Wij – Snobbers bij Ondergewaardeerde Liedjes – doen niet moeilijk. Vorige week nog de vierde guilty pleasures-battle gehad vol van meezingers, die eufemistisch gezegd niet tot de crème de la crème van de popmuziek horen. En je hoort ons ook niet lachen wanneer er over een Nederlandse smartlap geblogd wordt. Maar soms…….

Vandaag vieren wij de dag van de frustratie. Bestaat natuurlijk helemaal niet, maar er zou zo’n dag moeten zijn. Gewoon een keer per jaar alles mogen zeggen wat je denkt (de derde dinsdag van september misschien?). Even een aantal mensen uitleggen wat we werkelijk van ze vinden of gewoon tijdens een vergadering keihard brullen: weg met die onzin! Tijdens een optreden ineens Je moeder roepen, omdat de show helemaal niet leuk is. Gewoon ons hart luchten. Lekker schreeuwen: genoeg is genoeg. Basta!

Keuze Annemarie Broek: ZZ & De Maskers – Ik Heb Genoeg Van Jou (1965)

Ere-lid

Moet ik over sommige bijdragen diep nadenken, deze keer was het extreem gemakkelijk: een lied over het einde van een liefde.

Ik verplaats me in 1964. Op de radio klonk Ik heb genoeg – van al je mooie woorden – ik heb genoeg van alles wat je zegt, gespeeld door een gezelschap dat zich ZZ & de Maskers noemde en optrad als gemaskerde boeven. Maar dat zag je niet op de radio. Er waren in die tijd nauwelijks of geen pop-programma’s op de televisie.

De eerste keer dat ik door een puberig jongmens bedrogen werd, had ik onmiddellijk deze tekst in mijn hoofd. Als troost voornamelijk. En dat is tot nu toe altijd zo gebleven.

De oprichter van ZZ en de Maskers was Bob Bouber, niet zomaar iemand, maar een telg uit een befaamde toneelfamilie. Hij had een zeer veelzijdige carrière, van straatzanger tot academiedirecteur en tussendoor nog liedjesschrijver en vertolker van klassiekers als Ik Wil Mijn Donald Duckie Terug; dit was in de tijd van de pop-art, een muziekstroming die weinig navolging had en vrij snel weer was verdwenen. Mijn generatiegenoten herinneren zich vast nog het schone lied Ik Heb Geen Zin Om Op Te Staan van de groep HET. Ook daar had Bob Bouber zich stevig tegenaan bemoeid. Indien er een Nederlandse R&R Hall of Fame bestaat, wil ik Bob Bouber graag voordragen als erelid.

Keuze Roland Kroes: Extreme – Get The Funk Out (1990)

Extreem

Ieder decennium heeft zijn eigen Nickelback. Eén band die exemplarisch is voor wat ‘niet deugt’. In de 00’s was dat natuurlijk Nickelback zelf. In deze 2010’s komt in Nederland Kensington hier toch wel voor in aanmerking. En internationaal zal 21 Pilots vast hoge ogen gooien. Vóór Nickelback had je Extreme. Een gitaarband uit de buurt van Boston. Gedegen band, die in 1991 op gegeven moment niet van de radio was te slaan met More Than Words. Doodvonnis getekend. Want tja, zo’n slaapkamernummer laat de kassa dan wel rinkelen… Heel veel ‘rock credibility’ krijg je er niet mee.

Toch is het zonde om Extreme op dat nummer af te rekenen. Want kwam er kwam niet alleen ná More Than Words een aardige opvolger, met Hole Hearted. Ervóór zat een écht fijn nummer: Get The Funk Out. En als je het over Basta! hebt:

You’re all invited to the party
You know you didn’t have to come
No rotten apple gonna spoil my fun

If you don’t like what you see here
Get the funk out
We won’t try to force feed you
Get the funk out

En die boodschap brengt Extreme aan de hand van een extreem funky rocktrack. Denk: een vleugje Living Colour, gemixt met vroege Red Hot Chili Peppers en het commerciële vernuft van Queen. Goed nummer, duidelijke boodschap: feest mee, maar hou het wel gezellig. Een vergeten parel.

