Dingen veranderen. Wat vroeger kon, kan nu niet meer. En ook andersom: wat vroeger not done was, daarover halen we nu onze schouders op. En dan hebben we het over de veranderende moraal, die we overal zien, dus zeker ook in de (pop)muziek. Aan de ene kant kijken we nergens meer van op. I Want To Hold Your Hand van The Beatles zou in 2020 meelijwekkend braaf zijn (I Want My Hands In Your Pants, daarentegen, daar kijkt nu niemand van op).

Deze battle gaat over liedjes die, door de politiek correcte ogen van nu, echt niet meer zouden kunnen. Of het nu gaat om het wegzetten van bevolkingsgroepen, vooroordelen ten aanzien van seksuele geaardheid of geslacht; er is in het verleden veel uitgebracht dat nu op zijn minst omstreden is.

DISCLAIMER: We zijn hier nadrukkelijk niet uit op een muzikale beeldenstorm. Andersom willen we ook niet zeggen dat we deze liedjes achteraf met de mantel der liefde zouden moeten bedekken (‘we wisten toen niet beter’). Ondergewaardeerde Liedjes is een blog over muziek, niet over politiek. We bespreken deze liedjes omdat ze passen in een thema, dat in 2020 nu eenmaal heel actueel is, niks meer en niks minder.

Keuze Remco Smith: The Mothers Of Invention – Brown Shoes Don’t Make It (1967)

Baas boven baas

Teksten die inmiddels echt niet meer kunnen. Tsja, dat vind ik nog best een moeilijke. Ik zie mijzelf als een – zoals de Amerikanen zeggen – ‘liberal’. Iemand die uitgaat van eigen verantwoordelijkheid zonder teveel bemoeienis van de Staat. Vrijheid van meningsuiting is voor mij dan ook heel een belangrijk grondrecht. De vrijheid om alles te kunnen zeggen wat je wilt. Meneer, ik veracht uw mening, maar ik zou willen sterven voor uw recht die te mogen uiten zou Voltaire hebben gezegd. Voor mij zijn er niet zo veel dingen die je tegenwoordig niet meer zou kunnen zeggen. Moeten we ons nu druk maken om Mijn vrouw laat geen man met rust, soms proef je negerzoenen als je haar kust? (Alleen van Het Goede Doel) omdat je tegenwoordig geen negerzoenen zou kunnen zeggen?

Toen schoot een artikel in de OOR van een paar jaar geleden van Tom Engelshoven door mijn hoofd. Aanleiding was, meen ik, de onthullingen over kindermisbruik door Britse DJ Jimmy Savile. Engelshoven heeft, zonder de dagen van Savile en anderen te vergoelijken, duidelijk gemaakt dat de jaren ’60, ’70 en begin jaren ’80 de mores anders waren. Ouders vonden het geen probleem als tienermeisjes met grote rockbands meereisden. De tijd van de groupies. De leeftijd van die meisjes was niet relevant, daar werd ook niet naar gevraagd. Je bent ineens geen kind meer. Maar zo mooi en minstens zeventien (Belle Hélène van Doe Maar). Bands flirtten er zelfs openlijk mee, pak de hoes van Moontan (Golden Earring) er maar bij.

Baas boven baas. Ik was nooit echt van Zappa, maar heb op een gegeven moment toch Absolutely Free aangeschaft. Een conceptplaat over pruimen. Op deze plaats staat een aantal liedjes met teksten die toch wel tot fronzen leiden. Teksten die viezig zijn, ranzig. Toppunt is wat mij betreft Brown Shoes Don’t Make It. Lees maar eens mee:

Nasty nasty nasty
Nasty nasty nasty
Only thirteen, and she knows how to nasty
She’s a dirty young mind, corrupted

en

She’s my teen-age baby
She turns me on
I’d like to make her do a nasty
On the white house lawn

Oké. Een seksuele fantasie over een dertienjarige. Op grond van mijn liberale houding tegenover de vrijheid van meningsuiting denk ik nog steeds: moet kunnen, zolang je er niet naar handelt. En het was wel de tijd (1967), zou je misschien kunnen denken. Viezig is het wel. Het is de vraag of je daar nu, in 2020, mee weg komt.

