De band tussen popmuziek en werk gaat op z’n minst terug naar de wieg van de moderne muziek: de Blues. De Blues kwam voort uit werkliederen die de slaven in de Verenigde Staten halverwege de 19de eeuw zongen tijdens hun zware werk op plantages en bij de spoorwegaanleg. Het ritme en tempo van de liederen werden bepaald door de lichaamsbewegingen, zodat ze makkelijk onder het werk te zingen waren. De moderne kantoorslaaf hoeft gelukkig niet zelf te zingen in zijn kantoortuin, daarvoor hadden we sinds 1946 de Arbeidsvitaminen, en meer recent Sky Radio, dat net als de Blues sterk leunt op herhaling.

Er zijn echter meer verbanden tussen muziek en arbeid. Sinds de jaren ’60 zien we popartiesten zich enerzijds vereenzelvigen met de Werkende Klasse (denk aan Lennon’s Working Class Hero), maar vaker nog wordt er enigsinds neergekeken op de burgerlijke kantoormedewerker, zoals in A Well Respected Man van The Kinks. Dat dat neerkijken de andere kant op ook geldt beschreef Dire Straits natuurlijk prachtig in Money For Nothing. Want wees nou eerlijk: muziek maken, da’s toch geen werk?

Keuze Jan-Dick den Das: Jackson Browne – The Load-Out/Stay (1977)

Noeste Arbeiders

Een battle over werk, en dat op een site waar ondergewaardeerde liedjes centraal staan. Welk lied komt daar dan voor in aanmerking? Een nummer wat gaat over de mensen die vaak ook ondergewaardeerd worden, de sjouwers, de technici of te wel The Roadies. Jackson Browne heeft er in 1977 een prachtig nummer over geschreven The Load-Out. Het album waar het op verscheen was Running on Empty; een album waar alle nummers op verschillende plaatsen live zijn opgenomen en zo dus ook The Load Out.

Merriwheater Post Pavilion is een theater in Maryland, waar nog steeds optredens plaatsvinden, was op 27 augustus 1977 de plek waar het genoemde nummer werd opgenomen. De band was al een tijdje bezig met het nummer maar het was nog niet helemaal zoals het moest zijn. Tijdens de toegift was de band eigenlijk door zijn nummers heen en besloot men om het nummer maar gewoon te spelen en zien waar het zou eindigen. En die uitvoering heeft dus het album gehaald en is de klassieker geworden die zoveel mensen in combinatie met het nummer Stay kennen. Het nummer wat naadloos aansluit op het album. Stay is trouwens een cover, origineel is van Maurice Williams & The Zodiacs uit 1960.

Now the seats are all empty
Let the roadies take the stage
Pack it up and tear it down
They’re the first to come and last to leave
Working for that minimum wage

Een eerbetoon aan de harde werkers, de arbeiders die op en afbouwen, de langste dagen maken en altijd op de achtergrond aanwezig zijn. De mannen en vrouwen die zorgen dat de show goed verloopt, de gitaren gestemd zijn, het licht verzorgen zodat het nummer net dat beetje extra krijgt. Na de show alles weer afbreken, en inladen, in roadies jargon The Load-Out. De wagens weer volladen met de versterkers, flightcases en weer op weg naar het volgende optreden.

Now roll them cases out and lift them amps
Haul them trusses down and ge t’em up them ramps
‘Cause when it comes to moving me
You know you guys are the champs
But when that last guitar’s been packed away
You know that I still want to play
So just make sure you got it all set to go
Before you come for my piano

Jackson Browne heeft het prachtig verwoord, en geeft ze de eer die ze verdienen. De harde werkers, die er altijd staan. The Load-Out is een nummer wat zich prachtig opbouwt, rustig met piano en de zang van Browne, de slideguitar die op een moment zijn intrede doet. Langzaam wordt er toegewerkt naar de climax om uiteindelijk over te gaan in Stay. Een nummer wat je live moet horen en het liefst zou moeten zien. Voorlopig doen we het maar met de clip.  The Load-Out: een ode aan de arbeiders van de livemuziek.