De moraliserende toon aan het einde van de albumtrack – de link ook met de rest van het album (Phyiscal Grafitti) en met een van de eerdere singles (Decadence Dance) – laten we maar even voor wat het is. Eén duidelijke boodschap in een nummer is voldoende: Basta! En nu feesten.

Keuze Joop Broekman: Jane’s Addiction – Stop! (1990)

Maar niemand deed het

Zomer 1991. Op Aruba hadden ze toen nog een paar winkeltjes waar platen en cd’s verkocht werden. Ik was er voor familiebezoek en het verwerken van liefdesverdriet. Voor dat laatste dacht ik dat muziek ook wel hielp. Nieuwe titels. Het kleine winkeltje had iets met ‘shack’ in de naam, en het bakje ‘rock/alternative’ alleen voor de verkoop. Natuurlijk klonken er alleen maar Caraïbische en aanverwante sounds door de toko. Totdat ze Ritual De Lo Habitual van Jane’s Addiction voor me moesten draaien. Want die wilde ik toch even horen, voordat het schijfje mee ging. En ze hadden geen koptelefoons. Ik ben nog aardig geweest, want na twee nummers over de speakers geloofde ik het wel. Nog steeds vind ik dit hun beste album.

Veel later kreeg ik door dat Stop! een oproep was aan de mensheid die toen al de aarde aan het vernielen was. De band heeft het nummer al bedacht vóórdat eerste boreling Nothing Shocking (1988) was opgenomen. Een plaat maken was sowieso al een ingewikkeld en langdurig proces voor het viertal. Zanger Perry Farrell en gitarist Dave Navarro vertelden in een terugblik tijdens het 25-jarig jubileum van Ritual De Lo Habitual dat allerlei soorten drugs er voor zorgden dat de bandleden bijna nooit samen in de studio stonden. En als dat al lukte, was samen muziek maken de volgende opgave.

De inspiratie voor Stop! kwam na het zien van Koyaanisquatsi. Deze documentaire laat (al in 1982) zien hoe de mens zijn eigen planeet om zeep helpt. De haast onnavolgbare manier van filmen door regisseur Godfrey Reggio, met voor elke scene bijpassende muziek van Philip Glass is een erg indrukwekkende combinatie. En blijvend actueel. Sowieso verplichte kost voor kinderen die nog groot moeten worden. Persoonlijk vind ik dat de impact van de film (nog steeds) beter binnen komt dan de haast hysterische boodschap van een 16-jarig meisje na een zeiltocht over de oceaan. Maar goed, social media en internet waren ruim 35 jaar geleden nog niet heel erg bekend…

Op Farrell maakt de docu diepe indruk. De band bedenkt graag songs met tempowisselingen. Stop! is de opener op Ritual De Lo Habitual. Als het begin van een achtbaan. Je schiet weg, in het midden neemt de snelheid af, maar komt aan het einde goed terug. De aarde staat op het punt van barsten. We blijven maar bomen kappen. Straks is er niets meer om al het water tegen te houden. Dat moet stoppen. Voor het te laat is. Nu! Maar nee, de mens gaat gewoon door. En dat loopt slecht af, wordt nog even benadrukt aan het einde van de clip.

Ritual De Lo Habitual was trouwens een van de eerste internationaal goed scorende alternatieve rockalbums. Het duurde niet lang voordat de wereld kennis maakte met nog meer moois van de Amerikaanse westkust…..

Farm people
Book wavers, soul savers
Love teachers!
Lit to pop and nobody is gonna stop>

No one
Move on

One come a day, the water will run
No man will stand for things that he had done
Hurrah
And the water will run

Keuze Remco Smith: De Raggende Manne – Dit Jaar Wil Ik Sneeuw. Begrepe! (1990)

1 2 3 Stop

Het hele oeuvre van De Raggende Manne leest als een lange tirade tegen eigenlijk alles. Een lange schreeuw dat het een keer moet stoppuh. Of het nu gaat om gezeik bij de bushalte. Kantoorgeneuzel. Files. Sociaal ongemak!

Dat het een keer stopt!
Genoeg is genoeg! Basta!