Keuze Marco Groen: Benny Vreden – Arme Zwarte Piet (1976)

Strooigoed voor de verstrooiden

We schrijven het jaar 1976: de Salomonseilanden krijgen zelfbestuur, Harm Wiersma wordt wereldkampioen dammen en wit geprivilegieerde kindertjes luisteren nog ongegeneerd naar liedjes over Zwarte Piet. Het is het jaar waarin Arme Zwarte Piet van Benny Vreden uitkomt. Een arrangement van een eerder geschreven stuk, uitgevoerd door orkest Rinus van Galen en koor Ellen Lustenhouwer.

Het was de tijd waren we nog argeloos de meest foute liedjes meezongen. Erger nog: we leerden ze gewoon op school, geïnitieerd en aangeleerd door leerkrachten die zelf ook niet beter wisten. Dat valt ze natuurlijk ook niet helemaal kwalijk te nemen; we werden immers nog niet ‘ge-educate’ door leden van de Ashanti-stam en andere lieden die voor de Goede Zaak strijden. De Ashanti trouwens is een volk uit het gebied dat nu ruwweg Ghana is. Ze zijn groot geworden door de handel in goud en slaven.

Zo kon het dus gebeuren dat de kleine, onbewust rechts-radicale Marco trillend van opwinding en angst zat te wachten tot er op de deur geklopt werd: Zwarte Piet is er! Voor de duidelijkheid: Zwarte Piet was toen nog niet het sullige, vrolijke figuur zoals hij veel later door Erik van Muiswinkel en George Verbaan werd uitgebeeld. Zwarte Piet had in de jaren ’80 nog iets dreigends; stoute kinderen konden zomaar in de zak van Sinterklaas worden gestopt om te vervolgens gedeporteerd te worden naar Spanje! Ook de belofte om mishandeld te worden met de roe was niet ongebruikelijk. Zwarte Pieten werden meestal gespeeld door derdegraads familieleden, die ik daadwerkelijk niet herkende door de dikke laag roet, eh… zwarte schmink op hun gezicht. Dit was destijds in den lande een vrij normaal verschijnsel. Woordkunstenaars gingen toen nog niet de straat op om kindertjes in hun gezicht gillen dat ze racisten zijn, lidmaatschapskaarten van Voorpost (opgericht in hetzelfde jaar) werden niet gevonden tussen de sinterklaascadeaus en mijn nichtje (zo begreep ik jaren later) kon – zonder het risico om in haar gezicht getrapt te worden – uitgedost als een stereotiepe Zwarte Piet van een achterstandswijk in Alkmaar terug naar Egmond fietsen.

Gelukkig zijn sinds die tijd dingen veel beter geworden op dat vlak.

Zo hebben wij bijvoorbeeld geleerd dat iemands huidskleur geen kostuum is. Een legitiem punt waar ook een leuke vrouw met de naam Alicia Suarez mee te maken kreeg. Toen zij zich opmaakte om voor het zoveelste jaar op rij voor Zwarte Piet te spelen, kreeg zij te horen: Sorry: mag niet. U heeft een te donkere huidskleur om voor Zwarte Piet door te gaan. Een huidskleur is nu eenmaal geen kostuum, dat is racisme. Foute muziek zoals die van Benny Vreden is eveneens ondenkbaar geworden. An sich is dat best bijzonder, daar Benny met Arme Zwarte Piet behoorlijk profetisch is gebleken: Arme Zwarte Piet, wat zie ik nou? Je ziet pimpelpaars en bont en blauw!

