de Top 40 gestaan. En dat is bijzonder onterecht. Vreemd is het dan ook dat afgelopen Lowlands een volledige Bravo (en meters buiten de tent ook nog) uit z’n dak ging op de muziek van Miles Kane. Ook op Into The Great Wide Open zal dit niet anders zijn. Ondanks een overlap met Tindersticks zal het Sportveld ongetwijfeld gevuld zijn met mensen die het allemaal naar hun zin hebben. Hoe kan het dan dat Miles Kane geen plekje in die hitlijst kan veroveren? Misschien omdat Miles Kane nog erg wordt ondergewaardeerd in Nederland.
Keuze Martijn Vet: Matthew E. White – Big Love (2013)
O, die relaxtheid en dat subtiele ingehouden gospelkoortje!
Ja, het was fantastisch, het eerste weekend van september 2010. Zon, zon en nog eens zon, goed gezelschap en misschien wel het sfeervolste muziekfestival van Nederland. Toch besloten we #gwo11 en de edities daarna te skippen.
Iets met té mooie herinneringen aan de eerste keer. Iets met geen zin in kaartjeskoopstress voor een festival dat alleen nog maar lege blokjes in het schema heeft staan (om van de boot- en campingstress nog maar te zwijgen). Iets met eerste weekend van september, dan is het deze keer vast kloteweer.
En toch ben ik ieder jaar weer jaloers op hen die wél de barre tocht naar Vlie ondernemen. Tipje van een thuisblijver: plant die opgooitent een beetje op tijd op camping Stortemelk. Niet alleen heb je dan een voordelige plek. Ook kun je met je eerste biertje in de hand zorgeloos genieten van Matthew E. White, vrijdag om 15.30 op de Tokkelbaan. O, die relaxtheid en dat subtiele ingehouden gospelkoortje in dit magistrale Big Love! Live schijnt het een stuk steviger en funkier te worden. Spannend! En het is vrijdag nog mooi weer ook.
Keuze Freek Janssen: Traumahelikopter – Kids (2013)
Een verademing tussen folk-baarden en suïcidale singer-songwriters
Misschien speelde het winterweer een rol. Of is januari überhaupt geen geschikt moment om een goede plaat uit te brengen – de decemberinkopen heb je dan al gemist, en het is nog te vroeg om mee te profiteren van de opleving van de muziekscene aan het begin van het festivalseizoen.
Anyway, het was begin januari. Noorderslag-tijd. Het leek wel alsof alles wat er op dat moment uitkwam suïcidale singer-songwritermuziek was, of folk-met-baarden. Alhoewel ik beide genres over het algemeen best kan waarderen, kwamen de banjo’s en minimalistische pianootjes me de neus uit.
BLEGH.
Traumahelikopter klonk op dat moment even verfrissend als Nevermind in 1991. Weg met je zevermuziek, met je pathos, bombast en gesnotter. Een-twee-drie-vier en raggen. Drie akkoordjes, liedjes van 2 minuten. En nog teringgoed ook.
Ik denk dat Traumahelikopter voor veel ITGWO-gangers een heerlijke verademing zal zijn tussen de rest van het programma, die je nog ver buiten Vlieland kunt horen donderen..
Een-twee-drie-vier…!
[polldaddy poll=7364565]