Het einde van de liedjes al: als een soort omgekeerde Ramones. 1 2 3 STOP!

De rottigste van de Raggende Manne vind ik Dit Jaar Wil Ik Sneeuw. De tekst is vind ik van een Jan Hanlo-achtige eenvoud.

Dit jaar wil ik sneeuw
Bakken vol met sneeuw
Dit jaar wil ik sneeuw
Dit jaar wil ik sneeuw
Dit jaar wil ik sneeuw
Begrepe?

Keuze Jeroen Mirck: Rage Against The Machine – Take The Power Back (1992)

Geen leugens meer

Fuck you, I don’t do what you tell me! Het meest indrukwekkende Basta uit de recente popgeschiedenis is de knallende entree van Rage Against The Machine op het muziektoneel in 1993. Ineens was daar dat titelloze debuutalbum, ineens stonden ze op Pinkpop, als invallers voor het afhakende Alice In Chains. Als jonge festivalbezoeker kende ik ze niet, maar het programmaboekje repte over een band die was geïnspireerd door Urban Dance Squad, dus stond ik redelijk vooraan om deze nieuwkomer te ervaren. En ervaren deden we het, godverdomme! Wat een band, wat een energie, wat een politieke bevlogenheid!

Het lijflied van deze maatschappelijk geëngageerde Amerikanen is natuurlijk Killing In The Name, vanwege de vocale verbeelding van onderdrukking en verzet. Bepaald geen ondergewaardeerd liedje, dus grijp ik een andere oerkreet uit de bezielde grabbelton van publiek protest. Ik kies voor Take The Power Back, deels vanwege het friemelende gitaargepriegel van Tom Morello, maar natuurlijk vooral vanwege de verbale explosies van Zack de la Rocha.

In the right light, study becomes insight
But the system that dissed us, teaches us to read and write
So-called facts are fraud
They want us to allege and pledge and bow down to their god

Zack pikt het niet meer, alle leugens over de superieure Westerse cultuur. IJzersterk is de verbeelding van de leraar voor de klas die merkt dat de scholieren zijn leugens niet langer geloven. No more lies, no more lies, no more lies! Er is maar één remedie: Take The Power Back! Die boodschap komt keihard binnen, ook zonder de moshpits van Pinkpop 1993. Take it back y’all!

Keuze Marco Groen: Therapy? – Stop It, You’re Killing Me (1992)

Vraagtekens?

Er zullen weinig bands in de bekende wereld bestaan die tijdens een concert het publiek een meer interactieve rol geeft dan Therapy? Al is het alleen maar om ervoor te zorgen dat trommelaar Neil Cooper bij de les blijft. Iets dat blijkbaar vaak nodig is, daar er geen optreden voorbij gaat zonder dat het publiek Neil, Neil, drum like a motherfucker scandeert. Ook het seksleven van de zus van zanger/gitarist Andy Cairns komt regelmatig voorbij: James Joyce is fucking my sister, klinkt het met de regelmaat van de klok uit de monden van de fans. Schijnbaar gaat het hier om een naamgenoot van de in 1941 overleden Ierse dichter en schrijver, of zo (sprak hij met een uitgestreken gezicht). Het derde lid Michael McKeegan gaat nog verder; deze sympathieke bassist neemt regelmatig de tijd om een uitgebreid gesprek te beginnen met de mensen die toevallig voor zijn neus staan tijdens het spelen, Wat dat betreft zou je kunnen stellen dat de band zijn publiek biedt wat de bandnaam belooft.

Rond die bandnaam hangt overigens de nodige mystiek. Waar komt bijvoorbeeld dat cryptische vraagteken vandaan? Daar zijn diverse theorieën over te vinden, zoals de stelling dat de band, of de mensen die de band oké vinden, wellicht wel wat therapie kunnen gebruiken. Maar die grap duurde tot 1992, toen Cairns openbaarde dat het vraagteken gewoon een foutje was. Tijdens het ontwerpen van de hoes van het eerste album probeerde Cairns de bandnaam op het layout te prutsen met Letraset. In 1991 had men schijnbaar in Noord-Ierland nog geen idee wat DTP was, waardoor Cairns zich genoodzaakt voelde een soort doe-het-zelf-offset te hanteren. Letraset dus. Dit ging niet helemaal van het leien dakje. Toen de zanger klaar dacht te zijn, viel het hem op dat het woord Therapy helemaal niet in het midden van de hoes stond. Om dit op te lossen heeft hij achter dat woord nog een vraagteken gevoegd, zodat het ontwerpje er wat beter uitzag. Dat heeft men toen maar zo gelaten.