Benny Vreden schreef overigens niet alleen maar kinderliedjes, maar werkte samen met grootheden als Hetty Blok, Herman Emmink, Jos Brink, Wim Ibo en Lia Dorana. Tevens toerde hij kort na de Tweede Wereldoorlog zeven jaar lang door het land met het cabaretprogramma VPRO-Cabaret, waarbij het voormalig Nederlands-Indië niet werd overgeslagen. Echt bekend werd Benny met het nummer Heel De Wereld, waarmee Corry Brokken een verdienstelijke negende plaats wist te halen op het Eurovisie Songfestival van 1958.

Keuze Alex van der Heiden: André van Duin – Belt U Maar (1976)

Lange tenen

Nee beste lezers, dit is geen serieuze bijdrage aan Ondergewaardeerde liedjes….althans muzikaal gezien niet. André van Duin is al een paar keer zeer terecht gepasseerd op deze site vanwege zijn mooie warme stem. Deze keer een kolderiek lied; het genre waar de meesten hem van kennen. Toegegeven dat ik heb getwijfeld over deze bijdrage, maar bij het horen van dit thema, moest ik meteen aan mijn oude cassettebandje denken met 10 jaar Andre van Duin. En als de redactie van deze site mij toestaat, dan probeer ik toch iets zinvols te schrijven.

Tere zieltjes over van alles en nog wat, daar gaat dit lied over. In dat opzicht is het misschien actueler dan ooit. Zeg iets ‘tegen’ Zwarte Piet en je krijgt alle ‘pro’ zwarte Pieten over je heen. Zeg iets ‘pro’ zwarte Piet en de andere kant rolt over je heen. Helaas gaat het nog veel verder, met bedreigingen over en weer tot gevolg. Zelfs deze voorgaande zinnen kunnen mensen prikkelen, terwijl er mijns inziens geen enkele mening van mij over Zwarte Piet in staat.

Twitter is er de laatste jaren ook niet veel gezelliger op geworden en over het algemeen probeer ik daar ook mijn politieke mening maar voor me te houden. Ik blijf het nog steeds een leuk medium vinden overigens, vooral om een beetje over muziek te babbelen en uiteindelijk heeft dat medium me ook naar deze site gebracht.

Maar helaas ook veel haat, mensen lezen soms half wat je écht zegt en maken je uit voor van alles en nog wat. Het is natuurlijk prima om van mening te verschillen, maar het gehaat en gehuil…… Lange tenen zijn kennelijk van alle tijden zo bewijst dit lied van Van Duin die dat al in 1976 haarfijn op de kaart zette. Een tijd waarin op de verjaardagtafel een glaasje met sigaretten stond voor de visite, terwijl kleine Alex in zijn luiertje op schoot kroop bij oom Kees die nog maar eens een zwaar shaggie aanstak. De laatste beller heeft wat mij betreft het gelijk aan zijn zijde. Een beetje dan in ieder geval, want dat roken…….

Keuze Jeroen Mirck: David Allan Coe – If That Ain’t Country (I’ll Kiss Your Ass) (1977)

Geen rebel

Wie controversieel is, krijgt eerder gezeik. Toen tennisser Novak Djokovic op de U.S. Open werd gediskwalificeerd nadat hij per ongeluk een bal tegen een lijnrechter aan sloeg, smaalde ‘bad boy’ Nick Kyrgios op Twitter over klassejustitie: als het hemzelf was overkomen, had hij vast een paar jaar schorsing gekregen. Zo is het ook met countryzanger David Allan Coe. Als omstreden representant van de outlaw country (vergelijk het met gangsta rap) werd hij regelmatig afgeschilderd als een crimineel of een racist. Vanwege scheldwoorden en ander onverbloemd taalgebruik draaiden veel radiostations zijn muziek niet en kwam hij evenmin terecht op verzamelalbums of shortlists voor muziekprijzen. Hij reageerde vaak op kritiek door er liedjes over te schrijven. De meest kenmerkende song is If That Ain’t Country, die uiteraard zelf ook weer tot boycots en aantijgingen leidde.