Keuze Marco Groen: Devo – Working In A Coal Mine (1981)

De de-evolutie van Kompels

Vroeger was alles beter. Een stelling die klopt als een bus, behalve dan voor de mensen die daadwerkelijk in dat ‘vroeger’ hebben geleefd. Neem nu bijvoorbeeld Limburg. Net zoals er tegenwoordig in Congo kinderen worden ingezet om voor onze mobieltjes de nodige kobalt te winnen, was het niet ondenkbaar dat je als achtjarige Limburger emplooi vond in de mijnen. Net zoals kobalt nu was steenkool een brandstof die onmisbaar was voor de vaart de volkeren. Vanzelfsprekend mag dat natuurlijk niets kosten. Arme sloebers scheep je af met een schijntje, waarna zij in een zeer gevaarlijke, ongezonde omgeving voor jou het zwarte goud naar boven halen. Het idee dat werk voornamelijk leuk moet zijn was nu niet bepaald gemeengoed in de 19e eeuw, maar zeker niet in Limburg. Allen Toussaint, de Nile Rodgers van de jaren ’60 en ’70, schreef er een vrij sarcastisch liedje over: Working In A Coal Mine. Dit bleek een goudmijntje: de vertolking van Lee Dorsey in 1966 werd een internationaal succes. Er zijn niet veel mensen te vinden die niet het refrein kunnen meezingen.

Door het toenemend gebruik van stookolie en kolen uit het buitenland, was de halve slavenarbeid in Limburg niet helemaal rendabel meer in de 70’s. In 1974 werd de laatste mijn gesloten. Liedjes zoals Glück Auf, Het Lied Van De Mijnwerker en Hei Ho van Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen waren op slag gedateerd. Gelukkig kan je in zo’n geval altijd rekenen op de mafketels van Devo, die er geen probleem inzien om oude meuk nieuw leven in te blazen. Je zal waarschijnlijk al hebben geraden dat ze dit deden bij Working In A Coal Mine.

Voor de Devo-noobs onder ons: Devo is vreemdsoortige post-punk/wave-band uit Ohio, die vooral opvallen door ietwat afwijkende elektronische composities en dito kledij. Daarbij zingen ze dan ook nog eens raar. Kortom: ze doen iets wat anderen wel uit hun hoofd laten. David Bowie ontdekte ze; Brian Eno nam ze onder hun hoede. Qua podiumoptreden zou je ze kunnen zien als een parodie op 5-G-gekte, ver voordat dit bestond. Dit komt onder meer terug in hun rare hoedjes, die kosmische straling zouden tegenhouden. Iets waar tot nu toe niemand het tegendeel van heeft kunnen bewijzen.

Working in the Coal Mine was dus in goede handen. In 1981 brachten ze het uit en haalde het kleine successen. In hetzelfde jaar kwam het terecht in de tracklist van Heavy Metal; een vroege animatiefilm die niet voor jeugdige kijkertjes bestemd was. De als comedy bedoelde film Employee Of The Month uit 2006 heeft ‘m eveneens in de aftiteling staan. Heel toepasselijk was de Devo-variant ook het themanummer van Working, een soap die op sarcastische wijze het kantoorleven op de korrel neemt.

Keuze Willem Kamps: Martha & The Muffins – Women Around The World At Work (1981)

Wie maakt mij wat?

Ook na veertig jaar echoot Echo Beach nog na, de enige echte wereldhit van Martha & The Muffins. Het waren de hoogtijdagen van de new wave toen dit vrolijke deuntje met het Farfisa-orgeltje hele volksstammen wist te bekoren. Dat de band veel meer was dan een one hit wonder zal het overgrote deel van die volksstammen zijn ontgaan. Martha & The Muffins, later ook bekend als M + M (Martha + Mark), heeft veel meer gedaan en bestaat nog steeds. Dat velen dat niet weten is omdat zij vooral in hun eigen Canada wereldberoemd zijn.