Bepaalde vraagtekens worden er eveneens gezet bij sommige nummers, waarvan de teksten wat lastig te doorgronden zijn. Een daarvan is Stop It, You’re Killing Me van het onvolprezen album Troublegum, Wie dit, ietwat zwartgallige nummer voor de eerste keer beluisterd, zou kunnen denken dat het gaat over een destructieve relatie. Daar zou een bepaalde kern van waarheid in kunnen zitten: niet zelden zijn liedjes,-en dan vooral de betere- voor meerdere uitleg vatbaar. Toch lijkt een nadere analyse van de tekst iets anders te vertellen. Zoals ik het lees, gaat het over de maatschappij an sich, maar in het bijzonder de maatschappij waarin Cairns is opgegroeid. Kortom: de Noord-Ierse gemeenschap. Een samenleving die op religieus en politiek vlak tot op den bot verdeeld is. Althans; voor wie het nieuws volgt en zuiver naar de beide ‘uiteinden’ van de spectrums kijkt. Cairns lijkt hierin het neutrale, minder gepolariseerde bevolkingsdeel te vertegenwoordigen: het overgrote deel van de bevolking die niets heeft met dat soort geneuzel heeft en het spuugzat is. Cairns lijkt hieraan te willen ontsnappen en gelooft niets meer van de loze beloftes die gedaan worden door de heren en dames politici. Het resulteert in een wat zure, zelfs dystopische tekst, die dan wel weer uiterst prettig gebracht wordt met een lekker rockpunk-achtige riff. Zoals de band zelf al aangeeft in een ander nummer: blije mensjes hebben geen verhalen. Daar hebben ze volkomen gelijk in.

Keuze Tricky Dicky: K.D. Lang – Surrender (1997)

Gekweel

Mijn eerste James Bond-film die ik in de bioscoop zag was Live And Let Die. Achteraf gezien was dat de beste Bond-film van Roger Moore. Hij was zo wie zo een van de mindere Bond-acteurs, maar nog altijd beter dan George Lazenby, David Niven (Casino Royale, 1967) en Timothy Dalton (alhoewel License To Kill wel weer een goede film was). Persoonlijk vind ik Daniel Craig heel erg goed vanwege zijn koele uitstraling op de voet gevolgd door ex aequo Sean Connery en Pierce Brosnan.

Elke Bond-film heeft een bekende openingstrack, gezongen door op dat moment bekende zangers of zangeressen. Het leverde diverse grote hits op. Toen der tijd had producent Albert Broccoli er een goede neus voor, alhoewel hij en mede-producent Saltzman met Live And Let Die er behoorlijk naast zaten. Ze kregen het lied – gezongen door Paul McCartney en Wings – te horen en vonden het een geweldige track, maar het moest wel door een ander gezongen worden. Het liefste Shirley Bassey of Thelma Houston. De aanwezige George Martin probeerde hen subtiel uit te leggen dat hier geen sprake van kon zijn. Het lied mocht alleen gebruikt worden in de uitvoering van Wings en uitsluitend als opening track. Gelukkig zagen zij het licht, want zonder overdrijven is Live And Let Die de beste Bond-song ooit.

Tot Tomorrow Never Dies zijn alle openingstracks van de Bond-films goede liedjes (in het tijdsbeeld gezien), maar vanaf 1997 slaan ze de plank veelvuldig mis. Wellicht heeft dit met de inspraak van ‘score composer’ David Arnold te maken? Of toch omdat dochter Barbara Broccoli steeds bepalender werd? Schoenmaker blijf bij je leest, want vanaf Tomorrow Never Dies zijn het nietszeggende deuntjes met als absoluut dieptepunt Madonna op de voet gevolgd door Sheryl Crow en Alicia Keys met Jack White. En laat ik Sam Smith niet vergeten……wat een ongelofelijke klotennummer is dat.