In dit cynische countryliedje vergroot Coe diverse clichés nog eens wat verder uit. Hij koketteert met woorden als ‘redneck’ en ‘white trash’, noemt zijn zus een ‘first-rate whore’ en beschrijft zijn arbeidsverleden als ‘working like a nigger’. Later deed hij daar nog een schepje bovenop met Underground Album uit 1982, met het nummer Nigger Fucker. Hij wordt sindsdien zelfs regelmatig verward met de aantoonbare ‘white supremacist’ countryzanger Johnny Rebel, met wie hij niets te maken heeft.

Los van het feit dat het woord ‘nigger’ tegenwoordig nog vele malen omstreden is dan in de tijd dat Coe het zong, is zijn verdediging zeker ook interessant. In 2004 zegt hij in een interview: I am a songwriter and it has always bothered me that actors in the movies can say whatever they want to say, kill people, rape people and do things and no one ever accuses them personally of being that way. But when you write a song, then all of a sudden you are being accused of something. To me, songwriting is painting a picture and all you have to work with is words. I grew up with all my life hearing, ‘lazy as a Mexican’, ‘stingy as a Jew’, ‘working like a nigger’, or ‘dumb as a Polack’. It’s stereotype stuff that you hear growing up that immediately puts a picture in your head.

Coe heeft hier zeker een punt, maar in de afgelopen jaren is dit standpunt steeds minder salonfähig geworden. Raciale stereotypen worden nadrukkelijker dan ooit gezien als geïnstitutionaliseerd racisme en verdwijnen steeds meer uit ons dagelijks leven: van Zwarte Piet tot de Negerzoen. Jazeker, we zijn politiek-correcter geworden. Wie David Allan Coe een beetje volgt, zal het met me eens zijn dat hij daar nog altijd hetzelfde op zal reageren: Kiss my ass!

Keuze Tricky Dicky: Frank Zappa – Bobby Brown (Goes Down) (1979)

Dubbele bodem

Oh God I am the American dream
I do not think I’m too extreme
An’ I’m a handsome son of a bitch
I’m gonna get a good job ‘n’ be real rich

Bobby is grof gebekt maar lijkt representatief voor het ‘grosso modo’ van de Amerikaanse samenleving die over lijken willen gaan om geld, macht en status te kunnen bereiken. Work hard, party harder. Sex, drugs en rock ‘n ‘ roll. Hoe gekker, hoe beter. Onze Bobby ontmoet een feministe die een vaste relatie met hem wil, maar daar heeft hij geen zin in. Seksueel gezien blijkt hij van beide kanten bespeelbaar en zijn uitspattingen (en hulpmiddelen) worden steeds extremer. Tot zover deze korte verklaring van de tekst, want Zappa bezingt het aanzienlijk explicieter en soms zelfs met een dubbele bodem: An’ I’ll do anything to get ahead. Zelf zei hij dat iedereen wel een Bobby Brown kent?

Al in de jaren zeventig en tachtig waren veel van mijn vrienden seksueel anders gericht en waren stapavondjes een lange rij van grappen en grollen waar ik met grote regelmaat pijn van het lachen had. In de kroeg werden lang voordat Priscilla een culthit was showtjes opgevoerd. La Cage Aux Folles was een filmfavoriet. Divine, Frankie Goes To Hollywood, Shirley Bassey, David Bowie en Soft Cell waren favoriete zangers en bands, én liedjes als Cocksucker Blues en Bobby Brown konden op luid applaus rekenen. Ergo, de tekst anno 2020 kan wellicht niet meer door de beugel, maar is niet alles een interpretatie vanuit the eye of the beholder?