De naam zegt het al, Martha is de frontvrouw en die Martha is Martha Johnson, zangeres en toetseniste van de band. Zoals meerdere bands is ook deze ontstaan tijdens de studiejaren van de leden op een kunstacademie. Het was 1977 en punk regeerde de muziekwereld. Omdat de meeste punkbands agressief klinkende namen hadden kozen zij voor Martha & The Muffins om zich duidelijk van al die rauwdouwers te onderscheiden. Een naam die ook goed paste bij de lichtere sound van de band. Wel had Martha dezelfde attitude als de punkers: wie maakt mij wat?

Toen na twee albums bassiste Jocelyn Lanois bij de band kwam, stelde zij voor haar toen nog onbekende broer de derde elpee te laten produceren. Broer Daniel deed dat niet onaardig en de rest is geschiedenis. Producties van Brian Eno, U2, Peter Gabriel, Robbie Robertson, Bob Dylan, Sinéad OÇonnor en Neil Young, om de bekendste te noemen. Dat derde album was This Is The Ice Age behoort tot hun beste werk, mede dankzij een geweldige Mark Gane op zang en gitaar. Een echt succes werd het gek genoeg niet. De band werd door Virgin geloosd, maar ging onverdroten door.

De eerste single van die plaat werd wel een hit, echter alleen in Canada: Women Around The World At Work. Martha wijst ons er fijntjes op dat de vrouwen de hele vermaledijde machinerie draaiende houden. Als de mannen jagen of knokken, als ze in de kroeg of aan de directietafel zitten; zonder vrouwen stort de godganse boel in. En wat is hun dank voor dat zwaar ondergewaardeerde werk? Goedkope seks, al dan niet onder dwang. Nu zo’n veertig jaar later wordt de vrouw nog steeds slechter betaald dan de man en zit er slechts hier en daar een barst in het glazen plafond. En zo blijft het werk van Martha actueel.

Keuze Alex van der Heiden: Depeche Mode – Work Hard (1983)

Noeste arbeid

Hebben, hebben, hebben….meer, meer, meer….graai, graai, graai en nog meer, meer, meer. Everything counts in large amounts. Everything Counts gaat over de graaicultuur die dus niet persé van de laatste decennia zijn en plaats vinden bij topmannen van banken, luchtvaartmaatschappijen en andere door de overheid gesubsidieerde sectoren. Ook in de jaren tachtig was de graaicultuur een feit zo blijkt. Everything Counts was een bescheiden hit in 1983 en heeft in ons land slechts de tipparade bereikt. De live-uitvoering in 1989 kon op iets meer animo rekenen. Maar deze blog gaat niet over Everything Counts, maar over Work Hard, die volledig haaks staat op de inhoud van Everyting Counts. Depeche Mode maakt hier een bewuste keuze om op de B-kant van de single Everything Counts het nummer Work Hard te plaatsen.

Work Hard is eenvoudig qua tekstopbouw en laat geen onduidelijkheid bestaan over het rauwe bestaan van de arbeider. Pijn in je rug, keihard werken…tenminste als je überhaupt al iets zou willen bereiken. En juist daarom is het zo briljant dat deze als B-kant is gekozen voor dat graainummer.

You’ve got to work hard
If you want anything at all
Nothing comes easy
And that’s a fact

Voor de geïnteresseerden in het thema; er staat nog een nummer op het album Construction Time Again en dat nummer heet Pipeline, wat gaat over de aanleg van, je raadt het al: een pijpleiding. De overeenkomsten met Work Hard zijn de typische samples, die meteen ook doen denken aan noeste arbeid, hamers en aambeelden. Dit maakt de beleving van Work Hard zo mooi en direct.

