De popmuziek kent de nodige doden, sommigen zelfs extreem jong, maar ondertussen zijn zeventigers en tachtigers nog actief. Popmuziek zelf bestaat zo’n zestig jaar, dus zo gek is het niet dat er van de eerste beoefenaars nog meerdere rondlopen. Wel bestond de gedachte dat zij het na een aantal jaren voor gezien hielden. Veertig zou zo ongeveer de grens zijn. De leeftijd om je eindelijk eens volwassen te gedragen en naar klassieke muziek te gaan luisteren. Het is anders gelopen. Om er enkele te noemen: de Stones, tussen de 76 en 79, treden nog op. Paul McCartney (77) idem en Willie Nelson maakte recent nog een plaat op zijn 86ste.  Daarmee vergeleken is Raymond van het Groenewoud met zijn 70 een jonkie. Weliswaar voorbij de pensioenleeftijd maar hij speelt nog regelmatig ergens in Vlaanderen.

Voordeel van die hoge leeftijd en de langdurige carrière is een rijk en uitgebreid repertoire waaruit geput kan worden. Velen teren dan vooral op wat er is opgebouwd, maar Van het Groenwoud componeert ondanks een spierziekte vrolijk door. Op zijn zeventigste verjaardag, 14 februari, werd het album Speel uitgebracht, plaat nummer 26. Vijf verzamelaars niet meegeteld. Vanwege zijn ziekte, gepaard gaand met vermoeidheid, treedt hij maar een paar keer per week op. Hij trekt door het land met zijn omgebouwde bestelwagen, voorzien van een bed, en legt zichzelf te rusten als het te zwaar wordt. Ondertussen heeft hij wel de leeftijd bereikt van de man die hij in 1996 voor ogen had bij het schrijven van Twee Meisjes, alleen en gelukkig voor hem: de daarbij gedachte rolstoel ontbreekt.

We zien de twee meisjes door de ogen van die oude man. Hij vertelt wat zij doen op het strand: modebladen lezen, in hun tas rommelen, de haren schudden en rondkijken, hopend op een prins die uit de branding opduikt. In onze tijd een gedateerd beeld. Nu zouden ze niet veel anders doen dan op hun mobiel kijken. Maar juist dat toont de vergankelijkheid en versterkt zo het beeld van de oudere man. Eigenlijk wordt het lied in de loop der jaren rijper en rijper en dat terwijl het al meerdere keren tot Beste Belgische Lied is verkozen. Het weemoedige piano-intro, de vijf coupletten – geen refrein – als een gedicht, en dan het lange instrumentale stuk met de gitaarsolo tot aan het terugkerende thema van het intro. Het lied, die solo, het is de tijdreis vanaf je jeugd, je onschuld, alles lag nog open. Alleen, je weet nu of een medereiziger je prins of prinses bleek te zijn…

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.