En dan is er altijd een lied dat aan het einde van de film bij de aftiteling wordt weggemoffeld. Verreweg het meeste publiek is dan al onderweg naar de uitgang van de bioscoop en op televisie wordt dit door de reclame afgebroken. Meestal is dat geen probleem, want veelal zijn dat niet de beste liedjes. Bovendien en in tegenstelling tot bijvoorbeeld Marvel films is er geen extra scene c.q. ‘teaser’ aan het einde verstopt, maar bij Tomorrow Never Dies maken Broccoli en vrienden een mega-vergissing. De openingstrack van Sheryl Crow is bagger en klinkt alsof het door een valse kraai wordt gezongen (pun intended) en het meesterlijke Surrender door K.D. Lang wordt in het afvoerputje geduwd.

Even de feiten op een rijtje. K.D. Lang zingt honderd keer beter dan Crow, die waarschijnlijk gekozen is vanwege haar platina debuutalbum en de single All I Wanna Do. En waar Lang nog steeds een zeer gewaardeerde zangeres is, Juno en Grammy awards gewonnen heeft en zich inzet voor de rechten van homoseksuelen en dieren, kennen we Crow voornamelijk nog als de ex van Clapton en Lance Armstrong.

Met andere woorden: beste Barbara, stop je er mee te bemoeien. Zeven Bond-films met verschrikkelijk slechte titeltracks is genoeg. Ik heb geen idee wie je in gedachten hebt voor het thema van de nieuwe Bond-film No Time To Die, maar ik adviseer Paul McCartney. Desnoods Live And Let Die met een aangepaste tekst.

Keuze Freek Janssen: Jarabe de Palo – Estamos Prohibidos (2007)

Loop naar de hel met je verboden

Het wordt ons verboden is in het Spaans hetzelfde als we zijn verboden. Dat is een mooie twist in de titel van dit gefrustreerde liedje van Jarabe de Palo.

Hij windt zich er vreselijk op over wat we allemaal niet mogen: roken, ergens in lopen, rennen, schreeuwen, protesteren, naar de hel lopen, zich vermaken, liefhebben, aanraken, nadenken, adem halen, weten, de bankjes gebruiken die in het park staan, ideeën hebben, meningen hebben, zijn.

Loop naar de hel met je verboden.

Keuze Alex van der Meer: Frazey Ford – Done (2014)

Lang niet klaar mee

Ze is één van de oprichters van The Be Good Tanyas, maar ze gaat al een aantal jaren solo. Haar naam is Frazey Obadiah Ford. Ze komt uit Canada, en ze is een waanzinnige zangeres. Haar stijl kun je oorspronkelijk omschrijven als folkmuziek, maar ze weet de mooie soulmuziek ook steeds meer te waarderen. En dat hoor je heel goed. Frazey Ford weet op te vallen, met name door gewoon totaal zichzelf te blijven.

Done komt van het album Indian Ocean uit 2014. Een album opgenomen met een aantal muzikanten van The Hi-Rhythm Section, de begeleidingsband van onder andere Al Green en Ann Peebles, toen deze soul-giganten muziek aan het opnemen waren voor het Hi-Records label.

Kunnen we bij Done dan spreken van een warme mix van soul en folk? Nee, het is veel meer. Eigenlijk is dit nummer een magisch mengsel. De stem van Frazey Ford en de muzikale ondersteuning van briljante soul-veteranen is een overstijgende combinatie. Je wordt bij de hand genomen en je voelt de warmte en de oprechtheid van het geluid. Zelden klonk een break-up liedje zo waanzinnig lekker.

I was taking every hit from you
You drive-by shooting son of a bitch, and I’m done
Oh whoa, I’m done
Who told you that you could rewrite the rules, and do you
Really take me for a goddamn fool cause I’m done
Oh whoa, I’m done

Met dit nummer ben je niet snel klaar. Het is eerlijke muziek. En geloof me, ook de videoclip van dit nummer wil je absoluut niet missen.

[polldaddy poll=10443802]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.