Er is tegenwoordig absoluut meer intolerantie, relativering schijnt een ouderwetse term te zijn en ‘dankzij’ de sociale media wordt er driftig gescholden en gediscrimineerd. En ons globale geweten Facebook doet weinig tegen haat zaaien, discriminatie en non-nieuws, maar blokkeert wel plaatjes van een kunstwerk vanwege blote borsten en onlangs werd een blog over The Four Seasons (die band uit de jaren zestig en zeventig) geblokkeerd, omdat ik had durven schrijven dat Frankie Valli een hit had met Swearin’ To God. Mag ik Zuckerberg en consorten heel eng vinden? Heel erg fout, dus. Veel fouter dan welke tekst in de muziek dan ook. Misschien met uitzondering van die rap waar ze vrouwen sletten en hoeren noemen en geweld verheerlijken. Een soort akwasirap, dus. Een slechte rap. Een C-rap van een C-rapper; de plek waar je deze onsmakelijkheden doorheen moet spoelen.

We dienen muziek wel altijd in het tijdsbeeld te plaatsen, want voor je het weet wordt er een keurcommissie ingesteld. Gaan we allen terug naar de tijd van Top Of Flop, waar oude mannetjes de muziek van de jeugd beoordelen en veroordelen.

Keuze Freek Janssen: Tone Lōc – Funky Cold Medina (1989)

Gedwongen zelfreflectie

Deze battle dwingt mij tot enige zelfreflectie. Er zijn namelijk al behoorlijk wat nummers die ik op Ondergewaardeerde Liedjes die ik heb bewierookt waarin een stevige portie politieke incorrectheid zit:

Ballad Of A Thin Man van Bob Dylan (You see this one-eyed midget shouting the word ‘NO’)

One In A Million van Guns N’ Roses (Immigrants and faggots they make no sense to me, they come to our country and think they’ll do as they please)

Three Point One Four van Bloodhound Gang (I need to find a new vagina, any kind of new vagina)

Maar ook: Mijn Broertje van Kinderen Voor Kinderen (Mijn broertje is mongool… Ik weet, het is soms griezelig, voor buitenstaanders dan)

Deze liedjes laten zien dat er niet één soort historische politieke incorrectheid is. Dat liedje van Kinderen voor Kinderen: als je het nu hoort, denk je wow, praatten we vroeger echt zo over kinderen met Down?. Ja, blijkbaar wel. En het was niet eens slecht bedoeld. Sterker nog: hoogstwaarschijnlijk wilden de tekstschrijvers juist aandacht vragen voor het fenomeen dat het best lastig kan zijn om de broer of zus te zijn van een kind met Down-syndroom. Dat je, door woorden als ‘griezelig’ te gebruiken (laat staan ‘mijn tante gruwelt van zijn zoen’) misschien een bepaald stigma juist aanwakkert; dat vinden we nu zo, toen blijkbaar minder. Hadden ze dat kunnen weten? Ik weet het oprecht niet.

One In A Million van Guns N’ Roses is van een andere categorie. Axl Rose verdedigde zijn songtekst door te beweren dat hij zelf helemaal niet homofoob is of racistisch, maar het liedje juist vanuit het perspectief van een male chauvinist pig heeft geschreven. Maar hier moet je je afvragen of het uitspreken van deze woorden te rechtvaardigen is door te zeggen  hey, ik zit me hier alleen maar te verplaatsen in iemand anders!‘ Maar goed, we gingen hier niet duiden, alleen bespreken.

Bij ons thuis kijken elke vrijdagavond film met onze kinderen (11 en 13), dat is een traditie. We zitten nu in een Jim Carrey-fase, bijna alle films zijn al langs geweest. Waar ik van schrok was Ace Ventura: Pet Detective. Ace heeft in de film gezoend met een vrouw en die blijkt achteraf een man te zijn. De gekke detective gaat volledig (over de top, zoals we van Jim Carrey gewend zijn) over zijn nek, moet kotsen, gaat zich van top tot teen wassen, alles. Ook hier kun je je afvragen: hadden ze toen niet ook al kunnen bedenken dat dit misschien niet de juiste boodschap is richting mannen die zich van binnen vrouw voelen?