Keuze Marcel Klein: Split Enz –  Strait Old Line (1983)

Grenzen doorbreken

Werk, het is een belangrijk deel van ons leven. Niet alleen qua tijdsbesteding uiteraard, maar vaak zie je collega’s vaker dan je eigen familie. En dan is het toch wel handig als je het een beetje naar je zin hebt op je werk. Bij werk hoort ook vaak ambitie. Dat begint al jong, als kinderen antwoord moeten geven op de vraag wat ze later willen worden. Dat is dan nog vaak zoiets als politieagent, brandweerman, juf of verpleegster. Al op de middelbare school wordt je langzamerhand een trechter ingeduwd en worden de opties steeds minder, totdat je echt moet kiezen welke kant je opgaat. Ik heb wel eens gelezen dat slechts een klein deel van de beroepsbevolking uiteindelijk echt het werk doet waar hij of zij voor geleerd heeft. Bijzonder. Maar goed, daar zal ik het nu verder niet over hebben, maar ik zou hier een aardige boom over ons schoolsysteem kunnen opzetten.

Als je uiteindelijk dan een baan hebt, krijg je te maken met leidinggevenden. Als je een goede hebt probeert die jou nog wel te ontwikkelen, maar ook vaak lopen ontwikkelingslijnen ook in de hierboven trechter uit. Beoordelingsgesprekken trekken onzichtbare lijntjes tussen de grenzen die je moet lopen in je functie. Natuurlijk schets ik het allemaal wat negatief, maar ik bevind me in goed gezelschap. De heren van Split Enz zongen er in 1983 al over:

Don’t look to the left, don’t look to the right
just follow that strait old line…
This could be heaven, or this could be hell
Life could be falling down a bottomless well
I stumble to the left, I stumble to the right
I fumble for the switch, of a disconnected light
Stay with it, don’t let temptation be your load
Stay with it, but there are bandits on the road

Uiteindelijk gaat het om je eigen persoonlijk leiderschap. Ben jij zelf in staat (als je wilt uiteraard) om je loopbaan in eigen hand te nemen. Of loop je mee in de loopbaanpaden van werkgevers. Als je daar gelukkig van wordt, moet je dit uiteraard gewoon doen. Maar als je niet of minder gelukkig bent? Wacht je dan keurig je volgende beoordelingsgesprek af of neem je het heft in eigen handen?

De bekende hoogleraar Rene Ten Bos hoorde ik onlangs iets zeggen over Leiderschap. Leiders doorbreken grenzen zo stelde hij. En door die grenzen te doorbreken komen ze verder. Dat is bij persoonlijk leiderschap dus niet anders.

The road of ambition, it’s a casualty trail
Press gangs wait to ambush
The weak and weary
(stay with it)
I had to explore the light and dark
to see the sharp and flat
There’s a hundred or more good reasons
not to ever turn your back

We schrijven eigenlijk al de nadagen van de band Split Enz. In 1983 komt het album Conflicting Emotions uit. Tim Finn is eigenlijk al bezig met zijn eigen loopbaan en boekt solo al veel succes, maar de koek is ook langzamerhand op. Fans vinden dit een minder album, alhoewel Message To My Girl natuurlijk een grote hit wordt. De titel van het album geeft de sfeer ook goed weer. Een onzekere toekomst, politiek onstabiel en dan ook nog niet wetend hoe het met de band verder zou moeten. Strait Old Line gaat ook over ambitie, wat wil ik met mijn leven, loop ik de gebaande paden? Ben ik tevreden met mijn werk?

Het doorbreken van grenzen werkt ook hier. Niet kort daarna verlaat Tim Finn de band en ontstaan nieuwe wegen. Voor broer Neil is dat bijvoorbeeld de band Crowded House. En een aantal jaren worden de broers zelfs de nieuwe Lennon/McCartney genoemd.