Hoe dan ook, het was toen overduidelijk niet de communis opinio. Funky Cold Medina van Tone Lōc komt uit de dezelfde categorie. De macho-rapper schept in het liedje op over zijn veroveringen, waaronder ene Sheena. Hij neemt haar mee naar zijn appartement, en dan:

But when she got undressed, it was a big old mess, Sheena was a man
So, I threw him out, I don’t fool around with no Oscar Meyer wiener

Lekker koebelletje, wel.

Keuze Alex van der Meer: Geto Boys – Mind Of A Lunatic (1990)

Gestoord is het juiste woord

Ik had vroeger een wat aparte docent toen ik een jaar of achttien was. Het is lang geleden, maar juist de aparte docenten blijven je lang bij. Hij gaf handvaardigheid/tekenen en wist ons aan het begin van het schooljaar te vertellen dat je als leerling bij hem maximaal als cijfer een acht kon halen, want een negen was voor de meester en een tien was natuurlijk alleen voor Onze Lieve Heer. Jammer, maar het maakte niet uit. Ik had het naar mijn zin. Zijn lessen op die school waren voor mij een oase van creativiteit in een woestenij van brandend ongemak.

Een van de opdrachten waar ik van genoot was het ontwerpen van een CD-hoes. Ik koos ervoor een ontwerp te maken voor een CD-single. Op de A-kant stond bij mij Gangsta Of Love, en op de B-kant Mind Of A Lunatic. De nummers bestonden echt. Dit waren tracks van de Geto Boys, een hiphopcollectief.

Ik weet nog precies hoe het hoesje eruit zag, ik had een pistool getekend met een condoom uitgerold over de loop. Op zich een slim idee, maar de coherentie met de act ontbrak wat; deze gangster-rappers deden niet aan condooms, dat was wel duidelijk als je de teksten beluisterde. Deze waren gruwelijk expliciet. De beschrijvingen van aanrandingen, verminkingen en moord penetreerden pijnlijk je aanwezige onschuld en het restant van je goede fatsoen. De tekst was gestoord en ziek.

Het was dan wel tekstueel gruwelijk, maar muzikaal was het buitengewoon. Het album van de heren uit 1990 heb ik veel gedraaid. Dit album, met de naam Geto Boys, bestond uit heropgenomen en geremixed werk van eerdere albums. De producer van dienst was Rick Rubin.

De verheerlijking van geweld en criminaliteit was wellicht iets waar ik persoonlijk al niet heel erg achter stond zo begin jaren ‘90. Los daarvan was met name Mind Of A Lunatic als track wat mij betreft meesterlijk te noemen. Net als mijn CD-hoes trouwens, want uiteindelijk kreeg ik toch meer dan wat maximaal mogelijk was bij deze docent; ik kreeg een meesterlijke negen. Wellicht trouwens dat dit spaarzame school-hoogtepunt bijdraagt aan de waardering voor dit nummer, dat zou kunnen. In dat geval wil ik er gewoon van kunnen blijven genieten, fuck de tekst dan maar.

Keuze Erwin Herkelman: Inner Circle – Sweat (A La La La La Long) (1992)

Goudschaaltje

Volwassen geworden in de jaren ’90 verbaas ik mij tegenwoordig dagelijks over de lange tenen die ik om me heen zie. Alle woorden moeten op een goudschaaltje worden gewogen om maar niemand voor het hoofd te stoten.

Vooropgesteld: iedereen mag zijn eigen mening hebben. Maar ik vraag me af of de huidige politieke correctheid het doel dient (namelijk: gelijke behandeling van iedereen). Ik ben opgevoed met, en heb ook altijd gehandeld naar de overtuiging dat íedereen er toe deed: vrouw, man, zwart, wit, geel, paars, homo- of heteroseksueel. En: je mag alles zeggen, zolang je de ander maar in zijn waarde laat. Maar poeh… Iedereen in zijn waarde laten is tegenwoordig wel héél ingewikkeld.

En dat heeft zijn weerslag op de muziek. Ik herinner me de controverse rond Blurred Lines van Robin Thicke feat. T.I. en Pharrell Williams. Met teksten als ‘I know you want it’ zou het nummer een ongezonde houding ten opzichte van seks promoten en vrouwen reduceren tot willoze objecten. Het resultaat was dat het op diverse universiteiten in Groot Brittannië niet meer te horen was. Voor een Amerikaanse danslerares betekende het liedje zelfs haar ontslag. Zij had een choreografie gebouwd om Blurred Lines voor een halftime show van een wedstrijd op de plaatselijke universiteit.

Nogmaals, ieder zijn mening. Maar ik vind dat muziek bedoeld is om mee te zingen, om op te dansen. Ik denk niet dat Pharrell Williams en consorten ook maar érgens de intentie hadden om verkrachting te verheerlijken. En áls er iemand op de wereld rondloopt die hier de rechtvaardiging in vindt om een vrouw aan te randen, dan ligt dat niet aan het liedje, maar aan de zieke geest van die persoon zelf.

Ik vind het jammer dat mensen dit onderscheid niet meer lijken te kunnen of wíllen maken. En dan verlang ik terug naar de jaren ’90. Want anno 2020 had het vrolijke, zomerse Sweat (A La La La La Long) van Inner Circle waarschijnlijk nóóit vijf weken op nummer één kunnen staan in ons landje, zoals het dat wel deed in 1992:

Girl I want to make you sweat
Sweat ’til you can’t sweat no more
And if you cry out I’m gonna push it
Push it push it some more

Keuze Joop Broekman: Body Count – Cop Killer (1992)

Wraak, maar nu in een andere context

Je hoort het niet veel. Rappers die ook van hardrock en metal houden. Ice-T is er zo een. Toen zijn hiphop-carrière begon, wist hij ook dat hij iets met zijn liefde voor harde gitaren moest doen.

In 1991 brengt hij O.G. Original Gangster uit, zijn doorbraak. En Body Count begint ook al vorm te krijgen voor een jaar later het eerste album uitkomt. Muzikaal stelt het echt niet zo veel voor. Veel metal, Ice-T rapt en schreeuwt, en die enkele keer dat hij zingt kan hij dat beter laten. De teksten gaan over drugs, sex, een slechte woonwijk, afgeven op blanke rockers. En over het aanpakken van politieagenten. Het afschieten, eigenlijk. In het intro van de plaat (Smoked Pork) is het al raak. Maar de klapper zit aan het eind, Cop Killer. En Ice-T voorzag niet dat hij er zoveel gedonder mee zou krijgen.

In Cop Killer worden corrupte agenten gewaarschuwd. De hoofdpersoon is klaar voor een jacht zonder genade. Tijdens optredens is de song een doorslaand succes, en er is niks leukers om keihard Fuck the police! mee te schreeuwen. Maar bij de politie kunnen ze er niet zo om lachen. Ze zien de song als een dreigement.

De politie staat er in de Verenigde Staten dan al een tijdje niet zo goed op bij vooral de Afro-Amerikaanse gemeenschap. Toen hiphop in de jaren ’80 steeds groter werd, waren de teksten vooral maatschappijkritisch. Een protest. Acts als Public Enemy en N.W.A. riepen de luisteraars op om in actie te komen. De verhalen over (structureel) politiegeweld tegen zwarten worden steeds talrijker, en de bom barst in 1992 als vier agenten vrijgesproken worden van gebruik van geweld tijdens de (toevallig gefilmde) arrestatie van Rodney King, een jaar eerder. In Los Angeles breekt dan goed de pleuris uit, zoals we allemaal nog wel weten.