Keuze Tricky Dicky: Bonnie Tyler & Todd Rundgren – Loving You’s A Dirty Job (But Somebody’s Gotta Do It) (1985)

Over miskleunen gesproken

Van tijd tot tijd kijken mijn vrouw en ik foto’s uit onze jonge jaren terug. Glimlachend zie ik dan mijn kop met haar en de wijde pijpen uit de seventies, maar wanneer de jaren tachtig plaatjes voorbij komen vraag ik mij werkelijk af wat de mode bezielde. Schoudervullingen en hele lelijke kleding. Ik had nog een fout snorretje en mijn vrouw had coupe windhoos. Ook de clips uit de dagen van MTV zaten vol met slecht geklede mensen.

Entré Bonnie Tyler. Eind jaren zeventig brak deze vrouwelijke (hese) Rod Stewart door met niemandalletjes als Lost In France en It’s Heartache, maar alle daaropvolgende liedjes flopten hopeloos. In 1982 gaat ze samenwerken met Jim Steinman, die ook Meat Loaf naar de top geschreven en geproduceerd had. Faster Than The Speed Of Light haalt vier keer platina en Total Eclipse Of The Heart wordt wereldwijd een tophit en in vele landen haalt het zelfs de hoogste positie. Hierna scoort ze met A Rockin’ Good Way (met Shakin’ Stevens) en Holding Out For A Hero (Footloose soundtrack) stevige hits. Dan wordt het fors minder tot de Air Supply cover Making Love Out Of Nothing At All in 1995.

In 1986 maakt ze de single If You Were A Woman (And I Was A Man); geschreven door Desmond Child en geproduceerd door (wederom) Steinman. Het is een heel matig lied met veel te veel synthesizerwerk, maar zal na een make-over van de schrijver een enorme hit voor Bon Jovi worden (met aangepaste tekst): You Give Love A Bad Name zet hen op de kaart.

Een jaar eerder nam ze Loving You’s A Dirty Job met Todd Rundgren op. Deze typische Steinman melodie zal een kleine hit worden, maar kijk naar die clip. Schitterend. Dat haar van Tyler. Die jurk. De make-up en mimiek. De slecht geacteerde tragiek van een vast gelopen relatie. Zo eighties, maar helemaal MTV uit die dagen. Meat Loaf zou het in 2016 met een ene Stacy Michelle coveren, maar dat had hij beter niet kunnen doen; dat was echt tragisch.

Keuze Der Webmeister: The Ex – Nurse! (1985)

Industrieel

The Ex, voor wie ze niet kent, is meer dan 40 jaar geleden ontstaan als ogenschijnlijk eenvoudig punkbandje, maar dat al snel alle muzikale richtingen uit schoot, en ook weer terug. Want Punk staat voor The Ex al 40 jaar gelijk aan verandering.

Begin jaren ’80 werd al duidelijk dat The Ex anders was dan andere punkbands. De drieakkoorden punk werd al snel uitgebreid met viool en hobo, en de korte graffity-achtige teksten werden steeds meer verhalen. Zo bracht The Ex in 1982 een doosje uit met daarin 4 singles en een boekwerk, getitled Dignity For Labour, een muzikaal monument over de teloorgang in 1980 van de in Van Gelder papierfabriek in Wormer, waar de arbeiders als oud vuil aan de kant werden gezet. De acht nummers zijn gedeeltelijk opgenomen in de oude fabriekshallen. Een prachtig tijdsdocument, want veel oude industrie legde het loodje in die tijd. Een eerste kennismaking met The Ex als historische beschrijver van het verdwijnen van de klassieke Arbeidersklasse.
Een jaar na deze prachtige ode aan de arbeiders van Van Gelder verscheen het album Pokkeherrie, dat opent met onderstaande Nurse! Een tamelijk genuanceerde kijk op de Arbeidsethos, maar veel meer nog op de Entfremdung, volgens Marx één van de symptomen van het kapitalisme. Entfremdung treedt op wanneer het product van arbeid niet eigen is, waarin de eigen arbeid verkocht wordt aan de kapitaalbezitter, als de Arbeider zelf het product is geworden.