Label Warner Bros weet op voorhand al dat er gedoe rond Cop Killer te verwachten is. Toch wordt het album uitgebracht. En al snel blijkt dat niet alleen de politie er moeite mee heeft. Het gaat al gauw een paar niveaus  hoger. Tipper Gore, die sneue preutse heks aan wie we al die waarschuwingen op platen, cassettes en cd’s te danken hebben, bemoeit zich er al snel mee. Net als president Bush. En de druk op Time Warner volgt al snel. Uiteindelijk haalt Ice-T bakzeil door Cop Killer van het album af te halen. De track wordt vervangen door Freedom Of Speech, een oud nummer dat een flinke make-over krijgt.

Ik weet nog dat ik het het debuut van Body Count vrij snel in huis had. En dat ik het wel erg platte meukmetal vond. Maar wat een energie kwam er van af! Eind 1993 kwam Body Count naar Nighttown in Rotterdam. Ice-T was blij dat hij zich hier tenminste niet hoefde in te houden. Er kwamen een paar nieuwe nummers voorbij (ik herinner me Born Dead), en de nogal agressieve sfeer in de zaal staat me ook nog goed bij. Kwam waarschijnlijk omdat er meer mensen binnen waren dan eigenlijk mocht. Het duurde na afloop bijna drie kwartier om naar buiten te komen. Maar verder heb ik me die avond prima vermaakt, lekker meebrullen, dat werk.

Ice-T dacht dat hij alles kon zeggen via zijn muziek, met zijn ietwat aparte gevoel voor humor. Geweld was zeker niet de bedoeling. Maar politici werden toen wel vaker zenuwachtig van musici en bands. Tegenwoordig is dat een stuk minder. Maar daar aan de overkant van de Atlantische Oceaan hebben ze tegenwoordig een ander probleem. Hoewel bewezen is dat de meeste doden vallen door onderling (raciaal) geweld, worden uit de hand gelopen arrestaties door blanke politieagenten op het nieuws enorm uitvergroot. De dood van George Floyd was de druppel. In een aantal steden strijden activisten van Antifa en BLM zij aan zij tegen het gezag. Je ziet er hier niet zo veel van in het nieuws. En nog minder van de jacht op politieagenten die zelfs in hun auto afgeschoten worden. Cop Killer is weer actueel. Maar zo had Ice-T het echt nooit bedoeld. Hij bedoelde een verzonnen figuur. En moedigde zeker niet aan om in blinde woede agenten om te leggen.

I got my black shirt on
I got my black gloves on
I got my ski mask on
This shit’s been too long

I got my twelve gauge sawed off
I got my headlights turned off
I’m ‘bout to bust some shots off
I’m ‘bout to dust some cops off

I’m a cop killer, better you than me!
Cop killer, fuck police brutality!
Cop killer, I know your family’s grieving,
(fuck ‘em!)
Cop killer, but tonight we get even, ha ha

[polldaddy poll=10611741]

One comment

  1. Sommige van die liedjes, in het bijzonder “Sweat”, konden in hun tijd eigenlijk ook niet. Alleen faciliteert deze tijd van sociale media de grootste klagers met de overzichtelijkste standpunten het meest, dat was toen niet het geval.

    In dat verband moet ik ook sterk denken aan de Vliegende Panters, die in de jaren negentig, ook een tijd waarin politieke correctheid hoogtij vierde, met flair op lange tenen trapte. Alleen hun show “Hajp” heeft al twee liedjes die ver over de schreef gaan, “Harde stukjes poep” over homo’s en “Lekker reppe weet je” over Surinamers. Destijds wist je: mensen zonder humor zitten hier niet in de zaal, en als ze het op tv zien zappen ze weg. Heel misschien schrijft er iemand naar de krant, maar wie leest dat? Nu zou iemand die het meekrijgt zijn complete bubbel mobiliseren en zouden er petities komen om de Panters uit de theaters te weren. En nog erger: je zou als Panters meteen geclaimd worden door de andere kant. Allemaal boze blanke middelbare mannen in je zaal…

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.