Here I have a what’s-it’s-name
I put it on whatever-it’s-called
Attach them to the so-and-so
And place it on the thingamajig
That carries it to wherever-it-goes
Ready for sale as a whatchamacallit

Een opzwepend, industrieel klinkend manisch ritme stuwt het nummer 6 minuten voort, een eeuwigheid voor Punkbegrippen. Dit hypnotiserende geluid is de perfecte begeleiding voor bovenstaande tekst, die voortdurend wordt herhaald; aanvankelijk met min of meer conventionele zang, maar deze gaat in een geleidelijk opbouw over in panisch geschreeuw. Tegen het einde volgt de apotheose:

But it could have been worse
Nurse!
At least I’m not unemployed

Datzelfde jaar 1985 organiseerde The Ex een reeks benefietconcerten om de staking van Engelse mijnwerkers te ondersteunen, een bittere strijd die de Mijnwerkers na twaalf maanden verbitterd staken uiteindelijk verloren, en daarmee ook een mijlpaal werd in de ondergang van de klassieke Working Class.

Het bewonderenswaardige (en wellicht ook ondergewaardeerde) aan The Ex is dat ze in al die jaren niet alleen met woorden hun idealen hebben uitgedragen, maar tot op de dag van vandaag zelf zijn blijven werken volgens hun eigen punk-anarchistische idealen, door bijvoorbeeld consequent alles in eigen beheer te blijven doen. Dit stelde heb in staat zowel zichzelf te blijven en tegelijk ook om zichzelf steeds opnieuw uit te vinden. Maar altijd strijdbaar, betrokken, en compromisloos.

Keuze Remco Smith: Sleaford Mods – Jobseeker (2013)

Gemiste kansen

Dat gemis aan festivalgevoel begint langzamerhand echt te knagen. Vandaar weer een stuk over festivals. Over acts die ik heb gemist. Het leuke aan het bezoeken van een festival is natuurlijk dat je zomaar tegen een band of act kunt lopen die je opeens omver blazen. Zonder enige waarschuwing. Ik heb het daar al eens eerder over gehad: Wolf Parade, Vince Staples, King Gizzard and Lizard Wizzard waren volledig aan mij voorbij gegaan als ik nooit naar een festival was gegaan.

De keerzijde? De dagen na een festival recensies doorlopen en lezen dat je de volgens de recensent beste acts hebt gemist. Soms is dat niet erg, bijvoorbeeld Radiohead op Best Kept Secret. Soms is dat puur per ongeluk. Dan is het toch een kater. Een klap in het gezicht, achteraf. Ik liep in 1989 over het Parkpopterrein. Daar waren destijds twee podia waar je van de ene naar de andere kant kon lopen. Rond lunchtijd was het vrij druk bij een veld, we hadden nog niet gegeten, gingen patat eten en ik wilde graag Then Jericho zien. Hierdoor had ik Living Colour gemist. Net voordat Glamour Boys uitkwam.

Wat ik allemaal niet heb gezien op Lowlands 1997…. Rammstein was daar onder andere maar niet gezien. Na drie dagen was ik zo uitgeput dat ik na anderhalf liedje Blur ben weggelopen. Mijn eerste keer Best Kept Secret 2014: Pixies maakte in het begin niet veel indruk. Weggelopen, maar bleek later een hoogtepunt. Run The Jewels op BKS 2017 had ik als enige in de groep zin. Zo is er ieder festival wel een gemiste kans.

Voor mijn meisje heb ik zelfs twee acts gemist. Low stond tegenover Editors in 2016. Compromis: van beiden de helft, maar dat is dus eigenlijk van beiden niets. Op diezelfde editie stond Sleaford Mods tegenover Remy van Kesteren: we zijn naar Remy van Kesteren gegaan. Als ik Sleaford Mods bij Jools Holland zie denk ik toch: gemiste kans.

[crowdsignal poll=10656610]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.